Nu ging de toppartij tussen Ernst Jan Pluim Mentz en Jan van Dam. Het ging hier niet direct om de eerste plaats, daar staat Ernst Jan te stevig op die bovenste plek. Toch zal het de bedoeling zijn om hem daar zoveel mogelijk te bestoken. Dat probeerde Jan natuurlijk wel, Ernst Jan bleek daar goed tegen opgewassen en won de partij dan ook. Nog een partij uit de bovenste regionen en daar vinden we dan Jan van Huizen en Thomas Ammerlaan. Daar heeft Thomas het nodige over te vertellen en hij begint met "zeker mijn beste partij in een erg lange tijd" en daar is weinig aan gelogen: In de opening probeerde ik Jan al goed te verrassen. Hij speelt vaak dezelfde zetten in de opening en ik heb al vaker verschillende dingen er tegen gespeeld, vaak zonder succes. Dit keer was echter anders, want al snel kwam zijn paard vast te zitten zodat hij het moest offeren voor twee pionnen:
Na Pxf7;Kxf7 en fxe5 speelde ik Pdf6 om de loper in het spel te krijgen. Jan pende dan mijn paard door te rocheren, waarna ik Kg8 speelde. De zet e5 was daarna een grote fout, want na Pe4 lijkt Df3 een erg leuke zet, je valt het paard aan en dreigt om Df7+ te spelen. Le6 is echter een erg simpele oplossing en is het nu zwart die veel actiever komt te staan. Wit verdedigt hier taai door en op het oog lijkt hij er mee weg te komen:
Hier speelde ik c5 om Db5+ te geven en om het centrum meer open te krijgen. Een goede poging om in het spel te blijven was b3, maar Df4 was de gekozen zet. Na Db5+ en Ke1 konden de offers voor mij beginnen:
...;Lxh3 en deze kan natuurlijk niet terug worden genomen, g2 en promotie is dan niet meer te stoppen. Jan nam dan maar de e4 pion met de dame, waarna ik mat dreigde met Lg4 zodat mijn toren op g6 kan blijven staan en de h-lijn nu open is. Jan maakte het echter niet makkelijk en speelde c4 waardoor zowel mijn toren als dame aangevallen staan. Dxb2 valt dan ook zijn toren aan en na Tb1 lijkt het dat mijn aanval eindigt en dat ik een stuk zou verliezen:
Gelukkig had ik van tevoren al gezien dat Dc3 en Da3 hier goede zetten zijn, ik koos voor Dc3. De toren kan dan nog steeds niet worden genomen, Dxe3 zou mat zijn en de toren op b1 kan de eerste rij niet verlaten, dan zou Dc1 mat zijn. Een laatste poging werd geprobeerd met d5, waarna ik veel opties had. Ik koos hier voor Lg5. Th6 en Ld8 waren ook goede opties, wat zowel mijn toren als loper offert. Jan nam de loper om in het spel te blijven:
Hierna offerde ik voor de laatste keer mijn toren met Lxe3. Na De2 was het mat in zeven na Th6. Jan speelde in plaats daarvan Dd1. Jan speelde Dd1, waarna ik …;Lf2+ - Ke2;De3+ - Kf1;Th1 mat speelde.
Dan lijkt Jan van Baardwijk op de weg terug vanuit een toppositie. Hij speelde nu tegen Martijn van Dam en liet daarbij wat steekjes vallen want Martijn kon op zeker moment inslaan op a1 met zijn dame, zodat de positie van de koning van Jan - die nog niet aan de rochade was toegekomen - op het spel kwam te staan. Jan wist daar geen oplossing voor te vinden, zodat Martijn - na enig speurwerk - de winst naar zich toe wist te trekken.
Bart Westdijk daarentegen lijkt op de weg omhoog. Hij speelde nu tegen Michiel Landman, die nu wat van zijn pluimen lijkt te laten schieten. Kwam hij in eerste instantie materiaal voor te staan, tegen het eindspel stond hij "plotseling" een stuk achter. Bart had nog wel enige moeite met de winstvoering maar slaagde daar tenslotte toch in, hoewel dat wel iets makkelijker had gekund.
Een hele moeilijke partij kwam tot stand tussen Sheila de Jonge en Bonne Faber. Daarin ging het eerst goed tegen elkaar, totdat Bonne in de fout ging in de volgende stelling:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten