zondag 1 juni 2014

Snelschaakfinale en ronde 36

Eindelijk stond de snelschaakfinale op het programma. Helaas was Johan Seinen afwezig, ondanks diverse pogingen hem te pakken te krijgen. Sheila de Jonge viel voor hem in, hoewel Thijs van Dam ook graag van zijn recht had gebruikgemaakt.
In een uitstekende sfeer speelden de zes geplaatsten hun partijen; het leek zijn ouders verstandiger om Thijs niet deel te laten nemen. In de eerste ronde startten zowel Michiel Landman als Fred van Wieringen als Ernst-Jan Pluim Mentz uitstekend, allen wonnen ze, van resp. Sheila de Jonge, Jan van Dam en Ad van der Ree. Maar één zwaluw maakt nog geen zomer, zo ondervond veelvoudig snelschaakkampioen Ernst-Jan in ronde twee. Daarin kreeg hij te maken met Jan van Dam en Jan deed zijn zetjes net ietsje sneller dan zijn tegenstander. Daarbij maakte hij eigenlijk geen fouten, tenminste niet zo opvallend dat Ernst-Jan er misbruik van wist te maken. Je voelt het al aankomen, het ging beslist worden op tijd. Hierbij ging het zoals vaak, een uiterst geagiteerd gebeuren en het materiaal vloog over het bord. Gelukkig ging alles wel reglementair en de klok van Ernst-Jan gaf als eerste "00.00" aan. Maar, helaas voor hem, Jan had nog slechts een kale koning, de partij werd dus remise. Maar dit gaf bij de anderen toch wel een vonkje van hoop op een eindresultaat met na 4 jaar eens een andere naam als kampioen. Verder wonnen nu eens de zwartspelers, Ad van Sheila en Fred van Michiel.
Maar Ernst-Jan bleek nauwelijks aangeslagen, hij won nu van Michiel in ronde 3. Ook Fred won weer als witspeler, dat deed hij van Sheila. De partij tussen Ad en Jan had nog een ècht snelschaakverloop, om de beurt lieten ze iets in staan en op een gegeven moment vlogen de stukken weer in het rond. Maar Jan had klaarblijkelijk ruggengraat van zijn partij tegen Ernst-Jan gekregen, hij hield zijn zenuwen het meest in bedwang en won tenslotte. Dit leverde hem echter wel een bijnaam op in de gedachten van Ad.
In ronde 4 wonnen weer alle zwartspelers: Jan van Sheila, Ad van Michiel en Ernst-Jan van Fred.
Dan, in de laatste ronde voor de pauze, werd alles weer omgedraaid, nu wisten alle witspelers te winnen. Ernst-Jan deed dat tegen Sheila, Ad tegen Fred en Jan won van Michiel.
Na zich allemaal weer gelaafd te hebben en enigszins bijgekletst te hebben startte ronde 6. Nu wisten de spelers hun zaakjes overigens niet net zo te spelen als in de vorige ronde, dat ze tegenover elkaar zaten. Want nu won Sheila (haar eerste overwinning deze avond overigens) van Michiel en Jan van Fred. Maar Ernst-Jan wilde toch de beste worden en won opnieuw van Ad.
In ronde 7 bleek Ad een ronde in de war want hij meende dezelfde tegenstander te krijgen als in ronde 3 en verhoogde de hilariteit toen, na zijn uitroep "moet ik weer tegen die engerd", toen bleek, dat hij niet tegen Jan maar tegen Sheila moest. Sheila strafte dit meteen af door haar tweede partij van de avond te gaan winnen! Maar ook Ernst-Jan strafte af, nu wist hij wel van Jan te winnen. Fred won tenslotte weer van Michiel.
In ronde 8 bleek de koek weer op bij Sheila, ze verloor van Fred. Ook Michiel verloor, hoewel een verlies van Ernst-Jan geen schande is. Jan won weer van Ad.
Weer was het de beurt aan de witspelers, Jan won van Sheila, Ad van Michiel en Ernst-Jan van Fred.
Dan tenslotte de laatste ronde. Hierin stelde Ernst-Jan zijn (vijfde op rij en zevende in totaal) titel veilig door van Sheila te winnen, won Ad van Fred en verloor Michiel van Jan.
Ondanks alle commotie ontstond toch een eindstand:
nr.
Naam                .                
r.1
r.2
r.3
r.4
r.5
r.6
r.7
r.8
r.9
r.10
Totaal
1
Michiel Landman
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
2
Fred van Wieringen
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
5
3
Ernst-Jan Pluim Mentz
1
½
1
1
1
1
1
1
1
1
4
Ad van der Ree
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
5
5
Jan van Dam
0
½
1
1
1
1
0
1
1
1
6
Sheila de Jonge
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
2
Maar er werd meer geschaakt deze avond want de andere aanwezige leden speelden ronde 36 van de interne competitie. Daarin mocht Alex van Wieringen proberen op te tornen tegen Jan van Huizen. Dat ging niet makkelijk, eigenlijk al vanuit de opening kreeg Alex het gevoel, dat het niet zou gaan lukken. Maar, desondanks, ging hij toch zijn uiterste best doen, hoewel het wel veel bedenktijd kostte. Jan wist een stelling voor elkaar te krijgen, waarin hij een overwegende druk opbouwde tegen de witte koning. Maar Alex verschool die koning op h1, achter - vooral - zijn g-pion. Jan had een open f-lijn in handen gekregen (waarop zijn dame en een toren geposteerd werden) en daarlangs zou het moeten gebeuren, samen met z'n zwartveldige loper. Alex had daarentegen zijn torens verdubbeld op de e-lijn (e1 en e2), zijn (witveldige) loper stond de f1-a6 diagonaal te bewaken en zijn dame hield zich onledig op de koningsvleugel. Maar Jan wist hier toch geen mooi garen van te spinnen en kwam steeds dichter bij dezelfde bedenktijd als Alex. Hij meende tenslotte een brandpunt op f1 gevonden te hebben en speelde daarom z'n loper naar e5 om veld h2 van de witte koning af te nemen. Daarbij verloor hij echter de belangrijke functie van die loper (het beschermen van de doorgebroken pion op e3) uit het oog, waar hij waarschijnlijk beter zijn zware materiaal langs de f-lijn had kunnen tripleren. Maar, helaas voor hem, ook Alex overzag het een en ander en speelde geen Te2xe3 (daarmee meteen zijn loper het zicht op f1 teruggevend) maar een zet met die loper; hij was er in gedachten waarschijnlijk al een beetje vanuit gegaan dat remise binnen handbereik was. Nu zal hij zich hoogstwaarschijnlijk rot geschrokken zijn toen de zwarte dame met een plof op f1 belandde! Om zijn gram te halen sloeg hij die dame nog wel, wel wetend, dat het hierop volgende Txf1 mat zou zijn.
De speler, die steeds meer van het spelletje lijkt te gaan begrijpen, is Leo Stelloo. Dat heeft hij de laatste weken al een beetje bewezen met zijn spel, met de vorige ronde een remise tegen Rik Verheij als z'n hoogtepunt. Nu moest hij dit alles proberen te bewijzen tegen Bonne Faber. Maar (misschien bedoeld als het in slaap sussen van de tegenstander) dan moet je in de opening geen onnodige tempi gaan verliezen met je loper, door deze (op dat moment onnodig) in 3 zetten van c4 naar a2 te spelen en dan ook nog eens het vaak een aanknopingspunt gevende h3 te spelen. Maar Bonne speelde ook het niet echt nodige h6 om de loper van g5 te verjagen, dus dat bracht e.e.a. een beetje in evenwicht. Bonne zette alles een beetje op één kaart door op de damevleugel naar voren te stormen met z'n materiaal terwijl Leo stiekem aan een aanval op de koningsvleugel bouwde. Dat begon met het opspelen van de e-pion naar e5, daarmee het paard van f6 verjagend. Hierna wist Leo de gevaarlijke batterij (Lb1 en Dc2) op te stellen, mede dankzij de tempowinst van c2-c3, daarmee een zwart paard enigszins terug naar de stal jagend. Dankzij het nu dreigende mat op h7 was Bonne wel verplicht zijn complete pionnenbescherming voor zijn koning naar voren te spelen. Nu had Leo meteen toe moeten slaan met het voor sommigen nog zo onbekende en-passant slaan, hij haalde er echter een paard bij. Het gevaar voor Bonne kon nu een beetje worden bezworen door de afruil van een stel paarden en het brengen van meer materiaal naar de bedreigde koningsvleugel. Er ontspon zich nu een gevecht rond de f-lijn, waarbij Bonne deze veel te snel opende, daarmee Leo weer aanknopingspunten gevend. Om nog meer druk op die f-lijn te zetten offerde Bonne een paard tegen een pion, wat er in eerste instantie wel leuk uitzag, op termijn echter juist aanvalslijnen voor Leo openend. Wat later dacht Bonne een stuk te kunnen winnen, daarbij echter wel een diagonaal richting zijn koning openend. Daar had Leo gebruik van kunnen maken door zijn dame op die diagonaal te plaatsen, hij koos echter (mede dankzij zijn groeiende tijdnood: Leo nog rond de 10 minuten en Bonne meer dan een uur) voor dameruil. Hierna werd ook dat al eerder genoemde stuk gewonnen en kwam het eindresultaat al redelijk in beeld. Met het in hoge tijdnood plaatsen van beide torens op dezelfde diagonaal (daar had Bonne nog een loper voor) beëindigde Leo ongewild de partij. Hij had eigenlijk meer verdiend dan verlies, moet dan echter wel flink werken aan de beheersing van zijn tijdsindeling!
Voor Arie Bliek was dit al weer zijn derde Pionierpartij op rij, normaliter verdeelt hij zijn schaakavonden tussen Ashtapada en De Pionier, echter, omdat De Pionier noodgedwongen uitweek naar de vrijdagavond werd het Arie makkelijker gemaakt om langs te komen! Nu trof hij Dik Roeffel op zijn pad, iemand, die ook wat meer plezier aan de vrijdagavond als schaakavond beleeft. Arie zat in de partij af te wachten totdat zijn tegenstander foutjes zou gaan maken en dat lukte redelijk goed. Maar dat wil uiteraard niet zeggen, dat ook Arie zijn foutjes niet maakte. Maar Dik maakte er wat meer en daardoor wist Arie tenslotte het punt naar zijn kant van de tafel te trekken.
Dan speelde Trudy Angeneind nog weer eens tegen Frits Wilschut. Je mag eigenlijk Frits wel de gelukkigste schaker van deze avond noemen want Trudy kwam op een gegeven moment redelijk huizenhoog gewonnen te staan, ze wist echter niet de juiste zetten voor het moment te vinden. Dus kwam Frits weer langzamerhand aan de betere kant van de stelling te zitten. Frits wist toen wel de juiste zetten te vinden en ging er tenslotte ook met het volle punt vandoor.

Bijgaand de stand na ronde 36.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten