Het tweede Pionierteam had een goede eerste ronde gespeeld terwijl de tegenstanders, volgens eigen zeggen althans, minder gelukkig waren geweest. Op bijna het laatste moment echter moest de sterkste speler van De Pionier 2 verstek laten gaan.
Daarom werd, op datzelfde laatste moment, jeugdspeler Martijn van Dam opgeroepen en omdat het op een vrijdagavond was had hij hoegenaamd geen problemen hiermee.
Laten we de zaken echter chronologisch bekijken. De eerste uitslag kwam tot stand aan bord 4, waar Bonne Faber het volgende hoofdstuk leek te schrijven van het boek "Hoe verpruts ik een gewonnen stelling"! Al snel had hij een pion in de schoot geworpen gekregen en de stelling was ook veelbelovend op dat moment. Maar, in plaats van er nog een kwaliteit bij te verdienen ging hij het zijn tegenstander makkelijk maken door materiaal te ruilen en hem de gelegenheid geven zijn stelling te verstevigen. Op een gegeven moment wist die tegenstander de pion weer terug te verdienen en leek er een remisestelling te ontstaan. Maar Bonne's vizier was nog steeds op winnen gericht en daarmee gaf hij het laatste zetje voor verlies. Hij sloeg namelijk, met schaak, nog een pion, die gedekt werd door een loper. Die loper dekte eveneens de dame, die aangevallen werd. Maar de koning kon de loper ook nog slaan, zo verloor Bonne dus een stuk en gaf hij meteen op.
Veel beter deed Martijn het aan bord 6. Hij kreeg rekening te houden met een aanval langs de geopende g-lijn, waarbij zijn koning op f8 stond. Gelukkig bezette slechts één vijandelijke toren die g-lijn en kon Martijn een paard heel sterk op e4 posteren. Vandaar ging dat paard de torens van Martijn ondersteunen bij hun aanval op de witte koning. Intussen had wit wel beide torens op de g-lijn weten te krijgen, z'n koning moest er echter voorlangs om dan, met een toren, op a4 matgezet te worden. Een prima prestatie van deze jeugdspeler!
Wim Noordermeer had aan bord 7 een grote afruilsessie meegemaakt en kreeg nu een toreneindspel voorgeschoteld waarin zijn tegenstander de iets betere pionnenstelling leek te hebben. Maar die tegenstander zag dat wat minder scherp en het leek hem verstandig om remise aan te bieden. Dat aanbod wilde Wim nog even met z'n teamleider overleggen, die hem toestemming gaf om het aanbod aan te nemen en zo geschiedde.
Helaas ging het hierna steeds sneller bergaf voor het Pionierteam. Als eerste was daarbij Michiel Landman aan beurt aan bord 3. Hij bleek opgesteld te zijn tegen de speler met de hoogste rating, iets, waar Michiel ook vorig seizoen regelmatig mee te maken gekregen had. Maar Michiel liet zich niet kennen en speelde een keurige partij, waarbij echter toch wel het ratingverschil bleek. Zo ontstond een toreneindspel met pionnen minder voor Michiel. Z'n tegenstander had vrijpionnen op d4 en c3 weten te krijgen en die pionnen gingen tenslotte de doorslag geven voor een 2½-1½ achterstand.
Na Michiel was de beurt aan Sheila de Jonge aan bord 8. Sheila leek een leuke stelling te hebben gekregen met aanval via haar dame op g5 op de gefianchetteerde en kort gerocheerde witte koning. Wel kreeg ze nog een pion op h5. de witte torens schermden echter de velden rond hun koning goed af. Wat later drong de witte dame, vergezeld van één van die torens, de zwarte stelling binnen en werd Sheila's koning gedecideerd naar mat gestuurd en werd het 3½-1½.
Hierna kreeg Frans Troost, spelend aan bord 1, de gelegenheid de wedstrijdwinst aan de tegenstander te doneren. Hij kwam in eerste instantie leuk te staan en rekende al een beetje op een goed resultaat. Maar zijn opponent bleek het daar helemaal niet mee eens en zette zijn beste beentje voor om er een stok(je) voor te steken. En Frans wist niet het goede gevolg te vinden en moest op een gegeven moment als volgende het punt aan de tegenstanders laten: 4½-1½.
Het werd steeds erger want Jan van Baardwijk aan bord 5 had ook een goede positie weten te krijgen, wat wel bleek ook uit het tijdsverbeuik van zijn tegenstander. Het leek eigenlijk steeds wat meer op winst voor Jan te gaan lijken. Maar Jan maakte de fout de dame van zijn tegenstander aan te gaan vallen en deze zo naar een beter veld (b7) te jagen, waar hij die aanvallende toren veel beter naar f1 zou hebben gezet om daar vandaan de zwarte zwakte f7 aan te vallen. Als klap op de verkeerde vuurpijl zette Jan zijn koning ook nog eens, relatief onnodig, op die lange witte diagonaal, waar de dame hem wat later mat wist te zetten en de stand desastreuze vormen voor het Pionierteam aan ging nemen met 5½-1½.
Als laatste was toen nog teamleider Peter Derrez bezig aan bord 2. Ook Peter wist een leuke stelling te creëeren maar ook hij kreeg tenslotte het deksel op de neus. Hij wist in ieder geval zijn positie als teamleider hoog te houden door het langste stand te houden, moest tenslotte ook toegeven dat dit niet de avond voor De Pionier 2 zou worden.
Het wedstrijdformulier zag er aldus uit:
Barendr./IJsselm.3 | 1554 | - | De Pionier 2 | 1530 | 6½-1½ | |
1 | Stanley Brabers | 1541 | - | Frans Troost | 1665 | 1-0 |
2 | Han Pijpers | 1643 | - | Peter Derrez | 1556 | 1-0 |
3 | Rinus Bongers | 1823 | - | Michiel Landman | 1531 | 1-0 |
4 | Adri Jumelet | 1525 | - | Bonne Faber | 1639 | 1-0 |
5 | Tom Godthelp | 1523 | - | Jan van Baardwijk | 1462 | 1-0 |
6 | Eric van Orle | 1479 | - | Martijn van Dam | 1418 | 0-1 |
7 | Hans Kleinloog | 1434 | - | Wim Noordermeer | 1475 | ½-½ |
8 | Rutger Smit | 1463 | - | Sheila de Jonge | 1495 | 1-0 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten