woensdag 6 november 2024

Maassluis-De Pionier

 

De eerste wedstrijd voor De Pionier in de RSB-bekerstrijd. Vorig seizoen werd het team pas in de halve finale uitgeschakeld door het sterke team van Fianchetto. Daarvoor wax het nooit gelukt verder te komen dan de tweede ronde. Thomas Ammerlaan vertelt over zijn ervaringen deze wedstijd.

De eerste bekerronde is tegen Maassluis, een club waar de Pionier de afgelopen paar wedstrijden moeite mee had om te verslaan. De foto’s zijn gemaakt door Peter Swart, dank daarvoor!

De eerste partij waar we het over hebben is Marcel Bergen (zwart) tegen Ernst Jan Pluim Mentz (wit) aan bord 2. Marcel speelde een opening, die je vrijwel nooit meer bij lange partijen ziet. Na 1.e4 speelde hij namelijk 1. …;Pf6, de Aljechin verdediging, of, zoals ik het ken, de Alekhine’s defence. Na 2.e5;Pd5 3.Pc3;Pxc3 4.dxc3 kwamen we in de Sämisch variant van deze opening terecht. Hoewel zijn tegenstander er op het oog redelijk uitziende zetten deed, voelde het toch, dat Ernst Jan de partij langzaam maar zeker overnam. Hij rocheerde lang en speelde h4 en g4 zodat de koning van zwart in het midden bleef. Na een paar zetten wist Ernst Jan dan ook door te breken via de g-lijn en was zijn tegenstander geforceerd om op te geven (0-1).

De tweede partij, die klaar was, was die van Jos de Kruidenier (wit) tegen Thomas (zwart) aan bord 3 en het was dezelfde opening die ik speelde tegen Cor Paans van het viertal van de Willige Dame, maar ditmaal speelde ik met de zwarte stukken. Om het geheugen wat op te frissen ging het als volgt: 1.e4;c6 2.d4;d5 3.Pc3;dxe4 4.Pxe4;Pf6. Hier speel ik tegen Cor 5.Pxf6, wat de hoofdlijn is. Mijn tegenstander speelde echter Pg3, waarna ik g6 speelde. Voor een zet of 20 ging het redelijk gelijk op, we ruilden wat stukken af en het leek naar een eindspel te gaan waar ik probeer te winnen aan de koningszijde en mijn tegenstander aan die van de dame. Op zet 21 maakte mijn tegenstander echter een fatale fout. Hij speelde hier 21.c4? waardoor we de volgende stelling kregen:

Het was natuurlijk om c5 te spelen, maar ik speelde hier 21 ….;Pxc4 waardoor zijn paard twee keer werd aangevallen en zijn dame werd ook aangevallen. Geforceerd was dus 22.bxc4;Dxd4 met pionwinst voor mij. Vaak is het niet zo erg om een pion achter te staan in dit soort stelling, maar het vervelende voor mijn tegenstander is, dat ook c4 een permanente zwakte is. Na een paar zetten won ik ook deze c-pion en gaf mijn tegenstander op (0-2).

Dan gebeurde er iets vreemds. Nog geen paar minuten later bood de tegenstander van Jan van Huizen aan bord 4 een remise aan. Jan vroeg dan: “Weet je het zeker? Dan verlies je de wedstrijd” maar hij had het goed verstaan en dus was het resultaat al vrij snel - en een beetje als anticlimax - bekend.
Over de partij zelf viel ook niet veel te zeggen. Jan speelde met wit tegen Dirk Brijs en speelde het Londen systeem. Een iets te snelle Pe5 van Jan kon misschien tegen worden gespeeld, want dat paard ging van het bord af en er bleef een redelijk eenzame e5 pion voor wit over, waar zwart misschien gebruik van kon maken. Een dubbele a-pion voor zijn tegenstander hielp daarentegen niet, dus qua stelling was een remise misschien terecht (½-2½).

Als laatste en zeker niet de minste partij hadden we Arjen Kouwenhoven (wit) tegen Thijs van Dam (zwart) aan bord 1. We kregen hier de Siciliaanse verdediging waartegen Thijs vaak de Siciliaanse draak speelt en deze keer was geen uitzondering. Beide spelers dachten super lang na, Thijs probeerde zoveel mogelijk druk te zetten op voornamelijk de damesvleugel, maar zijn tegenstander wist toch wel creatieve zetten te vinden. Een chaotisch middenspel transformeerde in een toreneindspel, met elk 3 pionnen, zwart een dubbele f-pion en een e-pion en wit een c, een g en een h-pion. Het speelde makkelijker voor zwart, maar winnen was erg lastig voor Thijs, zeker sinds beide spelers minder dan 5 minuten op de klok hadden. De koning van de tegenstander kwam vast te staan op de eerste rij en Thijs ruilde de g-pion voor een f-pion. Het werd echter duidelijk dat wit alle pionnen zou verliezen of dat de pionnen van zwart gingen promoveren. Dit tweede gebeurde en nadat het duidelijk werd dat de e-pion niet te stoppen was, gaf zijn tegenstander dan ook op (½-3½).

Een mooi resultaat dus voor De Pionier. Ronde twee van de beker is, als ik het goed begrijp, tegen Messemaker 1847, dus het is onwaarschijnlijk dat we veel verder komen. Desalniettemin zetten we ons beste beentje voor. Volg alles nog eens via het wedstrijdformulier:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten