woensdag 29 januari 2014

Hendrik Ido Ambacht 1-De Pionier 1

Bij de koploper op bezoek brengt altijd spanning met zich mee, zo ook deze wedstrijd. Desondanks verliep de avond in een vriendschappelijke sfeer, ook al ging het tenslotte toch een beetje om een plekje in de eerste klasse voor volgend seizoen.
Met 2 supporters werd van Pionierkant het belang van deze wedstrijd ook al direct kenbaar gemaakt. HI Ambacht speelde een thuiswedstrijd, hun supportersschare was eigenlijk veel groter maar die schare had zelf ook bord en stukken voor zich en waren derhalve minder in de gelegenheid hun voorkeur te doen blijken.
Zoals te doen gebruikelijk wilden de spelers elkaar eerst eens aftasten, hoewel er hier en daar toch ook meteen een soort van vol gas werd gegeven.
Dat was in elk geval zo bij Marcel Mol aan bord 2. Overigens, misschien ter morele ondersteuning, had hij zijn vrouw meegenomen, of dat hem ook heeft geholpen waag je hier te betwijfelen!? Hoe dan ook, met een op het oog dubieuze openingsopzet bracht hij zichzelf in problemen. Dat kostte hem in eerste instantie een stuk maar via dameruil en een paardvork met schaak wist hij dat weer terug te brengen tot een kwaliteit voorsprong. Maar z'n paard kwam wel heel ongelukkig te staan op a1. Dat paard werd even later dan ook naar de slachtbank geleid. Zo langzamerhand ontstond er toen een stelling, waarin Marcel een toren tegen twee stukken achter kwam te staan en die stelling wist hij keurig remise te houden. Een plusremise, zoals hij zelf aangaf.
Maar ook bij teamleider Jan van Dam aan bord 5 werd het, in iets mindere mate, vol gas. Met een keurig combinatoir motief wist Jan zijn tegenstander om de tuin te leiden en in die tuin een mooi stuk op te graven! Dan zou je dus verwachten, dat hij het punt vrij gemakkelijk binnen zou kunnen halen, niets was echter minder waar. Er werden Jan nogal wat problemen voorgeschoteld zodat hij regelmatig in diep gepeins moest verzinken. Toch gebruikte zijn tegenstander ruimschoots meer bedenktijd en dat was ook wel prettig voor Jan, in die tijd immers kon hij verder peinzen. Het nam zelfs in totaal nog zoveel tijd in beslag, dat er nog slechts twee andere partijen bezig waren op het moment, dat Jan de partij tenslotte toch in zijn voordeel besliste. Hiermee bracht hij meteen ook beide wedstrijdpunten binnen voor zijn team!
De andere partijen voltrokken zich eerst dus via de wetten van de geleidelijkheid. Dat kwam eigenlijk het beste tot uitdrukking bij Rik Verheij aan bord 3. Zo langzamerhand, heel geleidelijk dus eigenlijk, werden hier de meeste stukken afgeruild, tot er een stelling overbleef met voor beide spelers loper, paard en een zestal pionnen. Wil je zo'n stelling winnen, dan zul je moeten proberen iets te forceren en dat lukt eigenlijk alleen maar door te proberen een doorbraak te forceren met de pionnen. Maar daar hoeft je tegenstander uiteraard niet op in te gaan, hij kan de zaak ook dichtschuiven. Dat gebeurde hier niet helemaal, beiden waren eigenlijk al tot deze conclusie gekomen en kwamen daarom tot remise, zonder deze mogelijkheid ook inderdaad op het bord te brengen.
Als eerste klaar bleek Fred van Wieringen aan bord 7. Ook hier niet direct sprake van voordeel voor één van beiden, totdat de zwartspeler de fout maakte lang te rocheren in een stelling, waar de korte rochade waarschijnlijk beter zou zijn geweest. Fred had wel kort gerocheerd en begon nu enigszins ongehinderd de c-lijn te bestoken om deze van half naar helemaal open te krijgen. Dat wilde niet helemaal lukken, wel kreeg Fred er een stuk voor en de lange witte diagonaal. Daar posteerde hij de batterij loper-dame op en het pleit leek beslecht. Maar de zwartspeler wist nog te ontsnappen met zijn koning naar de veiliger koningsvleugel. Maar met een stuk meer werd het redelijk eenvoudig voor Fred om er materiaal bij te halen en aldus ook de winst binnen te halen.
Aan bord 1 zaten de lijstaanvoerders van beider interne competitie tegenover elkaar en ook hier werd het een zoeken van jewelste naar goed spel. Daar weet Ernst-Jan Pluim Mentz normaliter wel goed weg mee, nu werd hij tot voorzichtigheid gemaand, hoewel hij op zeker moment wel een mooie pion op de a-lijn kreeg, gedekt door een loper. Of dekte de pion de loper? Maar zwart kwam met een toren binnenvallen en verdiende de b-lijn. Maar Ernst-Jan had een dame, die haar blikveld graag zo ruim mogelijk wilde hebben en daarvoor een mooi plekje op de zevende rij had gevonden. Met voorzichtig spel wist hij dame en één toren te ruilen en kon daarna proberen zijn a-pion een nog prominenter plekje te geven dan a4. Z'n loper bleef mooi gehandhaafd op b5 en de tweede toren ging, middels schaakjes, naar b8. Eigenlijk was hiermee het pleit beslecht, de zwartspeler wilde zijn schaakleven in deze partij nog een paar zetten rekken en Ernst-Jan had daar geen moeite mee, hij had de winstweg al wel voor zichzelf becijferd. Hiermee kwam op dat moment een 1-3 voorsprong voor de Pioniers in beeld.
Het vierde punt (en daarmee minimaal een gelijkspel) werd aangedragen door Ben Blakmoor aan bord 8. Ben had een mooie aanvalspositie op weten te bouwen, moest alleen nog iets doen aan zijn koningsvleugel, die nog niet was ontwikkeld. Maar positioneel stond hij al beter en dat heeft hij niet meer uit handen gegeven. Hij had nog een drietal zetten nodig om zijn koning wat meer in veiligheid te brengen en toen dat was gebeurd kon een vervelende e-pion worden geruild tegen Ben's f-pion. Hierna maakte de witspeler de onnauwkeurigheid zijn paard op dezelfde diagonaal te plaatsen als zijn dame, waar hij in elk geval beter eerst een stel torens had kunnen ruilen en daar maakte Ben onmiddellijk misbruik van door het paard te pennen. Op zich leverde dit hem geen materiaalwinst op, het beschermende pionnenrijtje voor de witte koning werd echter wel opgeruimd voor een dubbele f-pion. Nu timmerde Ben als het ware de open c-lijn, waar wit een toren op had geposteerd en die de dame ook zou kunnen gebruiken om binnen te vallen, dicht met een paard. In deze fase bood de witspeler nog remise en Ben ging, teamspeler als hij is, overleggen met z'n teamleider. Deze bekeek de stand van zaken en stelde Ben voor zijn eigen plan te trekken. Daar hoopte Ben al op want zelf vond hij zich beter staan. (Wat zou hij hebben gedaan als het advies zou zijn geweest "accepteer het aanbod maar"?) Toch wilde hij het nog te mooi doen want waar hij z'n e-pion op had moeten spelen draaide hij de combinatie als het ware om en speelde eerst Tg4, met druk op de witte koning. Nu kon wit het echter, middels dameruil, wat ingewikkelder maken, hij stond slechts één pionnetje achter. Ben verdedigde zijn zaakjes keurig en probeerde zijn tegenstander nog even in verwarring te brengen door te overzien, dat hij schaak stond. Die tegenstander leek daar inderdaad gevoelig voor te zijn geweest want even later (het was eigenlijk sowieso uit, hoewel Ben nog maar enkele minuten bedenktijd had) gaf hij plompverloren z'n toren weg.
Hiermee werd de tussenstand 1-4 bereikt en mocht teamleider Jan, zoals het een goede teamleider betaamt, de wedstrijdpunten binnenhalen, zoals al eerder vermeld.
Hoewel het, met de tussenstand van 1-5 een gelopen zaak was en er nog niemand van het Pionierteam had verloren, zou het blazoen niet helemaal ongeschonden blijven. Verliezen is nooit leuk, als het je als enige van je team overkomt is dat eigenlijk wel een beetje balen! En het overkwam Ad van der Ree, hier spelend aan bord 4, deze avond. Ook hij had z'n zaakjes lange tijd in orde weten te houden, toen beider klokken echter de seconden bij gingen houden leek hij even z'n goede doel uit het oog te verliezen. Hij kwam namelijk moeilijker te staan en moest alle zeilen bij zetten om nog enig plezier aan zijn stelling te kunnen ontlenen. Dat lukte hem uiteindelijk helaas niet en dus moest hij als enige Pionier deze avond het volle punt aan zijn tegenstander laten, 2-5 werd het hiermee dus.
Als laatste was nu Jan van Huizen nog bezig, spelend aan zijn vaste bord 6. Jan lijkt een beetje bezig met het veranderen van repertoire, tenminste, hij speelde al enkele keren een gambiet. Dat resulteerde deze avond in een, voor zijn supporters, onoverzichtelijk geheel. Tot het moment, dat er een stelling overbleef met beiden nog een paard en enkele pionnen. Maar Jan had er eentje minder. Zijn bedenktijd was inmiddels al minder geworden dan 5 minuten, geen notatieplicht meer derhalve. voor Jan. De klok van zijn tegenstander begon op dat moment pas aan het aftellen van de seconden, hij moest dus wel noteren en dat gaf Jan blijkbaar net die extra tijd, nodig om z'n plan te bedenken en uit te voeren. Er was inmiddels een pionneneindspel ontstaan waarin Jan alles op de koningsvleugel zette waarbij zijn tegenstander zich bezighield met zijn a-pion. Die werd vrij en had nog 5 stapjes nodig om te kunnen promoveren. Jan had nog 2 pionnen op de koningsvleugel (f- en h-pionnen) en kreeg de vrije f-pion. Inmiddels had zijn tegenstander een dame op het bord teruggekregen, terwijl Jan's f-pion tot de tweede rij was gevorderd. Waarschijnlijk maakte wit toen de fout ook de h-pion te winnen want Jan kon nog net dicht genoeg bij zijn pion blijven om tenslotte de remise (het werd nog pat) veilig te stellen.
Alles bij elkaar kan teruggezien worden op een 2½-5½ overwinning, waarmee De Pionier 1 nu voor minstens 2 dagen lijstaanvoerder is geworden! Het wedstrijdformulier:
HI Ambacht 1 1737 - De Pionier 1 1795 2½-5½
1 Xander v.Doorn 1844 - Ernst-Jan Pluim Mentz 2100 0-1
2 Jeroen v.Gijzen 1953 - Marcel Mol ½-½
3 Ed v.d.Geer 1746 - Rik Verheij 1814 ½-½
4 John v.Hest 1752 - Ad van der Ree 1762 1-0
5 Joh.Kleinbloesem 1724 - Jan van Dam 1795 0-1
6 Piet v.d.Berg 1607 - Jan van Huizen 1679 ½-½
7 Klaas Bax 1639 - Fred van Wieringen 1701 0-1
8 Piet de Jonge 1631 - Ben Blakmoor 1714 0-1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten