Het tweede Pionier-viertal startte ook haar RSB-programma van dit seizoen. Voor hen leek in eerste instantie de Olympische gedachte (meedoen is belangrijker dan winnen) van toepassing. Maar zat er toch meer in dan het tonen van je aanwezigheid? Verder een onverwacht grote opkomst en dus een flink aantal partijen voor de interne competitie. En geen oneven aantal spelers!
Teamleider Frits van der Veeke had even steun nodig om een team samen te kunnen stellen, voor hem was het tenslotte ook de eerste keer, dat hij met dit bijltje hakte. Maar gelukkig lukte het uiteindelijk toch en was er één invaller nodig t.o.v. de in eerste instantie bedoelde opstelling. De oorspronkelijk bedoelde speler Frits Wilschut kwam wel, toen was echter de opstelling al aan wedstrijdleider Fred van Wieringen overhandigd.
Om dan maar meteen de focus van het verslag op deze wedstrijd te richten, voor de tweede week achter elkaar mocht Wim Noordermeer plaatsnemen aan bord 1 bij een viertal-wedstrijd en nu bij "zijn eigen" team. Wim bleek opnieuw een moeilijke avond te gaan krijgen, zijn tegenstander kwam steeds meer opzetten om het punt op te gaan eisen. Maar Wim verdedigde zich zo goed en zo kwaad dit mogelijk was. Maar op zeker moment kreeg hij een doorgebroken pion op de d-lijn te verwerken. Die pion liep door tot de zevende rij en Wim's tegenstander was ook nog in het bezit van de loper van de kleur van het promotieveld, terwijl Wim daar een paard tegenover moest stellen. Je begrijpt het vervolg misschien al wel, Wim's toren, die het promotieveld had bezet werd verjaagd en het uiteindelijke gevolg was, dat Wim een stuk achter raakte en dat bleek in het eindspel te veel van het goede. De eerste nul voor het team was een feit en de andere drie borden lieten niet direct het gehoopte voordeel zien. Maar hoop doet leven!
En die hoop werd levendig gehouden door teamleider Frits van der Veeke aan bord 2. Frits blufte zich eigenlijk door de partij en kreeg daarbij zelfs een kwaliteit voorsprong. Maar een kwaliteit voorsprong hebben en de partij winnen, daar zit toch nog wel enig verschil in. Maar Frits wist het zover te krijgen dat hij een voordelige stelling kreeg op de damevleugel en daar een beetje vrij spel kreeg met zijn dame. De vijandelijke koning stond op dat moment in een redelijk open positie in het centrum en daar wist Frits hem steeds schaak te blijven geven. Tenslotte werd het dus een remise door eeuwig schaak, hoewel er misschien wel meer in zou hebben gezeten voor Frits. Maar in het teambelang zette hij in op dit eeuwig schaak patroon.
Dat bleek achteraf een goede keuze te zijn geweest, aan bord 3 wist Ronald van Velzen een mooie stelling op te bouwen. Daarbij had hij zijn dame op de (open) lage zwarte diagonaal geplaatst, waarop de toren van de damevleugel zich nog in de startpositie bevond. Maar wat belangrijker was, die toren stond daar ongedekt en toen er een andere zet werd gedaan dan die toren te beveiligen sloeg Ronald meteen toe, hier had hij al een poosje op zitten hopen! Deze achterstand wist de tegenstander van Ronald niet meer om te buigen naar een voor hem hoopgevende stelling en het verhaal eindigde dan ook in een mooie overwinning voor Ronald.
Naast het zo te zeggen debuut van dit viertal in de RSB-competitie was er nog een debuut en wel voor Kees Berkhout, als vervanger voor Frits Wilschut. Toch wel een mooi begin van een lidmaatschap bij De Pionier voor hem, eerst twee verliespartijen voor hem, dan een remise (tegen Frits Wilschut!) en dan nu debuteren in de RSB-competitie. Dat leek al vrij snel goed te gaan, hij wist een stuk te winnen, dan komt echter vaak het probleem: hoe breng ik deze voorsprong tot een goed einde in de partij? Het leek even fout af te gaan lopen, de tegenstander kreeg een mooie vrijpion, die uiteindelijk op wist te rukken naar de tweede rij. Maar daar wist Kees hem af te stoppen met een toren en een loper, terwijl ook zijn koning zich begaf naar het bedreigde veld. Maar niet slechts verdedigend deed Kees duiten in zakjes, ook aanvallend. Want ook hij kreeg een vrijpion. De vrijpion van zijn tegenstander verdween tenslotte in het doosje, na enige tijd gelonkt te hebben naar een promotie tot dame, waarna die materiële voorsprong steeds zwaarder ging wegen. De beide nog aanwezige torens werden afgeruild, waarna Kees het snel af had kunnen maken door zijn loper naar c3 te spelen, waarna z'n vrijpion niet meer te stoppen zou zijn geweest. Maar, je kunt tenslotte niet alles hebben, dit overzag Kees. Toch kreeg hij tenslotte de beloning, die hij eigenlijk wel had verdiend, een niet meer af te stoppen vrijpion op de h-lijn, zodat het uiteindelijke vonnis, zowel in deze partij als in de totale wedstrijd, werd geveld, met een mooi debuut voor Kees Berkhout!
Het wedstrijdformulier van Fred van Wieringen zag er zo uit:
De Pionier V2 | 1310 | - | H.I.Ambacht V1 | 1251 | 2½-1½ | |
1 | Wim Noordermeer | 1426 | - | Eelco Vanlerberghe | 1537 | 0-1 |
2 | Frits van der Veeke | 1334 | - | Frans Brekelmans | 1246 | ½-½ |
3 | Ronald van Velzen | 1171 | - | Henk Pasveer | 1250 | 1-0 |
4 | Kees Berkhout | - | Tjerk Busstra | 971 | 1-0 |
Dan verder met de interne competitie. Daarin speelden de grote kemphanen Ernst-Jan Pluim Mentz en Jan van Dam tegen elkaar. Daarbij probeerde Jan het spelletje een beetje als zijn tegenstander te spelen maar moest langzamerhand erkennen dat dit hem niet zo makkelijk afging. Langzamerhand verloor hij de macht over zijn stukken, wat tenslotte verlies betekende.
Hans van Calmthout trof oude bekende Ben Blakmoor tegenover zich en Ben probeerde met slimme zetjes de partij naar zich toe te trekken. Maar hij bleek daar tegen Hans geen succes mee te hebben want Hans doorzag Ben's plannen allemaal en gaf hem niet de kans om de partij te winnen, dat deed hij liever zelf!
Ook al was hij wedstrijdleider, Fred van Wieringen wilde nu eens graag ook zelf een partij spelen en trof daarbij in Bonne Faber een makkelijk slachtoffer. De opening ging voor beiden redelijk zoals het hoort, Fred wist echter de goede vervolgzetten te bedenken waar Bonne daar faliekant in tekortschoot. Toen dat een stuk ging kosten gaf Bonne maar op.
Een hele andere partij speelde Leo Stelloo tegen Jan van Huizen. Waarschijnlijk wordt Leo toch wat onderschat, misschien wel het meeste door Leo Stelloo! Hij wist het Jan dan ook behoorlijk moeilijk te maken met veel druk op Jan's koningsvleugel. In het vervolg zal Leo toch iets gemist hebben want met veel gehang en gewurg wist Jan tenslotte toch de overhand te krijgen en uiteindelijk ook de partij te winnen. Maar complimenten voor Leo voor zijn agressieve spel.
Ad van der Ree en Wim van Schie speelden een rustige partij, waarin Ad langzamerhand iets voordeel kreeg. Maar Wim verdedigde zich taai, zodat het toch nog een lange zit werd voor Ad. Maar tenslotte haalde hij wel de winst binnen.
Het duurde net iets langer dan de partij tussen Fred en Bonne maar ook Michiel Landman en Sheila de Jonge haalden snel het einde van hun partij met als resultaat dat Michiel met een tevreden gevoel en een punt naar huis ging.
Het krachtsverschil tussen Jan van Baardwijk en Dik Roeffel bleek al snel maar Dik bleef taai zijn verdediging voeren zodat Jan nog veel moeite moest doen voor het punt dat hij uiteindelijk toch wel mee naar huis mocht nemen.
Arie Bliek kwam maar moeilijk op gang tegen Rob van Wijgerden. En Rob was er de man niet naar om daar niet van te profiteren. Dat ondervond Arie dan ook aan den lijve met als resultaat het verlies van een punt.
Tenslotte Frits Wilschut en Casper Verbeek. Zou Frits met zijn gedachten toch een beetje bij de wedstrijd van "zijn" viertal hebben gezeten? Waarschijnlijk toch niet alhoewel hij op een gegeven moment toch wel een combinatie van en door Casper overzag met verlies tot gevolg.
De nieuwe standen.
Hans van Calmthout trof oude bekende Ben Blakmoor tegenover zich en Ben probeerde met slimme zetjes de partij naar zich toe te trekken. Maar hij bleek daar tegen Hans geen succes mee te hebben want Hans doorzag Ben's plannen allemaal en gaf hem niet de kans om de partij te winnen, dat deed hij liever zelf!
Ook al was hij wedstrijdleider, Fred van Wieringen wilde nu eens graag ook zelf een partij spelen en trof daarbij in Bonne Faber een makkelijk slachtoffer. De opening ging voor beiden redelijk zoals het hoort, Fred wist echter de goede vervolgzetten te bedenken waar Bonne daar faliekant in tekortschoot. Toen dat een stuk ging kosten gaf Bonne maar op.
Een hele andere partij speelde Leo Stelloo tegen Jan van Huizen. Waarschijnlijk wordt Leo toch wat onderschat, misschien wel het meeste door Leo Stelloo! Hij wist het Jan dan ook behoorlijk moeilijk te maken met veel druk op Jan's koningsvleugel. In het vervolg zal Leo toch iets gemist hebben want met veel gehang en gewurg wist Jan tenslotte toch de overhand te krijgen en uiteindelijk ook de partij te winnen. Maar complimenten voor Leo voor zijn agressieve spel.
Ad van der Ree en Wim van Schie speelden een rustige partij, waarin Ad langzamerhand iets voordeel kreeg. Maar Wim verdedigde zich taai, zodat het toch nog een lange zit werd voor Ad. Maar tenslotte haalde hij wel de winst binnen.
Het duurde net iets langer dan de partij tussen Fred en Bonne maar ook Michiel Landman en Sheila de Jonge haalden snel het einde van hun partij met als resultaat dat Michiel met een tevreden gevoel en een punt naar huis ging.
Het krachtsverschil tussen Jan van Baardwijk en Dik Roeffel bleek al snel maar Dik bleef taai zijn verdediging voeren zodat Jan nog veel moeite moest doen voor het punt dat hij uiteindelijk toch wel mee naar huis mocht nemen.
Arie Bliek kwam maar moeilijk op gang tegen Rob van Wijgerden. En Rob was er de man niet naar om daar niet van te profiteren. Dat ondervond Arie dan ook aan den lijve met als resultaat het verlies van een punt.
Tenslotte Frits Wilschut en Casper Verbeek. Zou Frits met zijn gedachten toch een beetje bij de wedstrijd van "zijn" viertal hebben gezeten? Waarschijnlijk toch niet alhoewel hij op een gegeven moment toch wel een combinatie van en door Casper overzag met verlies tot gevolg.
De nieuwe standen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten