Ook voor het tweede Pionierteam nadert het einde van het RSB-seizoen '16-'17. Hierna nog één uitwedstrijd te spelen. De andere Pioniers speelden hun interne partijen en keken zo nu en dan met een schuin oog naar het gebeuren aan de wedstrijdtafels.
Gedurende dit seizoen leek het wel alsof er zich steeds donkerder wolken boven dit Pionierteam samenpakten. Goed begonnen met een overwinning druppelden nog slechts twee gelijke spelen binnen, waardoor het team zich toch enigszins in de degradatiezorgen ging bevinden. Om zich toch wat veiliger te voelen moest er eigenlijk wel gelijkgespeeld worden tegen deze opponent. Maar dat leek een moeilijke opgave te worden voor teamleider Peter Derrez en de zijnen.
De wedstrijd, onder leiding van wedstrijdleider Fred van Wieringen, leek rustig te beginnen, hoewel dat aan sommige borden, vooral achteraf, wel wat schijn bleek. Maar aan bord 4 bleef die rust wel gehandhaafd, hier kon Peter Derrez er niet meer dan remise uit halen.
Maar vanaf toen begon het zenuwslopende spektakel in volle hevigheid. Het eerste bord, waar toen een uitslag bekend raakte was bord 6 met Bonne Faber aan de witte stukken. Bonne leek grote moeite te hebben met het vinden van een goed plan en kwam eigenlijk steeds slechter te staan. Maar dat was plotseling voorbij toen zijn tegenstander een winstkans meende te zien en daar een loper voor offerde. Maar dat had hij foutief gezien, wat hij ook meteen zelf zag gezien zijn lichaamstaal. Maar Bonne, deze avond niet voor een kleintje vervaard, dacht bij zichzelf "wat hij kan dat kan ik beter" en offerde een toren. Vrij snel zag ook hij het foutieve van deze actie in maar het was natuurlijk al te laat en het werd hierna door zijn tegenstander foutloos uitgespeeld met Pionierverlies tot resultaat.
Inmiddels had ook Jan van Baardwijk, spelend aan bord 6, van zich doen spreken. Jan had een goed te spelen stelling bereikt, waarbij hij met zijn dame op diens vleugel, maar wel in het vijandelijke kamp, op jacht was gegaan. Maar ook Jan overzag een belangrijk feit want hij meende een pion met die dame te kunnen vatten, overziend, dat die pion gedekt stond! Die dame werd uiteraard in dank aanvaard en het bleek voor z'n tegenstander niet echt moeilijk meer om ook het punt binnen te slepen. Het werd dus steeds donkerder boven en rond het Pionierteam.
Die duisternis leek Sheila de Jonge aan bord 8 het goede zicht op haar stelling te benemen. Ook zij had eigenlijk een goed speelbare stelling op het bord gesmeten maar ook zij wist de betere voortzetting niet te vinden. In dergelijke situaties wordt het dan en logisch gevolg dat de partij wordt verloren en het Pionierteam stond met ½-3½ achter.
Nu echter had schaakgodin Caïssa zich blijkbaar achter haar oren gekrabt in de wetenschap dat ze zich eigenlijk achter het Pionierteam had willen scharen. Dat bleek allereerst aan bord 5 bij Wim van Schie. Wim had ook een goed speelbare stelling opgebouwd, echter onvoldoende om zeker te mogen zijn van winst. Maar er werd doorgespeeld en Wim wist een pion te winnen. Het werd tenslotte een toreneindspel waarin Wim met zijn laatste pion (die van zijn tegenstander waren al in het doosje beland) naar voren sloop. Ook de torens werden nog geruild maar de koning van de tegenstander kon nog steeds het promotieveld onder controle houden. Die controle liet hij echter in een onbewaakt ogenblik verslappen en Wim ging dat bezetten met zijn koning, 1½-3½ dus.
Nu echter had schaakgodin Caïssa zich blijkbaar achter haar oren gekrabt in de wetenschap dat ze zich eigenlijk achter het Pionierteam had willen scharen. Dat bleek allereerst aan bord 5 bij Wim van Schie. Wim had ook een goed speelbare stelling opgebouwd, echter onvoldoende om zeker te mogen zijn van winst. Maar er werd doorgespeeld en Wim wist een pion te winnen. Het werd tenslotte een toreneindspel waarin Wim met zijn laatste pion (die van zijn tegenstander waren al in het doosje beland) naar voren sloop. Ook de torens werden nog geruild maar de koning van de tegenstander kon nog steeds het promotieveld onder controle houden. Die controle liet hij echter in een onbewaakt ogenblik verslappen en Wim ging dat bezetten met zijn koning, 1½-3½ dus.
Er was, ondanks dit gelukje, geen mens meer in de speelzaal (behalve dus godin Caïssa) die op iets positiefs rekende voor de Pioniers. Maar aan bord 2, bij Reinier van der Wende, ging het toch vrij goed, hoewel de kansen niet hemelhoog stegen! Maar Reinier wist een, weliswaar kleine, voorsprong in tijd te krijgen en de spanning steeg in de zaal. Die spanning werd blijkbaar de speler van SOF/DZP te machtig want hij wist, ondanks de goede mogelijkheden geboden door het Fischertempo, de partij niet meer binnen de hiervoor gegeven tijd te beëindigen, 2½-3½ dus!
Maar het zou nog erger worden voor de Soffers. Teamleider Peter had waarschijnlijk alles op alles willen zetten met zijn opstelling en had daarom jeugdtalent Martijn van Dam aan bord 1 opgesteld. Martijn had al wel vaker, vooral in de interne competitie, voor onverwachte situaties gezorgd. Ook nu wist hij zich goed staande te houden, echter onvoldoende om iets groots op touw te zetten. Maar hij maakte het zijn tegenstander wel steeds moeilijker zodat deze steeds meer tijd ging gebruiken. Ook Martijn echter moest de nodige bedenktijd gebruiken. Aan het slot van de partij was de tegenstander van Martijn zo intensief met zijn stelling bezig dat het leek alsof hij zijn klok helemaal vergat. Op een gegeven moment ging zijn hand naar een stuk, dat hij wilde spelen maar dat bleek niet meer mogelijk want met veel opluchting in zijn stem riep Martijn "KLOK" en kwam het gelijk in de wedstrijd, dus 3½-3½ maar nog steeds geen positief gevoel bij de Pioniers, hoewel men natuurlijk wel steeds positiever raakte bij de stand in de wedstrijd.
Nu moest Michiel Landman proberen aan bord 3 minstens één wedstrijdpunt binnen te brengen voor het team. Gaande de wedstrijd leek de partij op remise uit te draaien want Michiel probeerde een mataanval op te zetten en zijn tegenstander stak daar steeds een stokje voor. Maar het gevolg van deze escapades was dat Michiel een vrijpion voor zijn tegenstander in de stelling liet komen en deze pion zou best wel eens het promotieveld kunnen bereiken. Maar Michiel's tegenstander zag blijkbaar nog beren op zijn weg en toonde zich bang voor een mataanval en ging niet ècht voor die pion. Toen kreeg Michiel op zeker moment de mogelijkheid om een loper en de dame van zijn tegenstander tegelijk aan te vallen met een paard. Niemand hield het verder voor mogelijk, behalve Caïssa, want niet de dame maar de loper werd weggespeeld en de tweede dame in de wedstrijd werd weggegeven. Deze was dus een stuk crucialer dan de andere want deze leverde het Pionierteam namelijk twee totaal onverwachte wedstrijdpunten op!
Dat gaf wedstrijdleider Fred de gelegenheid het volgende wedstrijdformulier te schrijven:
Door de verdere uitslagen in de groep kan het Pionierteam de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien, een toekomst die nu nog minstens één jaar het derde-klasserschap biedt!
In de interne competitie speelde Hans van Calmthout een goede partij tegen Jan van Huizen, waarbij Jan alle moeite moest doen om bij te blijven. Maar op een gegeven moment was ook dat voorbij en gaf Jan, met pijn in het hart, de partij op.
Ad van der Ree kreeg te maken met Jan van Dam en Ad wist een goede aanval op te zetten. Maar Jan had een vrijpion op de a-lijn weten te krijgen en Ad had hier de nodige moeite mee. Zoveel zelfs dat beiden op een gegeven moment niet anders wisten te bedenken dan remise.
Naast het in de gaten houden van de wedstrijd kreeg Fred van Wieringen ook te maken met Leo Stelloo. Dat zou op zich niet te veel moeite voor hem hoeven te zijn maar hij had toch een fout van Leo (die meteen werd gevolgd door een krachtterm) nodig om het punt te scoren, hoewel de partij anders ook voor Fred gewonnen zou zijn volgens eigen zeggen.
Arie Bliek had weer eens de mogelijkheid gevonden om te komen schaken (op zich wel moeilijk als je in Limburg woont) en hij kreeg deze avond te maken met Ronald van Velzen. Dat Ronald steeds beter gaat spelen merkte Arie nu aan den lijve, hoewel hij uiteindelijk toch wel aan het langste eind trok en de partij dus winnend afsloot.
Het werd weer eens een avond voor het spelen van een partij tegen elkaar door twee naamgenoten. Frits Wilschut mocht daarbij de witte stukken aanvoeren en dat deed Frits van der Veeke met de zwarte collega's. Beiden deden dit met volle overtuiging en beiden wisten niet verder te komen dan een remise.
Dat werd tenslotte ook het vonnis in de partij tussen Kees Berkhout en Casper Verbeek en beiden waren daar best tevreden mee.
De nieuwe tussenstand.
Maar het zou nog erger worden voor de Soffers. Teamleider Peter had waarschijnlijk alles op alles willen zetten met zijn opstelling en had daarom jeugdtalent Martijn van Dam aan bord 1 opgesteld. Martijn had al wel vaker, vooral in de interne competitie, voor onverwachte situaties gezorgd. Ook nu wist hij zich goed staande te houden, echter onvoldoende om iets groots op touw te zetten. Maar hij maakte het zijn tegenstander wel steeds moeilijker zodat deze steeds meer tijd ging gebruiken. Ook Martijn echter moest de nodige bedenktijd gebruiken. Aan het slot van de partij was de tegenstander van Martijn zo intensief met zijn stelling bezig dat het leek alsof hij zijn klok helemaal vergat. Op een gegeven moment ging zijn hand naar een stuk, dat hij wilde spelen maar dat bleek niet meer mogelijk want met veel opluchting in zijn stem riep Martijn "KLOK" en kwam het gelijk in de wedstrijd, dus 3½-3½ maar nog steeds geen positief gevoel bij de Pioniers, hoewel men natuurlijk wel steeds positiever raakte bij de stand in de wedstrijd.
Nu moest Michiel Landman proberen aan bord 3 minstens één wedstrijdpunt binnen te brengen voor het team. Gaande de wedstrijd leek de partij op remise uit te draaien want Michiel probeerde een mataanval op te zetten en zijn tegenstander stak daar steeds een stokje voor. Maar het gevolg van deze escapades was dat Michiel een vrijpion voor zijn tegenstander in de stelling liet komen en deze pion zou best wel eens het promotieveld kunnen bereiken. Maar Michiel's tegenstander zag blijkbaar nog beren op zijn weg en toonde zich bang voor een mataanval en ging niet ècht voor die pion. Toen kreeg Michiel op zeker moment de mogelijkheid om een loper en de dame van zijn tegenstander tegelijk aan te vallen met een paard. Niemand hield het verder voor mogelijk, behalve Caïssa, want niet de dame maar de loper werd weggespeeld en de tweede dame in de wedstrijd werd weggegeven. Deze was dus een stuk crucialer dan de andere want deze leverde het Pionierteam namelijk twee totaal onverwachte wedstrijdpunten op!
Dat gaf wedstrijdleider Fred de gelegenheid het volgende wedstrijdformulier te schrijven:
De Pionier 2 | 1547 | - | SOF/DZP 2 | 1533 | 4½-3½ | |
1 | Martijn van Dam | 1427 | - | Daniel Mulder | 1693 | 1-0 |
2 | Reinier van der Wende | 1700 | - | Cesar van Prooijen | 1617 | 1-0 |
3 | Michiel Landman | 1545 | - | Leon Struik | 1587 | 1-0 |
4 | Peter Derrez | 1566 | - | Bart Loosjes | 1520 | ½-½ |
5 | Wim van Schie | 1586 | - | Jan de Haan | 1510 | 1-0 |
6 | Bonne Faber | 1596 | - | Kees Klerk | 0-1 | |
7 | Jan van Baardwijk | 1492 | - | Gerard van der Velde | 1415 | 0-1 |
8 | Sheila de Jonge | 1464 | - | Frans Melaard | 1387 | 0-1 |
In de interne competitie speelde Hans van Calmthout een goede partij tegen Jan van Huizen, waarbij Jan alle moeite moest doen om bij te blijven. Maar op een gegeven moment was ook dat voorbij en gaf Jan, met pijn in het hart, de partij op.
Ad van der Ree kreeg te maken met Jan van Dam en Ad wist een goede aanval op te zetten. Maar Jan had een vrijpion op de a-lijn weten te krijgen en Ad had hier de nodige moeite mee. Zoveel zelfs dat beiden op een gegeven moment niet anders wisten te bedenken dan remise.
Naast het in de gaten houden van de wedstrijd kreeg Fred van Wieringen ook te maken met Leo Stelloo. Dat zou op zich niet te veel moeite voor hem hoeven te zijn maar hij had toch een fout van Leo (die meteen werd gevolgd door een krachtterm) nodig om het punt te scoren, hoewel de partij anders ook voor Fred gewonnen zou zijn volgens eigen zeggen.
Arie Bliek had weer eens de mogelijkheid gevonden om te komen schaken (op zich wel moeilijk als je in Limburg woont) en hij kreeg deze avond te maken met Ronald van Velzen. Dat Ronald steeds beter gaat spelen merkte Arie nu aan den lijve, hoewel hij uiteindelijk toch wel aan het langste eind trok en de partij dus winnend afsloot.
Het werd weer eens een avond voor het spelen van een partij tegen elkaar door twee naamgenoten. Frits Wilschut mocht daarbij de witte stukken aanvoeren en dat deed Frits van der Veeke met de zwarte collega's. Beiden deden dit met volle overtuiging en beiden wisten niet verder te komen dan een remise.
Dat werd tenslotte ook het vonnis in de partij tussen Kees Berkhout en Casper Verbeek en beiden waren daar best tevreden mee.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten