De meest in het oog lopende paring voor de tweede ronde van de IBC was die tussen Jan van Huizen en Martijn van Dam. Ze speelden beiden hun zetten op het scherpst van de snede, Martijn bleek daar het beste in te zijn. Hij stond Jan nog een remise toe, wist de andere partij echter te winnen. Hierdoor Martijn dus door naar de derde ronde. Nog een paring van twee bij elkaar in de buurt staande spelers op de ranglijst. Die ging tussen de zoon van Jan, Tim van Huizen, en iemand, die de sterkte van iedereen nog moet ontdekken omdat hij pas lid van de club is geworden, Albert Bijzitter. Hier hetzelfde resultaat als bij de vorige paring want Tim wist één partij te winnen en de tweede eindigde in remise. Dus toch een Van Huizen naar de derde ronde. De derde paring was tussen Bart Westdijk en Bonne Faber en hield de spanning er tot diep in de kleine uurtjes in. Er zijn twee zaken, die de gang van een partij kunnen bepalen en dat zijn ten eerste de beschikbare tijd en ten tweede de gekozen opening door de tegenstander. Omdat de beschikbare tijd tegenwoordig wordt bepaald aan de hand van ieders rating kunnen er grote verschillen ontstaan. Vooral Bonne had daar problemen mee. Hij kreeg bijna de helft van de tijd van Bart en zat eigenlijk meer op de klok te letten dan op wat er op het bord voor hem gebeurde. Maar in de eerste partij bleek dat van minder belang, omdat Bart daarin een aangevallen loper aangevallen liet staan zonder die loper een dekking te geven. Toen werd het voor Bonne dus een kwestie van "hoe breng ik dat stuk voorsprong over de streep?". Dat had makkelijker gekund als Bonne een volgend stukwinst niet over het hoofd had gezien. De dame stond namelijk aangevallen en daarom keek hij niet verder dan veiligheid voor z'n dame. Maar hij had een paard kunnen slaan met zijn loper en meteen ook de dame van Bart aangevallen. Gevolg van die tijdsdruk? Er gebeurde nog het nodige minder sterke in de partij en het eindigde met dameverlies voor Bart wegens een door hem overzien familieschaak. Nu zou dus remise in de volgende partij voldoende moeten zijn maar dat bied je niet zo snel aan, dan moet je al veel beter staan. Bonne ging nu met wit in de aanval op de koningsvleugel maar die aanval liep een beetje dood. Er kwamen nu momenten van herhaling van zetten, wat steeds op het laatste moment teniet werd gedaan. Nu wilde Bonne gaan forceren door een pion op te spelen en daarna een kwaliteit te geven. Bart loste dit goed op, hoewel hij die kwaliteit wel teruggaf. Maar hij stond nu een pion voor (vier tegen vijf) en dat wist hij goed uit te spelen waardoor het 1-1 werd en snelschaken moest gaan beslissen. Ieder weet hoe het dan kan gaan en van de eerste beide partijen werd door beiden eentje gewonnen dus werd het nu "sudden death". Daarin liep Bonne tegen mat op de voorlaatste rij aan en zo gaat Bart door naar de volgende ronde. Het was nu al ver na twaalven, snel naar huis dus.
Wat de "gewone" interne competitie betreft, daarin trof Ernst Jan Pluim Mentz de hoog opgeklommen Jan van Baardwijk. Ernst Jan had eigenlijk weinig moeite om deze klip te omzeilen en komt nog wat steviger op de eerste plaats te staan. Dan zijn op dit moment naaste concurrent, Jan van Dam. Hij werd ingedeeld tegen Leo Stelloo. Typisch eigenlijk, een tijdnoodspecialist tegen iemand, die regelmatig op tijd verliest! In deze partij kwam overigens totaal geen tijdnood om de hoek kijken, Jan wist al vrij snel voordeel te krijgen en dat over de streep te trekken. Hierna dan Thomas Ammerlaan, die kwam te spelen tegen Wilco Baartmans, die helemaal niet zo blij was met zijn tegenstander. Hij was heel verbaasd over het grote gat, dat tussen hen beiden op de ranglijst was en dat ze dan toch tegen elkaar werden ingedeeld. Maar de computer bepaald zoiets en daar heb je je maar bij neer te leggen!? Het verschil in speelsterkte bleek al snel en Wilco kreeg weinig kansen. Punt dus voor Thomas. Het volgende grote verschil was er tussen Hans van Calmthout en Julian Krabbendam. Maar hier was sprake van enige verrassing want Julian wist lang stand te houden. Maar tenslotte blijkt dan toch wel het verschil in speelsterkte. Hans won dus uiteindelijk. Melvin de Vree werd ingedeeld tegen Baris Kinis en laatstgenoemde lijkt een beetje in de hoek te zitten, waar de klappen juist niet vallen. Met andere woorden, Baris wist van Melvin te winnen. Dan nog Michiel Landman, die Frits Wilschut als tegenstander kreeg. Frits wist goed tegenstand te bieden en leek op een gegeven moment voor een grote verrassing te gaan zorgen. Hij was namelijk een kwaliteit voor gekomen. Maar toen kwam het vernuft van Michiel bovendrijven en zag Frits tot zijn verbazing zijn koning in een positie komen waaruit geen ontsnapping meer mogelijk was. Verlies voor Frits dus. De laatste partij ging tussen Kees Breen en Wim Noordermeer en daarin leek Kees boven zichzelf uit te stijgen. Althans, dat zou je zeggen bij het zien van de uitslag: winst voor Kees.
Ook nu een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten