donderdag 27 maart 2025

De Zwarte Pion 1-De Pionier 2

Al jaren zijn er ontmoetingen tussen beide verenigingen, nu was het vooral belangrijk voor de bezoekers. Voor hen ligt degradatie op de loer. Een overwinning zou dus heel mooi zijn, maar ze waren gehavend. Vaste waarde Fred van Wieringen had zich ziek afgemeld, vandaar ook geen begeleidende foto. Wat die foto betreft is hiervoor gekozen. Met nu meer informatie.

Dankzij de afwezigheid van Fred had teamleider Sheila de Jonge gekozen voor de oplossing om alle spelers te vragen iets over hun partij te vertellen. Maar veel schakers lijken sterker in het praten over hun partij dan in het schrijven er over!? Daarom hier een mix van ingestuurde verslagen en fantasietjes er over. Bij De Zwarte Pion is één speler met een rating van 2000+ en tegen hem had Sheila Reinier van der Wende aan bord 1 gedacht. Maar wat al werd verwacht gebeurde ook: Reinier verloor. Zelf speelde Sheila aan bord 2 en hier volgt haar verhaal: Maandag moesten we met twee invallers tegen DZP 1 in Sommelsdijk. Ik had  Dik en Timo bereid gevonden om te spelen. Ik speelde zelf aan bord 2, met zwart, tegen Ivo Lagendijk. Aangezien Ivo wat later kwam, begon ik met een tijdsvoordeel. Maar uit ervaring weet ik dat dat met hem niet altijd een voordeel is. De partij ging gelijk op, tot ik een damezet over het hoofd zag met stukwinst. Daar stonden nog wel 3 pionnen tegenover. Maar het eindspel, met 2 lopers en 3 pionnen tegen 1 loper en 6 pionnen waarvan 3 vrijpionnen, wist ik toch niet te winnen. Dus mijn felicitaties gingen naar Ivo. Aan bord 3 speelde Albert Bijzitter voor het Pionierteam en hij speelde daar tegen één van de andere sterren van de tegenstanders: Jan van Genderen. Albert zal hem niet gekend hebben en speelde zo onbeschroomd zijn partij, wat hem tenslotte winst opleverde en de tussenstand op 2-1 bracht. Hierbij nog zijn verhaal over die partij: Mijn tegenstander besloot om mijn openingszet 1. e4 met         1. …; Pf6 te beantwoorden. Aljechin! Zwart nodigt wit uit om een dominant centrum neer te zetten om dat vervolgens subtiel – of geniepig – te ondermijnen. Een uitnodiging die ik gaarne accepteerde. Mijn wat onorthodoxe aanpak bracht zwart uit de theorie en hij liet zich verleiden tot ruil van pionnen en dames op d5 waardoor zijn druk op mijn pion op e5 verdween als sneeuw voor de zon.


Een cruciaal moment in de partij. Ik nam hier heel ruim de tijd en besloot uiteindelijk besloot tot Lb5 wat dreigt de zwarte pionnenstructuur aan gruzelementen te slaan. Zwart had kunnen kiezen voor       11. …;Pb4, wat tot ingewikkelde varianten zou leiden. Mijn plan was dan La4, met de gedachte dat de dreiging a3 zwart zou laten zweten. Mijn tegenstander dacht hier ook diep na. Achteraf gaf hij toe dat ook hij Pb4 niet vertrouwde, maar wat blijkt? De koele, harteloze computer is het niet met ons eens en dicteert: 11. …;Pb4 12. 0-0;0-0-0 met zelfs een lichte voorkeur voor zwart. Machines kennen geen angst. Zwart koos echter voor het creatieve alternatief: 11. …;Kd7, om de gevreesde pionverdubbeling te ontlopen. Het gaf mij de kans om orde op zaken te stellen: 12. Pc3 gevolgd door 13. Pxd5;exd5. De stelling transformeerde. Mijn pion op e5, ooit het mikpunt van zwarte agressie, was ineens de onverschrokken held van het verhaal aan het worden. Wit stond er florissant voor. De witte koningsvleugelpionnen gaan rollen en wat kan zwart doen?

Zwart probeerde nog tegenspel te vinden, maar toen na 20. f4 zwart ...;f6 speelde kreeg de held op e5 een nog grotere hoofdrol: 21. f5;fxe5 22. dxe5;Tae8 23. e6+ en wit staat met een gevaarlijke gedekte vrijpion qua stelling gewonnen. Aan mij de taak dat aan te tonen. Zwart had, denk ik, de moed al wel een beetje opgegeven, want de pogingen om iets terug te doen met g6 en h5, kwamen zonder dreigingen en na g5 en h4 had wit niet één, maar twee gevaarlijke vrijpionnen – een luxeprobleem.

Daarna was het voor mij vooral een kwestie van netjes afwikkelen, stukken ruilen en klaar is Kees! Toch kreeg het paard van zwart nog een heldhaftige opvlieging en sprong op het nippertje naar binnen: 38. ...;Pd3, met een vorkdreiging op loper en koning. Een laatste wanhoopspoging. Maar het mocht niet meer baten. 39. Tc6+;Ka7 40. b4;Pf4+ 41. Txf4;gxf4 42. Kf3 en zwart gaf op. Zijn koning, werkeloos in een hoekje, de torens machteloos tegen drie oprukkende pionnen. De strijd was gestreden, het doek gevallen.

Zodoende was er dus toch een beginnetje, waarop Martijn van Dam aan bord 4 kon voortborduren. Hij was van te voren overtuigd van het feit dat er gewonnen kon worden en daarvoor kon hij nu zijn steentje bijdragen. Maar dat steentje ging helaas naar de tegenstanders want Martijn verloor. Zo werd het dus al 3-1. Aan bord 5 speelde Julian Krabbendam, die promotie had gemaakt. Meestal speelde hij aan het achtste bord. Julian stuurde wel wat in: Ik verloor een pion en ik moest hard verdedigen in het middenspel. Ik besloot dus ver na te gaan denken. Hem een makkelijke aanval geven wat nog net goed zou gaan verdedigend. En tegelijk kijken hoe ik kan counteren. Met de gedachte dat de koning uiteindelijk naar f2 kan en de dame aanvallend staat op c7 kwam dit eruit.

In diagram 1, na toren e5, komt toren e8 er natuurlijk aan, maar ik besloot alsnog Dxc7 te spelen om ook de toren op e5 aan te vallen, voor als hij Kxh7 speelt. Na diagram 1 waren de laatste zetten van de partij: 22: Dxc7;Tae8. 23: Ld3;Te1+ 24: Txe1;Txe1+ 25: Kf2;Te6 26: Qd8+
De makkelijke aanval Te1+ is geen probleem voor wit, na één toren te ruilen en als Dxg2 zou gebeuren kan ik de toren slaan op e1. Het lijkt oneindig schaak te worden met dameschaak op g2, g1 en e3. Dat zit er niet in omdat wit met de loper op f1 kan blokken en daarna met de toren op e2, de witte dame dekt c1. Na Kf2 (veel beter dan Lf1 om het schaak op te heffen) in diagram 2 creëer ik een dubbele aanval met mijn koning vanuit de verdediging met matdreigingen door dame en loper tegelijk. Mijn tegenstander ging rond de 35 minuten nadenken over de dubbele aanval van de witte koning. Ik wist dat als er geen schaak zou komen kon ik mat in 2 geven. Oneindig schaak lukt ook niet en na die lange bedenktijd speelde hij Te6. Na Dd8+ gaf hij op, zie diagram 3. Na gedacht te hebben als eerste te gaan verliezen, won ik als eerste.
Een hele mooie opsteker met nu een tussenstand van 3-2 met aan bord 6 Michiel Landman. Michiel kan vaak mooie partijen tot een goed einde brengen en de hoop van het team zal daar ook op gevestigd zijn. Helaas wist Michiel niet verder te komen dan een puntendeling zodat er nu 3½-2½ op het bord stond als tussenstand. We hebben nu de vaste spelers gehad, nu dan de beurt aan de beide invallers. Aan bord 7 was dat dan Timo van Kesteren, een jeugdtalent dat al zijn debuut had gemaakt met een fraaie overwinning in het derde team en nu dan ook in het tweede mocht invallen. Komt er dan ook nog snel een optreden in het eerste?! Ook Timo schreef commentaar: 
De partij begon met wat onnauwkeurige zetten maar de eerste echte fout werd door de tegenstander gemaakt. Hij speelde 5. Pc6, waardoor ik een vork kon dreigen, die alleen te verdedigen was door er een pion voor te zetten. Hierdoor kwam ik een pion voor te staan. Toen had ik een sterk begin van het middenspel maar het ging mis nadat mijn tegenstander de zet 12. Le5 deed. Hier had ik een pion kunnen pakken, maar toch geloofde ik mijn tegenstander die veel tijd gebruikte voor zijn zet. Ik speelde hierdoor mijn dame opzij en daardoor werd mijn voorsprong steeds kleiner. Gelukkig ruilden we na 16. bxa4 van mijn tegenstander en kwamen in een voor mij gewonnen eindspel. Mijn tegenstander had nog maar één minuut en ik wilde sneller spelen zodat mijn tegenstander ook sneller zou moeten zetten. Dit bleek echter niet slim te zijn, want door een fout van mij, had ik bijna geen voorsprong meer. Gelukkig was het nog lastig en had ik drie pionnen meer. Mijn tegenstander maakte de laatste zet een fout waardoor ik de toren kon slaan en hij gaf meteen op. Door deze fraaie overwinning van Timo werd de tussenstand een spannende 3½-3½ en moest de beslissing van bord 8 komen bij Dik van der Pluijm, die ook iets instuurde: Sommelsdijk is een leuke plaats, waar ook grotendeels mijn revalidatie plaats vond. Ditmaal was ik er voor een RSB-wedstrijd en het viel mij nogmaals op hoe vriendelijk de mensen daar zijn. Aan het laatste bord trad ik met de zwarte stukken aan tegen een jong talent van De Zwarte Pion. In de opening was daar niet veel van te merken en ik won (heel veel) materiaal. Na zet 22 van wit stond het zo:

U ziet het goed; Zwart staat compleet gewonnen en mijn engine waardeert de stelling zelfs als -6,4. Ik zag mijn tegenstander regelmatig in afgrijzen opzij kijken maar opgeven was er niet bij. 22. ...;Df5 is nu de snelste weg naar winst. Maar na het gespeelde 22. ...;Tb6 werd ik helaas moe en begon mij bovendien zorgen te maken om mijn enige zwakke punt: f7. In lichte tijdnood begon ik eerst te knoeien, daarna gaf ik een stuk weg en als sluitstuk raakte ik mijn dame aan terwijl ik schaak stond. Ik kon die dame alleen nutteloos en ongedekt tussen mijn koning en de schaak-gevende witte dame plaatsen. Dame kwijt en opgegeven. Een flinke domper, temeer daar we slechts één puntje verwijdert waren van de match-winst. Kijk daarvoor ook naar het wedstrijdformulier:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten