Gespeeld werd er voor de beker tussen Michiel Landman en Dik van der Pluijm, waarbij eerstgenoemde ruim meer bedenktijd kreeg toebedeeld wegens het ruime verschil in rating. Daar wist hij te weinig van te profiteren (of misschien wist Dik steeds op tijd de goede zetten te vinden), zodat Michiel de eerste partij verloor met nog enkele minuten voor Dik maar wel met een mooie aanvallende positie. Daar wist Michiel te weinig tegen te doen, waarna de tweede partij een soort van kopie van die eerste werd. Ook nu werd het een kwestie van enkele minuten over maar een overwegende stelling. Daar zag Michiel geen brood meer in en hij gaf op, daarmee Dik succes wensend in de volgende ronde.
Thijs van Dam moest weer een aanval op zijn koppositie pareren en die aanval kwam van Jan van Huizen. Het ging langere tijd redelijk gelijk op (op het eerste gezicht) en zo ontstond er een eindspelstelling van toren, paard en pionnen voor Thijs en toren, loper en pionnen voor Jan. Even ging het er op lijken, dat Thijs zijn volgende punt zou verspelen maar Jan wist dat toch niet waar te maken. Beiden hadden een pion op de a-lijn, die pionnen werden echter afgeruild en zo verplaatste het gevecht zich volledig naar de koningsvleugel. Maar hierbij had Jan pionnen verloren e zo kreeg hij het moeilijk om een remisestelling op het bord te krijgen. Hij probeerde zelfs nog een mat te creëren langs de h-lijn, daar had Thijs echter een schaakje voor in de aanbieding om zodoende meteen plaats in te ruimen voor zijn bedreigde koning. Dit toreneindspel (paard en loper waren inmiddels verdwenen) werd Jan nu te gortig dus gaf hij op.
Jan van Dam kreeg te maken met Maurits Leentvaar en dat werd echt een partij van driftig zoeken naar een gaatje bij de tegenstander. Dat probeerde Maurits in het eindspel te vinden met het laten oprukken van zijn e- en f-pionnen maar Jan wist die aanval af te wimpelen middels koning naar het centrum en het paard dat werd aangevallen met schaak weg te spelen, tegelijkertijd een pion voor de tweede keer aanvallend. Dat werd meteen het einde van de Leentvaar-aanval en Maurits gaf de partij op.
Jacques Kokshoorn was net terug van vakantie en kreeg meteen een zware tegenstander in Hans van Calmthout. Dat bleek ook wel in de partij, vooral bij zijn "behandeling" van de b-lijn. Dat ging hem enig materiaal kosten en toen er twee stukken aangevallen kwamen te staan door een pion was het verhaal wel een beetje uit. Jacques probeerde er nog wel het beste van te maken, slaagde daar echter niet in, wat tegen een speler als Hans zeker geen schande is.
Eerder genoemde e-mail had in elk geval (waarschijnlijk) tot resultaat dat Thomas Ammerlaan na lange afwezigheid weer kwam spelen. Dat mocht hij doen tegen Bonne Faber en hij bleek in de periode van afwezigheid toch zo goed bezig te zijn geweest op internet dat hij nu een goede positie wist op te bouwen. Bonne leek steeds meer met de rug tegen de muur te komen maar had tenslotte het (grote) geluk dat Thomas zich verkeek op de stelling! Na een verkapt aanbod van dameruil plaatste hij zijn dame namelijk op een minder goed veld, waar ze werd aangevallen door een loper. Hier verkeken beiden zich eigenlijk op de stelling. Wit viel de zwarte dame en de aanvallende loper aan met een (gedekte) toren en zwart sloeg die toren met z'n dame in de waan dat hij daarmee de vijandelijke dame zou winnen. Ook wit dacht dat en verloor zodoende een toren. Maar ook hij had, met zijn dame, een zwarte toren moeten slaan (met schaak!) en zou aldus "slechts" een pion verloren zijn. Nu zag wit het niet meer zitten en gaf op.
Dan speelden ook weer eens de beide "lange denkers" van de club tegen elkaar. De partij tussen Leo Stelloo en Jan van Baardwijk werd er inderdaad eentje van de lange adem. Hierbij speelde de klok inderdaad een grotere rol want op een gegeven moment was Jan helemaal in de war en meende dat zijn bedenktijd bijna was afgelopen. Maar hij verwarde de minuten, die de klok nog aangaf, met seconden en dacht zodoende dat zijn bedenktijd bijna verstreken was. Daar ontstond nog enige commotie door, toen dat was opgelost werd er weer doorgespeeld. Ook Leo was niet goed genoeg bij de les, hij liet een loper en een paard zo naast elkaar staan dat ze door een pion konden worden aangevallen. Dat dacht hij op te lossen door met het paard Jan's dame aan te vallen om zodoende een zet later ook de loper in veiligheid te kunnen brengen. Maar hij vergat daarbij, dat die dame schaak kon geven en zo verloor hij die loper toch. Maar het werd voor hem nog veel erger want hij liet zijn dame even later in staan, wat voor hem dan opgave betekende.
De laatste te bespreken partij is die tussen Wim Noordermeer en Kees Breen, die dus beiden vrij onderaan de ranglijst bungelen. Wim weet vaak grapjes in een stelling in te bouwen, Kees bleek daar nu vrij goed tegen opgewassen. Dat resulteerde in een toreneindspel met een beide kanten nog een aantal pionnen, hoewel Kees er daarvan eentje meer had. Desondanks nam hij het remiseaanbod van Wim aan, te bang voor een eventueel te maken fout.
Hiermee is de volgende tussenstand bereikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten