zondag 22 december 2024

De Pionier-Messemaker 1847 en HHC r.15

Voor het bekergebeuren van de RSB had De Pionier eigenlijk maar slecht geloot. Want in de tweede ronde daarvan moest er tegen de winnaar van vorig seizoen worden opgetreden. Ook kon er geen indruk van hun huidige sterkte worden gekregen, ze hadden voor de eerste ronde vrijgeloot. Ook kon er een loting voor de interne beker worden gespeeld, terwijl de zaal verder ook goed bezet was.

Voor de externe wedstrijd was Fred van Wieringen wedstrijdleider, wat hij zo belangrijk vond dat hij zelf geen partij wilde spelen. Maar daardoor kreeg hij wel de nodige ruimte om het nodige over zowel de externe als de interne partijen te zien. Daar wordt hier dan ook dankbaar gebruik van gemaakt!

Donderdagavond was de speelzaal van De Pionier weer goed gevuld. Spelers van schaakvereniging Messemaker 1847 waren overgekomen om de RSB-bekerwedstrijd tegen De Pionier te spelen. Dit was de tweede ronde en de bekerkampioen van '23-'24 is heel sterk. Gemiddelde rating ligt 200 punten boven die van De Pionier, die vorig jaar in de halve finale strandde.

Tevens speelden 22 spelers hun partij in de interne competitie en er werd een partij gespeeld voor de bekercompetitie van De Pionier. Kortom, een overvol programma.

Allereerst de RSB-bekerwedstrijd. Messemaker 1847 was een kwartier voor aanvang al aanwezig. De Pionier was rond 20.00 uur compleet. Er werd geloot wie op de oneven borden met wit mochten spelen. De Pionier kreeg op de oneven borden wit en op de even borden zwart. Wedstrijdleider Fred gaf, na wat mededelingen, het sein om de klokken te starten. Dat betekende, dat Tim van Huizen (1824) aan bord 4 met zwart begon tegen Jan Evergroen (2103). Beide spelers openden voorzichtig. Weinig activiteit. Totdat Jan op de a-lijn een opening wist te forceren. Hierbij verloor Tim twee pionnen. Ook werd een loper flink aangevallen door dame, toren en een loper. Met een combinatie van Jan verloor Tim een paard. Hij moest lijdzaam toezien hoe Jan het net om hem heen sloot en hem schaakmat zette (0-1).

Thijs van Dam (2076) had ook een sterke tegenstander aan bord 1, namelijk Peter Ypma (2292). Thijs rokeerde lang en Peter kort. Peter trok ten aanval op de damevleugel en deed dat sterk. Thijs wist zich goed te verweren, maar de druk werd verhoogd. Het werd een spannend schouwspel, want Thijs probeerde met dame en toren wat terug te doen. Peter wist dit tegen te houden en kwam zelfs drie pionnen voor te staan. Thijs speelde nog lang door, maar de materiaalachterstand was te groot en tenslotte gaf hij op (0-2).

Aan bord 2 moest Ernst Jan Pluim Mentz (2075) het opnemen tegen Peter Scheeren (2347). De opening ging gelijk op, maar in het middenspel wist Peter de a-lijn te openen en te bezetten. Hierdoor kwam Ernst Jan onder druk te staan. Hij vertelde na afloop dat hij drie verkeerde zetten achter elkaar deed. Dit was teveel. Hierdoor werd zijn koning ingesloten door een loper. Daar wist Peter goed gebruik van te maken. Uiteindelijk feliciteerde Ernst Jan hem met de overwinning (0-3).

Kon Thomas Ammerlaan (1982) de eer redden aan bord 3 tegen Auke Wilming (2059)? Helaas niet. Ondanks een goede poging van Thomas op de damevleugel en ver opgeschoven pionnen om ruimte en druk te creëren, lukte het niet om de verdediging van Auke te breken. Thomas kwam klem te zitten met zijn dame maar kon deze gelukkig ruilen. Dat koste wel een pion. Auke wist zijn meerderheid van pionnen goed uit te buiten. Toen een pion niet meer tegen te houden was om te promoveren tot dame, gaf Thomas op. Hiermee was de eindstand 0-4 en was De Pionier uit de beker geknikkerd.

Ook Thomas droeg zijn steentje bij voor dit verslag en daar wordt nu uit geput: Het was een opening waar beide kanten redelijk tevreden mee kunnen zijn, zwart misschien iets meer. In het middenspel kwam ik weer redelijk goed te staan met een sterk centrum en ik probeerde daar zoveel mogelijk druk mee te zetten. Het voordeel voor wit werd enigszins duidelijk op zet 23 met Pb3:

Het paard gaat dan naar c5 en de loper van zwart komt moeilijk in het spel. Mijn tegenstander antwoordde goed met c6, maar na - Td2;cxd5 - exd5;Pf4 - Pc5 is het moeilijk zetten maken voor zwart. Het kostte mij erg veel tijd om tot deze positie te komen, dus hij had wel het tijdsvoordeel. Ik kwam gewonnen te staan in de volgende stelling:
Hier had ik Ph4 moeten spelen, met als idee Pf5 en Pe7+. Ik had echter nog maar 7 minuten op mijn klok en speelde Db7, wat een enorme blunder is. Er werd ...;Pxc5 - bxc5;Lc6 - Dc7 gespeeld, waardoor zwart nu veel beter staat. Ook mijn tegenstander stond echter laag in de tijd en na wat geforceerde zetten kwamen de dames van het bord af en kwamen we in een gelijk eindspel terecht. Ik speelde ondertussen al op increment (bedankt Jaap voor het noteren van de rest van de zetten!) en wist het eindspel niet te houden en verloor dus. Van de overige borden heb ik niet heel veel gezien, mijn eigen partij kostte me al veel moeite en duurde ongeveer 4 uur. Wel heb ik gezien dat Tim erg lastig met zijn paard kwam te staan op de h-lijn en uiteindelijk twee lopers aan materiaal achterliep en mat werd gezet.

Ernst Jan had een vergelijkbare opstelling als Tim, beiden hadden een fianchetto op de koningszijde. Hij had een zeer krappe stelling en in combinatie met een kwaliteitsoffer van de tegenstander, dat een erg vervelende vrij pion leverde zodat er nog minder zetten mogelijk waren, zag het vrij hopeloos uit. Ernst Jan vocht een lange tijd door en leek beetje bij beetje actiever te staan, maar de stelling was veel te sterk voor de tegenstander en ging er dus nog een punt naar de tegenstander.

De partij waar ik het minst van heb ik gezien is die van Thijs. Wat wel opviel is dat hij veel minder tijd had en te kampen had met een nadelige  materiële onbalans, twee stukken voor de tegenstander tegen een toren meen ik me te herinneren. Deze omstandigheden werden teveel en dus won Messemaker 1847 alle vier de partijen.
Een teleurstelling zou je kunnen zeggen, maar met een ratingsverschil van meer dan 200 gemiddeld was het op zich een verwachte score, te zien op het wedstrijdformulier:
Dan gaan we maar snel kijken naar de eigen bekercompetitie. Daarin zijn we inmiddels bezig met de tweede ronde, waarin Jan van Dam en Sheila de Jonge beiden aanwezig waren, zodat ze hun
indeling konden spelen. In de eerste partij kreeg Sheila de witte stukken en speelde ze alsof er niets op het spel stond. Maar dat was uiteraard niet waar, hoewel Jan daar minder goed mee omging. Dat bleek dan een verlies voor hem te betekenen. In de tweede partij lette Jan daarom beter op en wist hij op een gegeven moment de dame van Sheila in het nauw te brengen. Dat ging zelfs zo ver, dat ze de dame verloor en ook meteen opgaf. Nu moesten er dus minimaal twee snelschaakpartijen worden gespeeld en daarbij ging het precies zo als bij de reguliere partijen: Sheila won de eerste en Jan de tweede. Zou dan de derde, die al in de kleine uurtjes werd gespeeld, de beslissing brengen? Ook in deze partij ging het net als in de beide andere snelle partijen. Er werden de nodige foutjes gemaakt, die wel door de toeschouwers, maat niet door de spelers werden gezien. Uiteindelijk wist Jan deze partij te winnen, zodat Sheila tenslotte met opgeheven hoofd de speelruimte kon verlaten en Jan doorgaat naar ronde drie. Daarin treft hij dan misschien zijn zoon Thijs, als die tenminste Jaap Santifort weet te verslaan. Voor de interne competitie speelden Martijn van Dam en Maurits Leentvaar tegen elkaar. Ze waren aan elkaar gewaagd. Na een goede opening en middenspel, waar van alles in zat, werd het uiteindelijk remise door zetherhaling. Het bleek ook dat Martijn nog circa 5 seconden over had.

Bart Westdijk en Julian Krabbendam, maakten elkaar het leven zuur. Met een dichte stelling bleek dat het paard van Bart gevaarlijker was dan de loper van Julian. Bart wist met dit sterke paard te winnen van Julian, vooral omdat hij de dame wist te winnen voor een toren. De partij tussen Hans van Calmthout en Dik van der Pluim ging gelijk op. Hans bood na circa een uur remise aan, maar Dik wilde nog door. Dik zag na een aantal zetten in dat er geen winst in zat en nam alsnog de remise aan. Ook Jaap Santifort en Michiel Landman speelden een partij waarbij het gelijk op ging. Met beiden een toren en diverse pionnen werd ook hier tot remise besloten. De partij, die als eerste klaar was werd die tussen Kees Breen en Bonne Faber. In bijgaande stelling, waar Kees goede sier had kunnen maken door zijn

a-toren naar d1 te spelen, ging hij een beetje in de fout door - Pe4 te spelen. Op zich had dit nog niet fout voor hem te hoeven gaan, het vervolg, dat hij speelde deed dat echter wel. Na lang nadenken sloeg Bonne het paard en nu kwam de echte fout van Kees. Hij speelde hier - Lxe7?, waar - Dxe4 de goede zet geweest zou zijn. Nu verloor Kees namelijk een stuk na ...;Dxe7 en na - Txe4;Dxe4 werd het zelfs een toren. Met een toren meer hoeft het normaliter geen probleem te zijn om het punt binnen te slepen. Ook hier was dat zo en een paar zetten later gaf Kees op. Een spannende partij werd het tussen Jan van Baardwijk en Leo Stelloo, de beide spelers, die vaak in tijdnood komen en dan wel eens een Houdini-act kunnen laten zien. Maar daar was in deze partij geen sprake van. Leo wist Jan goed op afstand te houden. Maar hij maakte het zichzelf wel moeilijk. Toen hij een paard naar c2 had weten te manoeuvreren had hij de kans met ...;De3+ de koning van Jan naar de achterste lijn te dwingen en dan nog eerst een paars te winnen voordat hij met Pxa1 de ultieme winst binnen zou halen. Maar Leo zag deze combinatie niet en speelde meteen Pxa1. Zodoende kreeg Jan nog wel even wat ademruimte. Desondanks wist Leo tenslotte de partij te winnen. Dan de partij tussen Wim Noordermeer en Baris Kinis. Vanaf het begin leek het op remise uit te lopen. De stand bleef tot het einde gelijk. Totdat Baris een opening in de verdediging van Wim zag. Hij wist met een pion te promoveren en Wim verloor de partij. Dan de partij tussen Jacques Kokshoorn en Michael Smalheer. Deze partij was spannend, omdat het aanvallend spel was. Eerst was het Michael die een aanval deed. Deze sloeg niet door, zodat Jacques het probeerde. Met succes! Met een schaak kon Jacques de toren van Michael pakken. Michael gaf direct op. Het duel tussen Hans Maagdenberg en Duncan Peltenburg ging alle kanten op. Uiteindelijk hadden beiden een toren en twee pionnen. Hans viel de toren van Duncan aan en Duncan verdedigde deze met zijn koning. Hans zette de koning schaak, zodat deze opzij moest en de verdediging van de toren moest loslaten. Hans kwam hierdoor voor te staan en won de partij. Frits Wildschut kwam tegen Ellen Akershoek op achterstand te staan. Twee pionnen wel te verstaan. Ellen moest wel de pion op g7 verdedigen. Toen Frits zijn dame erbij haalde ging het mis voor Ellen. Zij moest haar dame ruilen voor een loper. Misschien was daarvoor dameruil beter geweest…. Enfin, met een dame minder speelde Ellen nog wel verder, maar ze kon een nederlaag niet meer voorkomen.

De twee nieuwste leden werden aan elkaar gekoppeld. Dennis de Graaf speelde tegen Mitchell Leemeijer en ze kwamen goed uit de opening. Maar Mitchell bleek toch te sterk en kwam uiteindelijk twee paarden voor. Dit was teveel voor Dennis en hij gaf op.

Ook dan nu weer een nieuwe tussenstand.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten