De belangrijkste partij werd gespeeld tussen Jan van Huizen en Dik van der Pluijm. Wegens afwezigheid van lijstaanvoerder Thijs van Dam zou hij zijn leiderspositie wel eens kwijt kunnen spelen bij een bepaalde uitslag van deze partij. Het werd een partij met - voor Pionierbegrippen - een hoog niveau en beiden gaven elkaar geen duimbreed toe in eerste instantie. Toch moest Dik op een gegeven moment toestaan dat Jan een pionnetje wist te winnen. Met deze voorsprong werd de eindfase bereikt, waarbij Dik al redelijk wat meer bedenktijd had gebruikt. Jan wist de in het centrum opgerukte pionnen een halt toe te roepen, wat een belangrijke reden voor zijn overwinning tenslotte betekende en hem - na het opmaken van de nieuwe ranglijst - de eerste plek daarop toekende. Achter hen op de ranglijst kwam het gevecht tussen Alex van Wieringen en Martijn van Dam. Ook tussen hen werd fors strijd geleverd, waarbij Martijn probeerde met inzet van materiaal een voordeeltje te krijgen. Maar dat lukt niet zo snel bij een Alex in vorm, die tot zover alleen voor de beker een partij had verloren. Op zeker moment kwam Martijn met twee pionnen opzetten op de koningsvleugel en het ging er enigszins benepen uitzien voor Alex. Daarbij had Martijn een kwaliteit kunnen veroveren, hij deed dit echter niet omdat het - volgens hem - weinig zoden aan de dijk zette. Nu wist Alex echter wel met twee torens het centrum vast te leggen en ook dat gevaar op de koningsvleugel lam te leggen. Na nog een flink aantal zetten gedaan te hebben kwam het - ongewild, dat nog wel - moment voor Martijn om de partij op te geven, wat hij dan ook deed. Thomas Ammerlaan moest opnieuw aantreden tegen één van de spelers in de top-tien, namelijk Jan van Dam. Thomas wist daarbij prima partij te bieden en leek goede kansen op een mooi resultaat te krijgen. Maar Jan, die ook niet van gisteren is, kon Thomas goed in bedwang houden, hoewel dit hem wel de nodige bedenktijd kostte. Zo zoetjesaan kroop het voordeel in de partij toch naar Jan, hoewel Thomas natuurlijk wel tegenspel bood. Tenslotte bleek Thomas toch aan het kortste eind te moeten trekken en verdween daarmee uit de top-tien. Voor Bonne Faber kwam, na een moeilijke periode, weer een plaatsje in de hogere regionen van de lijst en daar trof hij Sheila de Jonge aan als tegenstandster. Het werd een lange partij met meestal wit aan de goede kant van het bord qua stelling. Maar hij wist niet steeds het beste spel te laten zien en kwam zelfs wat slechter te staan. Dat kwam omdat hij een paard, dat een belangrijke centrumpion dekte, naar de rand speelde. Maar - gelukkig voor hem - wilde Sheila een beetje te veel en offerde daarbij een paard voor een aanval op de witte koning. Ze had eerst haar c-pion op moeten spelen, wat ze later overigens wel deed. Nu echter kon Bonne, met enig hangen en wurgen, het inmiddels verkregen lichte voordeel behouden, daarbij wel heel tevreden, dat hij eerder een toren naar de d-lijn had gespeeld, waardoor Sheila's dreiging geen doorgang kon vinden wegens een daardoor ontstane mogelijkheid tot verdediging wegens een schaak. Wat later overzag Bonne een mogelijkheid tot groter voordeel door zijn paard terug te trekken in plaats van er de dame mee aan te vallen. Toch kreeg hij dat voordeel omdat Sheila eerst nog een pion kwijtraakte wegens een niet te verdedigen schaak en daarna met blijkbaar dollartekens in haar ogen een stukwinst dacht te kunnen krijgen maar daarbij mat overzag. Een volgende winst voor Bonne dus. Fred van Wieringen liet Leo Stelloo alle hoeken van het bord zien volgens sommige toeschouwers. Maar dat was maar schijn, Leo verdedigde zich met hand en tand en wist dus goed stand te houden. Maar uiteindelijk moest hij toch toezien hoe Fred groot voordeel wist te krijgen op de damevleugel, zelfs tot promotie van een pion toe. Verlies voor Leo derhalve. Wie momenteel in de hoek zit waar de klappen vallen is Michiel Landman. Hij moest het nu opnemen tegen Jan van Baardwijk, die hem op zeker moment een heel vervelende penning voorschotelde. Die penning ging hem een toren kosten, hoewel hij nog via een schaakje erger probeerde te voorkomen. Maar dat liep mis en verlies was dus weer zijn deel. Wim Noordermeer deed weer eens zijn reputatie eer aan tegen Kees Breen. Maar misschien riep Kees het ook wel over zichzelf af door te weinig op veld f7 te letten. Daar sloeg Wim namelijk weer eens toe en Kees wist weinig meer te doen dan toekijken. Dat resulteerde tenslotte in verlies voor hem. Als laatste partij dan de strijd tussen Frits Wilschut en Wilco Baartmans. Frits stond al een poosje een beetje troosteloos onderaan de lijst en wist nauwelijks meer een partij te winnen, terwijl Wilco, vooral in het externe gebeuren, enige koppen had weten te snellen. Deze partij ging het daarentegen net andersom en na een poosje liepen beiden de zaal al rond, Frits met een punt op zak.
Dus weer een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten