zondag 8 december 2024

HHC r.13 en ronde 2 IBC

De eerste vier indelingen voor de tweede ronde van de bekercompetitie zijn gespeeld. Wel enkele verrassende uitslagen, hoewel niet direct wat degenen, die naar de volgende ronde mogen. Ook voor de interne competitie konden een achttal partijen worden gespeeld, ondanks Sinterklaasavond. De traditie werd trouwens niet voortgezet, geen nieuwe belangstellende dus helaas.

Voor de bekercompetitie was het belangrijk voor huize Van Huizen want zowel vader Jan als zoon Tim konden aan de bak. Jan speelde tegen Bonne Faber en speelde de eerste partij met de zwarte stukken. Al vrij snel kwam er een interessante stelling op het bord, waarin Bonne redelijk voordeel had kunnen halen als hij hier - Lb5 had gespeeld.

Maar hij wilde z'n g-pion niet ongedekt laten en speelde daarom - Lf4 met - Lg3 als bedoeling. Hij had zich nauwelijks zorgen hoeven maken, na - Lb5;Ld7 - 0-0-0 zou ...;Txg2 minder goed zijn geweest wegens - d5;exd5 - Txd5 enz. Enkele zetten later miste Bonne nog een goede kans nadat Jan ...;Pa5 had gespeeld. Toen - Bonne had al lang gerokeerd - had - d5;exd5 - c4 ook voordeel opgeleverd. Nu ging de partij een poosje door tot de volgende stelling. Jan had net ...;Pe4 gespeeld en Bonne meende het beste
een kwaliteit te kunnen geven door - Txe4;fxe4 - Dxe4 te spelen. Maar hij had te weinig rekening gehouden met ...;Dg6, want, na de dameruil, die daar een gevolg van was werd het spel er voor Jan een stuk makkelijker op. Bonne had het best zelf de dames kunnen ruilen, hij koos echter voor - Te1 en daardoor kon die toren minder makkelijk worden gebruikt voor verdediging van de onderste rij en werd het makkelijker voor Jan om zijn torens te verdubbelen langs de d-lijn. Daardoor ging de witte d-pion ook nor eens verloren, werden torens geruild en kon Jan ongestoord op verdere pionnenjacht gaan. Dat werd te veel voor Bonne dus gaf hij de partij op. De tweede partij was met verwisselde kleuren en daarin bleek Bonne nog zo van de wijs, dat hij nauwelijks weerstand bood en die partij vrij kansloos verloor zodat Jan naar de derde ronde gaat. Zoon Tim speelde tegen Leo Stelloo en ook Tim wist beide partijen te winnen, zodat nu de derde ronde het gevecht tussen vader en zoon Van Huizen zal laten zien. Maar dat is pas voor volgende jaar. Julian Krabbendam leek een vrij kansloze missie gekregen te hebben. Hij moest namelijk proberen Ernst Jan Pluim Mentz uit te schakelen. Maar dat werd toch wat anders dan verwacht want in de eerste partij (hij had daarin de witte stukken) kwam hij op zeker moment zelfs gewonnen te staan. Maar dat wist hij toch niet tot een voor hem goed einde te brengen en zodoende verloor hij tenslotte toch nog. De tweede partij moest hij dus winnen wilde hij een ronde verder komen. Dat werd tenslotte een eindspel met ongelijke lopers en dat wist Julian dus niet te winnen tegen de gehaaide Ernst Jan. 
De vierde indeling werd de strijd tussen Martijn van Dam en Fred van Wieringen. Daarover schreef Fred het volgende: Voor de bekercompetitie moesten Martijn van Dam en Fred van Wieringen het weer tegen elkaar opnemen. De vorige keer werd het een regelrechte kraker met drie snelschaakpartijen aan het eind. Martijn mocht nu met de witte stukken beginnen en kwam goed uit de opening. Fred kon goed meekomen en het zag er positioneel goed uit. Maar Fred deed onder druk een verkeerde damezet. Met een schaak wist Martijn een toren te winnen. Fred probeerde het nog met een aanval op de koning maar Martijn wist dit kundig af te slaan (1-0). De tweede partij ging Fred met de witte stukken in de aanval. Hij zette de koning onderdruk. Martijn liet het binnendringen van twee paarden toe en Fred wist met een combinatie Martijn mat te zetten (1-1). Weer snelschaken dus. Martijn won de eerste partij en Fred de tweede. Dus moest er een beslissingspartij komen. Deze werd erg spannend. Onder toeziend oog van een aantal leden wist Fred de partij naar zich toe te trekken. Martijn liet een pion in staan, Fred pakte deze en verloor daarna een toren met schaak. In plaats van de pion pakken had Fred met zijn koning naar c3 moeten gaan. Misschien wel winnend. Nu won Martijn de partij en gaat dus naar de volgende ronde.

Voor de huishoudelijke competitie werd nu de belangrijkste partij die tussen Jaap Santifort en Thomas Ammerlaan. Daarover schrijft Thomas het volgende: De opening was een niet al te goed begin voor mij, ik maakte al een grote fout op zet 5, en stond op een paar momenten al verloren. Op zet 12 bijvoorbeeld was ik een beetje aan het bluffen met Le7:

Ik wist dat als Jaap e6 had gespeeld ik een hoop problemen had in de positie, ...;fxe6 - Lg6+;Kf8 en ik mag geluk hebben als ik niet snel mat ga. Gelukkig speelde Jaap Te1 waardoor ik "veilig" kon rokeren. Jaap had dan een heel leuk offer dat ik nu pas achter mijn bureaustoel zie met 13. Lxh6;gxh6 14. Dd2; Kg7 15. Df4, waarna verdedigen voor zwart vrijwel onmogelijk is. Wat we uiteindelijk op het bord kregen was echter niet veel beter voor mij maar op z'n minst was het een positie waar ik enige activiteit kon krijgen. Op zet 24 had ik het zelfs weer gelijk kunnen trekken:
I.p.v. ...;Txe8 had ik een cruciaal tempo kunnen winnen met ...;Kg7 en had ik de e4 pion kunnen winnen zonder mijn g-pion op te geven zodat we in een gelijk - maar wel lastig - eindspel terecht komen. Verdedigen werd weer erg lastig voor mij en na zet 34. h4;b5 was het met - Ta1 praktisch gezien verloren geweest voor mij:
- Lxb5 werd echter gespeeld tot mijn vreugd, want na Pc3 heb ik weer spel en ik win een stuk. De computer geeft aan dat het na Tc1 nog steeds verloren is voor mij vanwege de drie vrijpionnen, maar de lijnen zijn zo gecompliceerd, dat er een boek over kan worden geschreven. Jaap nam echter de loper, zodat we een eindspel krijgen met voor mij een paard, een toren en een vrijpion en voor Jaap een loper, een paard en drie vrijpionnen. Een volgens de computer gelijke stelling, maar de enige die eigenlijk kansen heeft om te winnen is zwart vanwege de d-pion. Het werd nog lastiger voor Jaap toen hij nog de h-pion, met schaak, verloor. De laatste kans om de stelling nog te verdedigen was op zet 45:
Met Kf2 was het waarschijnlijk remise geweest. Jaap speelde f4, met het idee om f5 te spelen om zo het paard te verdedigen. Na 45. f4;Pb4 46. Le4;d3 is het duidelijk dat zwart gewonnen staat. Verder werd nog 47.Lf3;Kxg3 48. Lxh5+;Kxh5 49. Kf2;Pd5 50. Kf3;Pxf4 gespeeld met als eindstand:
Hier gaf Jaap op want het paard kan niet worden genomen, waardoor de d-pion verdedigt blijft en promoveren niet gestopt kan worden.

Wegens de bekerpartijen werd het een moeilijke indeling voor sommigen en zo kreeg Jan van Dam als tegenstander Kees Breen. Hierover schrijft Fred: Het zou een zware partij worden voor Kees. Tegen een speler uit het eerste team is het altijd lastig. Maar Kees deed zijn best. Kees moest een paard aan Jan laten maar kreeg er twee pionnen voor terug. De partij ging meer en meer in het voordeel van Jan. Jan won zelfs een stuk. Kees gaf na nog een aantal zetten op.

Ook kreeg Reinier van der Wende een iets makkelijker tegenstander in Wim Noordermeer. Van deze partij werd eigenlijk niets gezien en zo kan slechts de uitslag (1-0) worden gegeven. Hetzelfde geldt voor de partij Albert Bijzitter tegen Jan van Baardwijk, die in remise eindigde. Frits van der Veeke is de laatste tijd goed bezig, wat hij ook liet zien aan Hans Maagdenberg door van hem te winnen. Dan de partij tussen Baris Kinis en Michael Smalheer. Beiden zijn aan elkaar gewaagd. Baris zette Michael met de witte stukken meteen onder druk. Echter, Michael wist alles goed te verdedigen. Na een stukkenruil bleef voor beiden een dame, twee torens en een aantal pionnen over. Na wat heen en weer geschuif werd er besloten tot remise, zo vertelt Fred.

Wat al eerder werd gezegd geldt ook voor de partijen tussen Duncan Peltenberg tegen Jeroen van Emmerik en voor Ellen Akershoek tegen Dennis de Graaf. Hierbij was er winst voor Duncan en voor Dennis.

Dit brengt dan weer een nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten