Het eerste Pionierteam heeft één van de laatste strohalmen gegrepen om promotie naar de eerste klasse RSB te bewerkstelligen. Achteraf leek het een walk-over, tijdens de wedstrijd leek het daar nauwelijks op. Verder nog een viertal partijen intern.
Na nog eventjes gewacht te hebben op een Erasmiaanse laatkomer kon wedstrijdleider Leo Stelloo de debatten gaan openen rond tien over acht. Hij zette zichzelf neer als een strenge wedstrijdleider, die vooral stilte tijdens de wedstrijd hoog in het vaandel heeft staan. Gelukkig bleek het niet nodig daaraan eventueel verbonden consequenties uit te voeren, ieder hield zich voortreffelijk aan de door Leo gestelde eisen.
Hoewel, voor Jan van Huizen en zijn tegenstander aan bord 6 werd dat toch wel wat moeilijker. Want ze waren al voor de klok van negen klaar met hun partij, zodat waarschijnlijk alleen zij beiden weten hoe de partij is verlopen. Iedereen zat immers nog veel te verdiept in de eigen partij. Wel bekend is overigens, dat Jan had gewonnen. Nu moesten ze zich dus nog dik 4 uur stil houden, anders ruzie met Leo!?
Relatief snel hierna kon het tweede punt worden genoteerd voor het Pionierteam en wel aan bord 2, bij Marcel Mol. Marcel wist niet echt goed uit de opening te komen en had het dus redelijk moeilijk. Maar dat verhinderde hem niet om een hele fraaie combinatie op te zetten, beginnend met een (achteraf schijn)dameoffer op de achterste rij. De dame voor een toren, hierna echter kon hij een pion slaan op b6 met z'n c-pion, waardoor de diagonaal van z'n loper op a4 naar e8 open kwam en laat hij nou net die e-lijn open hebben met een toren op e1! Omdat de zwarte dame op f8 stond werd het inderdaad een schijnoffer. Nu kwam Marcel dus een stuk vóór te staan met ook nog een mooie vrijpion op de b-lijn. Het tweede punt liet dus niet lang meer op zich wachten.
Dit wilde Ernst-Jan Pluim Mentz niet op zich laten zitten aan bord 1. Hij had de partij tot dan toe al helemaal gespeeld zoals de bedenker van het spelletje dat ooit bedoeld moet hebben. Al het zwarte materiaal deed mee aan het behalen van voordeel, waarbij bijv. de koning niet vlak achter een pionnenscherm kwam te staan maar op afstand werd verdedigd. Daar kwam op een gegeven moment dan ook voordeel uit tevoorschijn en wel met een mooie kwaliteit. Dit werd de speler van Erasmus al snel te veel van het goede en al zo'n beetje rond tienen stond het 3-0 voor De Pionier 1.
Maar nu bleek het moeilijker deel van het gevecht in beeld te komen. Uiteindelijk kon een heel ruime overwinning worden geboekt, vooral de laatste vijf partijen toonden aan, dat Erasmus toch minder werd weggespeeld dan die einduitslag doet vermoeden.
Aan bord 4 bijvoorbeeld wist Ad van der Ree niet echt een vuist te maken. Wel bleef hij een goede stelling behouden maar kansen op een overwinning kreeg hij nauwelijks. Hieruit volgt al een beetje de uitslag: ½-½.
Maar teamleider Jan van Dam wist aan alle spanning wat later een einde te maken door zijn tegenstander gedecideerd naar een nederlaag te spelen. Maar dat ging uiteraard lang niet zo makkelijk als hier neergeschreven kan worden. Maar dankzij Jan werd het wel 4½-½!
Rik Verheij speelde aan bord 3 en leek op een gegeven moment zijn hand te overspelen. In een redelijk in evenwicht staande stelling offerde hij een paard tegen een pion, misschien om een vrijpion op de g-lijn te creëren. Dit lukte dus wel, zijn achterstand in materiaal zou echter de doorslag kunnen geven. Maar Rik wist alles toch in de hand te houden en via herhaling van zetten remise af te dwingen.
Al een groot deel van de avond had Ben Blakmoor aan bord 8 alle moeite om een gelijkspel in de stelling te houden. Via een flankgambiet probeerde hij voordeel te krijgen, wat wel vaak wil lukken. Ditmaal echter niet en op een gegeven moment verzuimde hij nog een kwaliteit te geven voor twee lichte stukken, waarmee hij een misschien redelijk te winnen stelling had kunnen krijgen. Z'n positie werd nu echter langzamerhand slechter en er moest gevreesd worden voor de afloop. Maar zijn tegenstander deed dat blijkbaar ook en speelde het eindspel niet goed, zodat Ben weer lucht kreeg. Beiden kregen een vrijpion, die van Ben was echter verder opgerukt en kon zich ook verheugen in de steun van de koning. Hierdoor viel het kwartje van de partij, gelukkig voor het Pionierteam, de kant van Ben op en werd de stand inmiddels 6-1.
Als laatste was Fred van Wieringen bezig, aan bord 7. Ook hij had zo zijn problemen om een goede stelling op te bouwen. Hij had daarbij echter het geluk, dat zijn tegenstander hetzelfde probleem kende en daar wat meer tijd in moest steken. Als laatste nog bezig zijn betekent echter ook veel belangstelling voor wat er nou weer gespeeld gaat worden en zowat beide teams, aangevuld met nog een enkele Pionier, die klaar was met z'n interne partij, stond rond het bord elkaar te verdringen om toch maar wat te kunnen zien. Gelukkig stond wedstrijdleider Leo daar ook bij, zodat dit alles een rustig verloop kende. Inmiddels had Fred het lek boven water weten te krijgen en was op de van hem bekende rustige (uitwendige!) manier bezig het punt naar zich toe te trekken. Dat lukte tenslotte ook en Leo mocht het wedstrijdformulier hierna als volgt invullen:
Ook het verdere thuisfront had uiteraard niet stilgezeten (alleen wel bij wat er bij Fred gebeurde). Daarbij moest Jan van Baardwijk proberen zich Bonne Faber van het lijf te houden. Dat lukte vrij goed in de opening, hier kwam Jan eigenlijk met voordeel uit. Maar als je voordeel hebt, dan moet je dat ook te gelde weten te brengen en daar faalde Jan in. Hij dwong Bonne nog wel tot een alles-of-niets-paardzet, maakte echter geen gebruik van de mogelijkheden, die dit voor hem bood. Sterker nog, in plaats van te profiteren van de mogelijkheden verloor hij zelfs een stuk. De dames werden geruild en Jan kon zijn torens verdubbelen op de voorlaatste rij. Vaak levert dat winst, nu echter even niet want Bonne kon pion f7 afdoende verdedigen en met een stuk meer bleek de rest niet meer zo moeilijk. Hoewel Bonne nog een mat in drie miste vond het gespeelde ook voldoende "waardering" in de ogen van Jan zodat hij de partij opgaf.
Michiel Landman en Wim Noordermeer zaten elkaar danig op de huid. Het resultaat hiervan werd een eindspel, waarin beiden een verre vrijpion kregen. Michiel maakte daarbij de fout eerst de zijne op te spelen in plaats van die van Wim te slaan met een paard. Dat paard verloor hij nu ook, terwijl de vrijpion van Wim rustig verder kon marcheren naar dame. Verlies voor Michiel derhalve.
De partij tussen Arie Bliek en Frits Wilschut was er eentje van geduldig manoeuvreren. Dat resulteerde in een stelling, waarin Frits probeerde zijn e-pion gemene dingen te laten doen. Die pion werd overigens gedekt door zowel dame als een toren, beiden op die e-lijn. Frits viel daarbij Arie's paard op f3 aan en - in plaats van middels Pf3-g5 in de aanval te gaan, speelde Arie de verdedigende zet Pf3-h2. Hierna kon hij ook inderdaad alleen nog maar verdedigen en lijdzaam toezien hoe Frits de stelling rijp maakte voor de overwinning, die dan ook volgde.
Het bleek intern deze avond een resultaatrijke avond voor de zwartspelers, ook Trudy Angeneind hoorde daarbij. Tegen Ger Croonenberg kwam ze met haar koning helemaal naar de overkant van het bord. Maar eerst was ze een toren achter geraakt, die Ger echter op een gegeven moment ook weer teruggaf. Nu leek het een eenvoudige opgave om Ger mat te zetten met koning en toren, Trudy leek echter de logische zetten, die daar bij horen, niet te durven (of willen?) spelen. Maar uiteindelijk zag ze het licht toch, wist de torens te ruilen en ook het resterende eindspel met dame voor (door promotie) goed af te sluiten. Het werd een, inmiddels de derde, overwinning voor Trudy.
Een nieuwe stand derhalve.
Relatief snel hierna kon het tweede punt worden genoteerd voor het Pionierteam en wel aan bord 2, bij Marcel Mol. Marcel wist niet echt goed uit de opening te komen en had het dus redelijk moeilijk. Maar dat verhinderde hem niet om een hele fraaie combinatie op te zetten, beginnend met een (achteraf schijn)dameoffer op de achterste rij. De dame voor een toren, hierna echter kon hij een pion slaan op b6 met z'n c-pion, waardoor de diagonaal van z'n loper op a4 naar e8 open kwam en laat hij nou net die e-lijn open hebben met een toren op e1! Omdat de zwarte dame op f8 stond werd het inderdaad een schijnoffer. Nu kwam Marcel dus een stuk vóór te staan met ook nog een mooie vrijpion op de b-lijn. Het tweede punt liet dus niet lang meer op zich wachten.
Dit wilde Ernst-Jan Pluim Mentz niet op zich laten zitten aan bord 1. Hij had de partij tot dan toe al helemaal gespeeld zoals de bedenker van het spelletje dat ooit bedoeld moet hebben. Al het zwarte materiaal deed mee aan het behalen van voordeel, waarbij bijv. de koning niet vlak achter een pionnenscherm kwam te staan maar op afstand werd verdedigd. Daar kwam op een gegeven moment dan ook voordeel uit tevoorschijn en wel met een mooie kwaliteit. Dit werd de speler van Erasmus al snel te veel van het goede en al zo'n beetje rond tienen stond het 3-0 voor De Pionier 1.
Maar nu bleek het moeilijker deel van het gevecht in beeld te komen. Uiteindelijk kon een heel ruime overwinning worden geboekt, vooral de laatste vijf partijen toonden aan, dat Erasmus toch minder werd weggespeeld dan die einduitslag doet vermoeden.
Aan bord 4 bijvoorbeeld wist Ad van der Ree niet echt een vuist te maken. Wel bleef hij een goede stelling behouden maar kansen op een overwinning kreeg hij nauwelijks. Hieruit volgt al een beetje de uitslag: ½-½.
Maar teamleider Jan van Dam wist aan alle spanning wat later een einde te maken door zijn tegenstander gedecideerd naar een nederlaag te spelen. Maar dat ging uiteraard lang niet zo makkelijk als hier neergeschreven kan worden. Maar dankzij Jan werd het wel 4½-½!
Rik Verheij speelde aan bord 3 en leek op een gegeven moment zijn hand te overspelen. In een redelijk in evenwicht staande stelling offerde hij een paard tegen een pion, misschien om een vrijpion op de g-lijn te creëren. Dit lukte dus wel, zijn achterstand in materiaal zou echter de doorslag kunnen geven. Maar Rik wist alles toch in de hand te houden en via herhaling van zetten remise af te dwingen.
Al een groot deel van de avond had Ben Blakmoor aan bord 8 alle moeite om een gelijkspel in de stelling te houden. Via een flankgambiet probeerde hij voordeel te krijgen, wat wel vaak wil lukken. Ditmaal echter niet en op een gegeven moment verzuimde hij nog een kwaliteit te geven voor twee lichte stukken, waarmee hij een misschien redelijk te winnen stelling had kunnen krijgen. Z'n positie werd nu echter langzamerhand slechter en er moest gevreesd worden voor de afloop. Maar zijn tegenstander deed dat blijkbaar ook en speelde het eindspel niet goed, zodat Ben weer lucht kreeg. Beiden kregen een vrijpion, die van Ben was echter verder opgerukt en kon zich ook verheugen in de steun van de koning. Hierdoor viel het kwartje van de partij, gelukkig voor het Pionierteam, de kant van Ben op en werd de stand inmiddels 6-1.
Als laatste was Fred van Wieringen bezig, aan bord 7. Ook hij had zo zijn problemen om een goede stelling op te bouwen. Hij had daarbij echter het geluk, dat zijn tegenstander hetzelfde probleem kende en daar wat meer tijd in moest steken. Als laatste nog bezig zijn betekent echter ook veel belangstelling voor wat er nou weer gespeeld gaat worden en zowat beide teams, aangevuld met nog een enkele Pionier, die klaar was met z'n interne partij, stond rond het bord elkaar te verdringen om toch maar wat te kunnen zien. Gelukkig stond wedstrijdleider Leo daar ook bij, zodat dit alles een rustig verloop kende. Inmiddels had Fred het lek boven water weten te krijgen en was op de van hem bekende rustige (uitwendige!) manier bezig het punt naar zich toe te trekken. Dat lukte tenslotte ook en Leo mocht het wedstrijdformulier hierna als volgt invullen:
De Pionier 1 | 1795 | - | Erasmus 3 | 1595 | 7-1 | |
1 | Ernst Pluim Mentz | 2100 | - | Rene Weerts | 1643 | 1-0 |
2 | Marcel Mol | - | Herman Beerling | 1705 | 1-0 | |
3 | Rik Verheij | 1814 | - | Lucian Mihailescu | 1665 | ½-½ |
4 | Ad van der Ree | 1762 | - | Joram Simons | 1612 | ½-½ |
5 | Jan van Dam | 1795 | - | Cor van As | 1654 | 1-0 |
6 | Jan van Huizen | 1679 | - | Wil de Boer | 1536 | 1-0 |
7 | Fred v.Wieringen | 1701 | - | Ron Ansem | 1551 | 1-0 |
8 | Ben Blakmoor | 1714 | - | Rens Hesselmans | 1391 | 1-0 |
Michiel Landman en Wim Noordermeer zaten elkaar danig op de huid. Het resultaat hiervan werd een eindspel, waarin beiden een verre vrijpion kregen. Michiel maakte daarbij de fout eerst de zijne op te spelen in plaats van die van Wim te slaan met een paard. Dat paard verloor hij nu ook, terwijl de vrijpion van Wim rustig verder kon marcheren naar dame. Verlies voor Michiel derhalve.
De partij tussen Arie Bliek en Frits Wilschut was er eentje van geduldig manoeuvreren. Dat resulteerde in een stelling, waarin Frits probeerde zijn e-pion gemene dingen te laten doen. Die pion werd overigens gedekt door zowel dame als een toren, beiden op die e-lijn. Frits viel daarbij Arie's paard op f3 aan en - in plaats van middels Pf3-g5 in de aanval te gaan, speelde Arie de verdedigende zet Pf3-h2. Hierna kon hij ook inderdaad alleen nog maar verdedigen en lijdzaam toezien hoe Frits de stelling rijp maakte voor de overwinning, die dan ook volgde.
Het bleek intern deze avond een resultaatrijke avond voor de zwartspelers, ook Trudy Angeneind hoorde daarbij. Tegen Ger Croonenberg kwam ze met haar koning helemaal naar de overkant van het bord. Maar eerst was ze een toren achter geraakt, die Ger echter op een gegeven moment ook weer teruggaf. Nu leek het een eenvoudige opgave om Ger mat te zetten met koning en toren, Trudy leek echter de logische zetten, die daar bij horen, niet te durven (of willen?) spelen. Maar uiteindelijk zag ze het licht toch, wist de torens te ruilen en ook het resterende eindspel met dame voor (door promotie) goed af te sluiten. Het werd een, inmiddels de derde, overwinning voor Trudy.
Een nieuwe stand derhalve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten