zaterdag 24 maart 2018

Ronde 27

Weer eens een avond zonder RSB-beslommeringen, hoewel een avond later het eerste viertal wel de verre reis naar Moerkapelle diende te maken. Maar de interne partijen maakten wel veel goed, hoewel er daarvan eigenlijk te weinig waren voor een zichzelf respecterende vereniging.
Voor de tweede keer dit seizoen zaten clubkampioen Ernst-Jan Pluim Mentz en jeugdspeler Martijn van Dam tegenover elkaar. Martijn hoopt op een hoge eindklassering terwijl Ernst-Jan zijn ongeslagen eerste plek op de ranglijst hoopt te kunnen continueren. De partij begon met een gambiet dat niet werd aangenomen door Martijn. Desondanks wist hij redelijk goed stand te houden en bij hem zal de hoop op een goed resultaat langzamerhand toch gestegen zijn. Maar dan moet je er wel voor zorgen dat je, materieel gezien, gelijk blijft met je tegenstander en dus geen kwaliteit kwijtraken. En dat deed Martijn wel en dan moet je wel van heel goeden huize komen wil Ernst-Jan dat niet afmaken. Dat deed hij dus op zijn eigen manier.
Dan de partij tussen Jan van Huizen en Bonne Faber. Deze partij kende een verloop dat niet zou hoeven misstaan in de (leer)boekjes want Jan wist zijn beide lopers strategisch gericht te krijgen op Bonne's damevleugel. Deze reageerde daar te gemakkelijk op en moest op een gegeven moment erkennen dat het witte loperpaar een druk op zijn damevleugel uitoefende die niet meer tegen te gaan was. De witte toren, die inmiddels was binnengeslopen, maakte het karwei, dat op verschillende manieren afgemaakt kon worden, op een keurige manier af.
Fred van Wieringen speelde een interessante partij tegen Jan van Dam en hij wist daarbij lang niet onverdienstelijk goed stand te houden. Op een gegeven moment echter plaatste Jan een paardoffer op pion a4 en dat offer mocht niet worden aangenomen, anders zou het een loper kosten. Toch leek Fred het niet goed aan te pakken, hoewel hij dat paard even later wel in het doosje mocht doen. Hij ruilde even later de dames waar hij waarschijnlijk beter dat paard met z'n dame had kunnen slaan, wat even later mogelijk bleek. Daarbij had hij dan een steunpunt voor z'n toren kunnen krijgen waarbij Jan zijn dame kwijt had kunnen raken indien hij onoplettend geweest zou zijn. Nu echter kreeg hij een vrijpion op de a-lijn, waarbij Fred die pion van opzij aan ging vallen waar het van achteren had moeten gebeuren. Om een lang verhaal kort te houden, die pion bleek niet meer tegen te houden en leverde Jan een punt op.
Helemaal een partij om als publiek van te genieten werd gespeeld door Jan van Baardwijk en Leo Stelloo. Het werd een kwestie van elkaars stelling aftasten op mogelijkheden tot voordeel. Dat kwam er tenslotte voor Jan toen Leo een loper, die een belangrijk veld onder controle hield, wegspeelde waardoor Jan dat veld kon bezetten met een paard. Dat paard viel toen de dame en een toren aan dus dit kostte Leo een kwaliteit. Maar even later plaatste Jan een loper op datzelfde veld en liet die loper daar te lang staan. Hierdoor kon Leo weer wat in de partij terugkomen. Maar hij deed dat eigenlijk niet goed, wat hem een loper kostte. Maar Jan maakte het veel bonter en gaf, in gewonnen positie, zomaar een stuk weg bij dameruil. Hierdoor kon Leo de partij naar zich toe trekken en mocht hij het zoet van de overwinning smaken.
Een partij met veel kleine foutjes speelden Ronald van Velzen en Kees Berkhout. Maar het waren, op hun niveau, wel logische foutjes en ze hielden er daarom wel een gelijke stelling aan over. En "gelijk" betekent in dit geval ook "remise".
Dat wist Frits Wilschut niet voor elkaar te krijgen tegen Wim van Schie. Frits wist wel een leuke positie te krijgen maar kon het vervolg niet vinden en moest daarom op zeker moment Wim met de overwinning feliciteren.
Zijn naamgenoot, Frits van der Veeke, speelde tegen Sheila de Jonge, die aan het begin van de avond hoopte dat ze een gemakkelijke tegenstander zou krijgen. Maar Frits liet zich niet zo gemakkelijk onder de voet lopen en wist er tenslotte zelfs een remise uit te slepen!


De volgende avond stond dus in het teken van de RSB-wedstrijd Moerkapelle V1-De Pionier V1. Het Pionierviertal, onder leiding van teamleider Leo Stelloo, trad daarbij voor de eerste keer dit seizoen  aan in de oorspronkelijk opgegeven opstelling. Dat is de opstelling met, op volgorde van rating, Jan van Baardwijk, Leo Stelloo, Martijn van Dam en Albert Schaefer.
Laatstgenoemde, spelend aan bord 4, was de eerste, die een resultaat kon laten noteren. Daarbij leek hij zijn tegenstander compleet te overspelen, wat dan ook het eerste punt betekende.
Snel hierna wist ook Martijn te scoren aan bord 2. Blijkbaar had hij, ondanks zijn verlies van de avond ervoor, daarbij zelfvertrouwen getankt, wat in zijn spel te zien viel. Op een mooie manier haalde ook hij een punt binnen.
Hierna vroeg Jan, die aan bord 1 speelde, of hij remise aan mocht bieden gezien de stand op dat moment. Dat mocht uiteraard maar werd niet geaccepteerd door zijn tegenstander. Of die een vooruitziende blik had of niet vertelt het verhaal niet, feit is wel, dat Jan slechter ging spelen en vooral de controle over zijn klok verloor. Met andere woorden, hij verloor op tijd.
Maar intussen had Leo weten te winnen aan bord 3, hoewel dat ook niet op de meest gemakkelijke manier was gegaan. Maar hij wist met zijn dame achter de koningspositie door te dringen, waar zijn tegenstander dat aan de voorkant van de stelling had verwacht. Dat leverde Leo dus een mooi punt op en zijn team de tweede plek in de tussenstand van de groep.
Een wedstrijdformulier is niet beschikbaar op dit moment, wel kan de uitslag nogmaals worden gegeven: Moerkapelle V1-De Pionier V1 werd 1-3. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten