Als je al kampioen bent in een groep en je moet dan een laatste wedstrijd spelen, met welke instelling ga je dan aan de slag? Maar als die wedstrijd dan eventjes aan de gang is, dan verandert die instelling toch wel. Want iedereen wil tenslotte winnen, of niet dan? Dus ook Krimpen 3!
Met één invaller (Wim van Schie voelt zich toch nog steeds niet voldoende hersteld om een wedstrijd te spelen) werd de rit naar De Pannenkoe (sommige mensen slikken de "n" aan het eind van een woord in, in Krimpen doen ze dat blijkbaar met de "k") gemaakt. Op papier leken ze een vogel voor de kat, in de praktijk kon dat echter wel heel anders uitpakken. Afwachten dus maar!
Een redelijk rustig begin aan alle borden leek het, plotseling echter werd de stilte verstoord door enige commotie zo'n beetje halverwege het speelveld. Dat bleek tenslotte bij bord 3 te zijn, waar Michiel Landman de Pioniereer verdedigde. Beide spelers hadden elkaar daar afgetast en als resultaat was er een aantal stukken richting het doosje verdwenen. Wat overbleef was een pionneneindspel en dat werd redelijk snel dichtgeschoven met remise tot gevolg.
Maar in de tussentijd ging het steeds slechter op het bord van Bonne Faber aan bord 7. Hij wist geen vuist te maken en het begin van het einde kwam toen de lange witte diagonaal open kwam met het slechts door pion g2 gedekte paard op f3 en de witveldige loper van zwart op d5, ook kijkend naar het andere (ongedekte) paard van Bonne op a2. Dus werd de muur voor de witte koning afgebroken. De zwarte dame voelde nu veel voor die diagonaal en de opengebroken koningsstelling en stevende daar op af. Hiermee kwam er ook aanval via veld c2 waar een zwarte toren binnenkwam. Het werd nog een beetje spannend toen Bonne mat kon dreigen met z'n toren op c1, de zwartspeler wist echter alles te pareren en kon enkele zetten later mat geven.
Maar gelukkig had het Pionierteam ook Sheila de Jonge meegenomen en aan bord 8 plaats laten nemen. Daar speelde ze een leuke aanvalspartij en verleidde daarmee haar tegenstander tot een blunder die hem een toren kostte en daarmee ook de partij. Nu werd de tussenstand dus weer gelijk met 1½-1½.
Als je toen de diverse posities op de andere borden bekeek dan zou het Pionierteam haar uiterste best moeten doen om nog een gelijkspel uit het vuur te slepen. Dat streven werd al snel bemoeilijkt door Fred van Wieringen, die aan bord 2 materiaal was kwijtgeraakt en een overdonderende aanval op zijn (ook al opengebroken) koningsstelling had te verwerken. Ook hier werd het een kwestie van stiekeme aanval en maar hopen dat je tegenstander het niet ziet. Maar ook deze Krimpenaar liet niet met zich sollen en haalde het punt binnen middels een toren op de voorlaatste rij, gecombineerd met zijn dame. Een 2½-1½ achterstand dus.
Maar ook dit werd weer rechtgetrokken (recht dus als je supporter van De Pionier 2 was!) en wel door invaller Jan van Baardwijk aan bord 5. Jan had opnieuw veel tijd gestoken in zijn stelling en had zo'n drie kwartier minder over dan zijn tegenstander. Na ook hier diverse afruilen resteerde een toreneindspel met Jan wel in het bezit van de enige open lijn. Na nogal wat heen en weer geschuif met Jan's bedenktijd regelmatig onder de minuut, deed zijn tegenstander een minder nauwkeurige zet waardoor Jan de stelling op kon rollen en de tussenstand daarmee op 2½-2½ te brengen.
Ook moeilijk had Martijn van Dam het aan bord 6. Ook bij Martijn werd het nodige materiaal geruild en hij raakte een paard kwijt voor twee pionnen. Maar met die pionnen wist hij wel de nodige vervelende dingen te doen, die gevaar op wisten te leveren. Dat gevaar wist zijn opponent nog wel te keren, daarbij kwam hij echter niet verder dan remise en de 3-3 tussenstand.
Teamleider Peter Derrez speelde aan bord 4 en Peter kreeg een hoopgevende stelling. Hij kwam daarbij in eerste instantie een pion voor te staan, leverde die echter later weer in. Wat hij in het hierna ontstane pionneneindspel miste bleek een gedegen kennis van de sleutelvelden te zijn, waardoor hij een gewonnen positie in remise liet verzanden, met 3½-3½ als gevolg.
Hierdoor werd de partij van Reinier van der Wende aan bord 1 beslissend voor de eindstand. Reinier speelde tegen een Chinese jongedame, die in Nederland is om in twee jaar onze taal onder de knie te krijgen. Volgens Reinier maakte ze al goede vorderingen. Die vorderingen bleken haar op het bord een beetje in de steek te laten en Reinier maakte daar dankbaar gebruik van om de betere stelling op te bouwen. Echt voordeel kreeg hij echter pas toen hij met een paard een (door een andere pion gedekte) pion op d5 ging slaan. Maar die dekkingspion stond gepend wegens een erachter staande toren van Reinier en de ervoor staande dame van zijn tegenstandster. Die dame werd dus weggespeeld, nu kreeg Reinier weer kansen middels zijn andere toren en dit paard. Zijn voordeel groeide met elke zet en zijn tegenstandster wilde nog niet opgeven maar zette een wanhoopsoffensief in, waarin ze haar hele hebben en houden stopte. Reinier liet zich niet foppen en bracht even later het winnende punt binnen voor het Pionierteam.
Hiermee zag het wedstrijdformulier er als volgt uit:
Eén van de moeilijkste wedstrijden voor De Pionier 2 dit seizoen. Het lijkt er een beetje op dat deze Krimpenaren een beetje te laat in het seizoen zijn wakkergeschoten, anders waren ze een serieuze kandidaat voor het kampioenschap geweest!
Maar in de tussentijd ging het steeds slechter op het bord van Bonne Faber aan bord 7. Hij wist geen vuist te maken en het begin van het einde kwam toen de lange witte diagonaal open kwam met het slechts door pion g2 gedekte paard op f3 en de witveldige loper van zwart op d5, ook kijkend naar het andere (ongedekte) paard van Bonne op a2. Dus werd de muur voor de witte koning afgebroken. De zwarte dame voelde nu veel voor die diagonaal en de opengebroken koningsstelling en stevende daar op af. Hiermee kwam er ook aanval via veld c2 waar een zwarte toren binnenkwam. Het werd nog een beetje spannend toen Bonne mat kon dreigen met z'n toren op c1, de zwartspeler wist echter alles te pareren en kon enkele zetten later mat geven.
Maar gelukkig had het Pionierteam ook Sheila de Jonge meegenomen en aan bord 8 plaats laten nemen. Daar speelde ze een leuke aanvalspartij en verleidde daarmee haar tegenstander tot een blunder die hem een toren kostte en daarmee ook de partij. Nu werd de tussenstand dus weer gelijk met 1½-1½.
Als je toen de diverse posities op de andere borden bekeek dan zou het Pionierteam haar uiterste best moeten doen om nog een gelijkspel uit het vuur te slepen. Dat streven werd al snel bemoeilijkt door Fred van Wieringen, die aan bord 2 materiaal was kwijtgeraakt en een overdonderende aanval op zijn (ook al opengebroken) koningsstelling had te verwerken. Ook hier werd het een kwestie van stiekeme aanval en maar hopen dat je tegenstander het niet ziet. Maar ook deze Krimpenaar liet niet met zich sollen en haalde het punt binnen middels een toren op de voorlaatste rij, gecombineerd met zijn dame. Een 2½-1½ achterstand dus.
Maar ook dit werd weer rechtgetrokken (recht dus als je supporter van De Pionier 2 was!) en wel door invaller Jan van Baardwijk aan bord 5. Jan had opnieuw veel tijd gestoken in zijn stelling en had zo'n drie kwartier minder over dan zijn tegenstander. Na ook hier diverse afruilen resteerde een toreneindspel met Jan wel in het bezit van de enige open lijn. Na nogal wat heen en weer geschuif met Jan's bedenktijd regelmatig onder de minuut, deed zijn tegenstander een minder nauwkeurige zet waardoor Jan de stelling op kon rollen en de tussenstand daarmee op 2½-2½ te brengen.
Ook moeilijk had Martijn van Dam het aan bord 6. Ook bij Martijn werd het nodige materiaal geruild en hij raakte een paard kwijt voor twee pionnen. Maar met die pionnen wist hij wel de nodige vervelende dingen te doen, die gevaar op wisten te leveren. Dat gevaar wist zijn opponent nog wel te keren, daarbij kwam hij echter niet verder dan remise en de 3-3 tussenstand.
Teamleider Peter Derrez speelde aan bord 4 en Peter kreeg een hoopgevende stelling. Hij kwam daarbij in eerste instantie een pion voor te staan, leverde die echter later weer in. Wat hij in het hierna ontstane pionneneindspel miste bleek een gedegen kennis van de sleutelvelden te zijn, waardoor hij een gewonnen positie in remise liet verzanden, met 3½-3½ als gevolg.
Hierdoor werd de partij van Reinier van der Wende aan bord 1 beslissend voor de eindstand. Reinier speelde tegen een Chinese jongedame, die in Nederland is om in twee jaar onze taal onder de knie te krijgen. Volgens Reinier maakte ze al goede vorderingen. Die vorderingen bleken haar op het bord een beetje in de steek te laten en Reinier maakte daar dankbaar gebruik van om de betere stelling op te bouwen. Echt voordeel kreeg hij echter pas toen hij met een paard een (door een andere pion gedekte) pion op d5 ging slaan. Maar die dekkingspion stond gepend wegens een erachter staande toren van Reinier en de ervoor staande dame van zijn tegenstandster. Die dame werd dus weggespeeld, nu kreeg Reinier weer kansen middels zijn andere toren en dit paard. Zijn voordeel groeide met elke zet en zijn tegenstandster wilde nog niet opgeven maar zette een wanhoopsoffensief in, waarin ze haar hele hebben en houden stopte. Reinier liet zich niet foppen en bracht even later het winnende punt binnen voor het Pionierteam.
Hiermee zag het wedstrijdformulier er als volgt uit:
Krimpen a.d.IJssel 3 | 1475 | - | De Pionier 2 | 1557 | 3½-4½ | |
1 | Donger Chen | - | Reinier van der Wende | 1698 | 0-1 | |
2 | Eric Hill | 1493 | - | Fred van Wieringen | 1693 | 1-0 |
3 | Joost van der Valk | 1524 | - | Michiel Landman | 1527 | ½-½ |
4 | Evert Hoogervorst | 1441 | - | Peter Derrez | 1575 | ½-½ |
5 | Robert Lecomte | 1576 | - | Jan van Baardwijk | 1483 | 0-1 |
6 | Henk Stam | 1525 | - | Martijn van Dam | 1477 | ½-½ |
7 | Ed Hermans | 1478 | - | Bonne Faber | 1563 | 1-0 |
8 | Peter de Weerd | 1290 | - | Sheila de Jonge | 1443 | 0-1 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten