Op papier leek dit een gelopen zaak voor het Pionierteam te worden. Maar men weet al sinds jaar en dag dat men de huid niet moet verkopen voordat men de beer heeft geschoten! Nu hadden overigens de spelers van 3-Torens 2 geen echte overeenkomsten met beren!?
Vol goede moed namen de 8 Pioniers plaats achter de borden, net als hun Berkelse tegenstanders. Zou het Pionierteam die papieren "meerwaarde" ook in reële cijfers om weten te zetten of zouden de Berkelse spelers hun underdog-positie kunnen ontstijgen?
Bij een dergelijke aankondiging ben je geneigd er "lees en huiver" bij te zetten!
Het ging eigenlijk al (veel te snel, als je een Pionier-supporter bent) meteen nachtmerrieachtige proporties krijgen want aan bord 2 bleek Michiel Landman helemaal uit zijn gewone doen. Normaliter speelt hij partijen waarbij je je afvraagt of hij alles wel goed heeft bekeken maar vaak komt alles dan toch nog op z'n pootjes terecht. Nu bleek dat toch niet zo en het eerste verliespunt was een feit.
Relatief snel hierna volgde Rob van Wijgerden, spelend aan bord 4. Rob speelde weer eens een aanvallende partij, waarbij hij bijv. een toren lange tijd en prise liet staan. Maar z'n tegenstander wilde die kwaliteit niet en streefde hogere zaken na. Rob ging nu volop voor mogelijkheden van en op de achterste lijn maar vond daar niet wat hij zocht. De stelling had als kenmerk een openliggende koningsvleugel gekregen en daar werd een vrije h-pion Rob noodlottig en kwam het Pionierteam op een 2-0 achterstand.
Maar het werd nog erger, aan bord 5 probeerde Bonne Faber met eigenlijk te kleine middelen voor de winst te gaan. Op een gegeven moment leek hij dan nog de helft daarvan te kunnen scoren, daar vond hij echter te weinig voldoening in en er werd doorgespeeld in de remiseachtige stelling. Daar verkeek Bonne zich grandioos op, zodat korte tijd later de 3-0 een feit werd.
Maar nu schrok Caïssa blijkbaar wakker, zich haar verplichtingen aan het Pionierteam herinnerend en de helpende hand toestekend aan bord 1 bij Reinier van der Wende. Reinier speelde een moeilijke partij, daarbij tenslotte wel een mooie open e-lijn bezettend met dame en beide torens. Dat was allemaal nog goed onder controle te houden door de topman van de tegenpartij. Maar dan moest zijn dame wel veld e8 blijven bestrijken. Maar hij speelde die dame naar een ander veld, waardoor Reinier een toren kon slaan op d6, die niet teruggenomen kon worden wegens mat op e8. Door dit nu "gekregen" punt werd er enig licht aan het einde van de tunnel zichtbaar voor de Pioniers.
Er zou echter nog meer moois voor hen volgen, aan bord 6 bij Wim van Schie. Wim leek hemel en aarde te bewegen om voordeel te vinden in z'n stelling, slaagde daar echter nauwelijks in. Wel wist hij tenslotte met een toren de achterste lijn te bereiken, waar deze toren schaak gaf en terzelfder tijd een ongedekt stuk aanviel. Dus leek hij een stuk vóór te komen en dat was voor zijn tegenstander voldoende om op te geven. Hij overzag echter - en werd daar door teamgenoten ook meteen op gewezen - dat zijn koning die toren en een loper van Wim tegelijkertijd aan kon vallen, waardoor dat stuk weer werd terugverdiend. Het had nog een moeilijk slot kunnen worden, nu werd het een met veel genoegen door de Pioniers begroette 3-2 tussenstand.
En ze bleven doorgaan op de bij bord 1 ingeslagen weg want teamleider Peter Derrez, spelend aan bord 3, ging nu met hernieuwde hoop verder met de jacht, waarmee hij al een poosje bezig was. Hij wist daarbij tenslotte zijn tegenstander zo in het nauw te brengen dat deze opgaf en de 3-3 tussenstand kon worden genoteerd.
Zou het wonder van Berkel dan toch plaats gaan vinden voor het Pionierteam? Daarvoor moesten de laatste beide borden de beslissing brengen. Aan bord 7 speelde daar Sheila de Jonge een mooie partij, waarbij ze een mooie pionnenlijn kreeg van f5 tot d3. Reken daar nog een toren bij die de voorlaatste rij onder controle hield waarbij de vijandelijke koning zijn beide torens uit elkaar hield en de uitslag krijgt al enige vorm. Met een prachtig loperoffer besliste Sheila nu de partij, waarbij haar tegenstander de keus kreeg weg te lopen met zijn koning om dan mat te worden gezet of de loper slaan en zodoende schaak te krijgen met verlies van z'n tweede toren en dan het langzaam maar zeker opmarcheren van die pionnen. Er werd voor het eerste gekozen, waarschijnlijk ook wegens het niet gezien hebben van het mat dat er op volgde en - met grote dank aan Caïssa - het Pionierteam kwam op een 3-4 voorsprong.
Zat er dan toch nog een, gezien het begin van dit gevecht, verrassende winst in? Dat zou Wim Noordermeer dan voor elkaar moeten brengen aan bord 8. In de slotstelling leken er kansen voor hem besloten te liggen maar had hij wel af te rekenen met een dreigend mat middels pion, paard en toren op de koningsvleugel. Wim trok nog ten aanval, hopend op een succesje met zijn toren. Maar Caïssa vond dat ze genoeg had gedaan voor de Pioniers en Wim moest nu lijdzaam toezien dat genoemd mat aan hem werd voltrokken. Een onverwacht moeilijke avond dus met een vredelievend slot zoals het wedstrijdformulier laat zien. "Je speelt met het hele team voor de uitslag en met z'n allen bereik je dan het resultaat" aldus teamleider Peter.
3-Torens 2 | 1400 | - | De Pionier 2 | 1550 | 4-4 | |
1 | Arjen Hofman | 1686 | - | Reinier van der Wende | 1700 | 0-1 |
2 | Hans van der Burg | 1482 | - | Michiel Landman | 1545 | 1-0 |
3 | Patrick Smaal | 1512 | - | Peter Derrez | 1566 | 0-1 |
4 | Jan Gerkes | - | Rob van Wijgerden | 1514 | 1-0 | |
5 | Cok van Grevenbroek | 1403 | - | Bonne Faber | 1596 | 1-0 |
6 | Giovanni Netten | 1121 | - | Wim van Schie | 1586 | 0-1 |
7 | Jan Breugem | 1362 | - | Sheila de Jonge | 1464 | 0-1 |
8 | Hans Kunnen | 1234 | - | Wim Noordermeer | 1426 | 1-0 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten