De belangrijkste partij daarbij zou je, met enige dichterlijke vrijheid, een Van Dam tot Dam-partij mogen noemen. Het ging namelijk tussen Jan en Martijn van Dam en ze zouden daarbij veel toeschouwers een groot plezier gaan doen. Deze partij had niet slechts de langste duur, ook het gevecht om het tegengaan van het vallen van de eigen vlag (en dus hopen dat die van de tegenstander zou vallen) hield een kring van toeschouwers in de ban. Maar voordat hier sprake van kon zijn was er uiteraard al wel het nodige gebeurd. Dat had tot resultaat, dat Martijn al dicht in de buurt van dat vallen van de vlag kwam terwijl Jan daar nog ver van verwijderd bleef en - op het oog - met een betere stelling. Martijn echter beet op z'n tanden om nog in het spel te blijven, hoewel hij daar heel weinig tijd voor toegewezen kreeg. Hij produceerde steeds een goede verdediging en Jan leek de nodige moeite te hebben hem in het nauw te drijven. Het spel spitste zich nu helemaal toe op de koningsvleugel. Daar bevonden beide koningen zich en die van Martijn stond het minst veilig. De g- en de h-pion waren opgerukt en Martijn verdubbelde zijn torens op die g-lijn. Als neutraal toeschouwer was je geneigd nu te stellen dat er het beste remise zou kunnen geboden worden maar waarschijnlijk was dit hun eer te na, vooral die van Jan. Maar dan komt een oud gezegde in gedachten: wie het onderste uit de kan wil hebben krijgt het deksel op de neus. En dat overkwam Jan ditmaal, zijn pogingen om de partij naar zich toe te trekken liepen faliekant verkeerd voor hem uit, het kostte hem op zeker moment zelfs de dame en even later kon hij dus (gefrustreerd) opgeven.
Dan de beurt aan Jan van Huizen, met Michiel Landman tegenover zich. Michiel voelde zich supersterk om weer eens van een sterke tegenstander te winnen, dat moet je dan echter nog wel waar weten te maken. Jan daarentegen gaat een partij zonder hooggespannen verwachtingen in, hij probeert gewoon de beste zetten te vinden en zo minstens een leuke partij te spelen. Waarschijnlijk overspeelde Michiel zijn hand een beetje in deze partij want op een gegeven moment zag hij zich genoodzaakt de partij op te geven.
Het beloofde een leuke partij te worden tussen Sheila de Jonge en Thomas Ammerlaan. Beiden houden wel van het spelen van onverwachte zetten, wat vaak een verrassende stelling oplevert. Ook nu ging het die kant op maar Thomas wist zijn tegenstandster toch wel in vervelende problemen te brengen, wat hem torenverdubbeling op de zevende rij opleverde. Dat is vaak een basis voor minimaal materiaalwinst en dan meestal ook wel partijwinst. Zo verging het hen beiden ook, waardoor Thomas met partijwinst aan de haal ging.
Het is al wel eerder aangegeven, Kees Breen steekt in een goede vorm en daardoor is hij in de hogere regionen van de ranglijst terechtgekomen. Daar kwam hij Rik Verheij tegen en dat bleek voor hem toch wel een brug te ver. Eén van de meest kenmerkende feiten in deze partij was het feit, dat Rik op een gegeven moment zowel een betere stelling als ook voorsprong in bedenktijd had weten te verwerven. Dit bracht beiden er toe om een rookpauze (beiden zijn verwoede rokers) in te lassen, terwijl de klok rustig de minuten aftelde voor Rik. Misschien nog een beetje gesterkt door deze pauze wist Rik zijn voordeel inderdaad te gelde te brengen.
Wilco Baartmans wist enkele goede resultaten te bereiken en mocht dat deze avond proberen tegen Jacques Kokshoorn. Maar Jacques weet regelmatig leuke zetten te bedenken en daar bleek Wilco nu geen goed antwoord op te hebben, wat partijverlies voor hem betekende.
Hierna kwam de partij tussen Leo Stelloo en Bonne Faber. Daarin gaf Leo in het begin enkele - op het oog - onnodige tempi. Later probeerde Bonne in het centrum door te breken, waarop Leo verkeerd reageerde, wat hem de e-pion kostte en dankzij nu de dekking van de tweede e-pion (ontstaan door een afruil op e3) op te geven kreeg hij schaak, wat hem een toren kostte. Nu kwam hij met een aanval op pion f7 (drie keer aangevallen), waar Bonne niet adequaat genoeg op reageerde. Hierdoor kreeg Leo toch weer een beetje speelruimte, mede omdat zijn tegenstander een toren wat slordig terugspeelde. Nu ging Bonne een aanval op g2 opzetten en daar reageerde Leo totaal verkeerd op door mat in 1 te overzien. Hij speelde namelijk z'n toren naar f5 (nog een aanval op f7), waar hij naar g5 gespeeld had moeten worden. Te vroeg losgelaten was zijn commentaar.
Ook Reinier van der Wende had tijd gevonden om een partij te komen spelen en kreeg daarvoor Jan van Baardwijk als tegenstander. Jan overdacht zijn zetten weer lang, waardoor het niet zo opviel dat Reinier hetzelfde deed. Toch wist Jan niet de winnende zetten te vinden, hij verloor dan ook.
Als een soort van klap op de vuurpijl kwam dan nog Frits Wilschut tegen Wim Noordermeer. Frits deed in het begin allemaal goede zetten en Wim probeerde hem zo veel mogelijk beentje te lichten. Frits had daar toch wel de nodige moeite mee, toch wist hij een tijdje de boot nog af te houden. Maar op zeker moment leek de veer toch gebroken en moest Frits tot zijn spijt opgeven.
Hierdoor is er weer een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten