Je zou verwachten, dat beide verenigingen ongeveer even groot zouden zijn, gezien het aantal ingeschreven achttallen. Maar Spijkenisse hoort al jaren bij de top-tien van de RSB en De Pionier al lang niet meer. Met één invaller trok het Pionierteam enkele kilometers oostwaarts en Bart Westdijk was zo vriendelijk behulpzaam te zijn bij het maken van een verslag!
Dat Spijkenisse een grotere schaakvereniging heeft dan Hellevoetsluis is meteen merkbaar als je hun locatie betreedt. De Boekenberg is namelijk veel indrukwekkender dan de Petrakerk, hoewel het daar toch enigszins gezelliger aandoet. Maar dat kan uiteraard ook aan de mensen liggen?!
De wedstrijd begon voorspoedig voor de Pioniers. Aan bord 8 had Michael Smalheer de indruk, dat zijn tegenstander nauwelijks lette op wat er op het bord gebeurde. Zo kon Michael al snel - er was nog nauwelijks een uur voorbij - de partij naar zich toe trekken en stonden de Pioniers dus met 0-1 voor. Maar als zo vaak, mooie liedjes duren nooit lang en dat merkten invaller Kees Breen aan bord 7 en teamleider Wilco Baartmans aan bord 5 sneller dan hun lief was!
Ook Wim Noordermeer aan bord 2 deelde in die malaise, hij had echter het excuus dat hij tegen de speler met de hoogste rating van de tegenstanders moest spelen. Wel kon hij zijn geliefde opening spelen, ging echter in de fase tussen opening en middenspel in de fout toen hij een pionzet van z'n tegenstander verkeerd inschatte. In plaats van die pion te elimineren ging hij voor kwaliteitswinst, wat hij even later kon bezuren omdat die pion doordrong tot de zevende rij en daar toren en dame tegelijk aanviel. De pion was overigens wel gedekt door een toren. Zo kostte het Wim dus een toren voor een pion en die kwaliteit had nauwelijks iets te betekenen. Na nog een aantal zetten bleek Wim zelfs twee stukken achter te staan en dat was, zelfs voor hem, te veel van het goede. Zo werd de stand dus al snel 3-1 voor de thuisploeg. Toch deed het Pionierteam iets terug en met name Bart Westdijk aan bord 4. Zelf schrijft hij daarover het volgende: in mijn eigen partij ontstond op een
gegeven moment de volgende stelling:
Hierbij speelde mijn tegenstander, met
wit, Tb7+??. Dit was een weggever van de toren, want Txb7 wint een
toren voor zwart. Hoofdschuddend en zuchtend aanschouwde mijn
tegenstander zijn fout met de woorden: “Wat ik wil werkt helemaal
niet”. Hij overzag ...;Txb7 en mogelijk hoopte hij op ...;Ke6 na zijn - Tb7.
Hierna zou - Dxa5;Txa5 - Txb8 gespeeld worden wat voor hem een toren zou
winnen. Dit werd niet gespeeld en hierna was het een kwestie van
uitspelen. Dus een tussenstand van 3-2. Hierna kwam Bonne Faber aan de beurt aan bord 1. Hij kwam niet geweldig uit de opening, getuige volgende positie na een kleine twintig zetten:
Zwart heeft namelijk het loperpaar en de ruimte om het centrum met zijn beide torens aan te vallen. Maar er kwam verandering toen Bonne de - inmiddels op c8 gelande zwarte loper - aanviel. Het leek er op dat de zwartspeler hier zo van schrok dat hij zijn loper naar f5 speelde waar hij werd afgeruild. Toen maakte zwart de grote fout om meteen terug te slaan (zie diagram), waar ...;Tc6 de bijna winnende zet
zou zijn geweest. Nu won Bonne dus een pion en bood de tegenstander na - Dxf5;Td1+ - Txd1;Dxd1+ - Kh2;Dd6+ - g3;b5 remise aan. Na overleg met de teamleider, wiens reactie was "beslis zelf maar" en na enig nadenken speelde Bonne verder. Er was geen directe winst te ontdekken maar - gezien het spel van de tegenstander - kreeg Bonne vertrouwen om het er maar op te wagen. Na enkele zetten zou er immers herhaling van zetten of eeuwig schaak in kunnen zitten. Maar zwart bleef minder goede zetten spelen en zo ontstond na nog een aantal zetten de volgende stelling:
Dit had zwart makkelijk op kunnen lossen met een koningszet. Maar hij speelde de zo ongeveer slechtste zet die je kunt bedenken: ...;Lf6??. Die loper werd natuurlijk geslagen want terugslaan zou, na - Pe4+ dameruil hebben betekend. Dus koos zwart nu wel voor een koningszet en moest Bonne nog een poosje spitsroeden lopen totdat hij in bijgaande positie
Nu kreeg hij met - Dd6 de kans om dames te ruilen en daarna, na ...;Kf7 - Dxe6+;Kxe6 - Pc7+, kon er nog een pion worden gewonnen. Bonne kreeg tenslotte nog de mogelijkheid een dame te halen met zijn b-pion. Maar dat was niet meer nodig want toen die pion de zesde rij had bereikt en de zwarte koning nog het paard had geslagen, gaf de zwartspeler op en werd het 3-3. Maar daar bleef het bij voor de acht Pioniers. Leo Stelloo had aan bord 3 een prima stelling bereikt en had de zwarte koning helemaal in de hoek gedreven. Maar hij kwam net een zet tekort om het punt binnen te halen. Leo moest na afloop zijn gram nog even halen en haalde één van zijn stokpaardjes van stal: schaaketiquette. Want wat was er gebeurd? Bijna na elke gespeelde zet zat zijn tegenstander met zijn vingers op de tafel te trommelen en daar ergerde Leo zich dus flink aan. Zo werd het dan 4-3 en kwam de zware taak om nog een wedstrijdpunt binnen te halen neer op de smalle schouders van Baris Kinis aan bord 6. Er kwam veel belangstelling voor het slot van deze partij. Maar het mocht Baris tenslotte toch niet lukken om de
achterstand in tijd en de twee pionnen, die hij achter stond, nog goed te maken. Hij kwam nog heel dichtbij maar verloor tenslotte op tijd.
De beide foto's bij dit verhaal zijn overigens gemaakt door Bart. Dank daarvoor!
Dan ook nu weer een wedstrijdformulier:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten