zaterdag 1 juni 2024

Ronde 36 en De Pionier 1-Krimpen a.d.IJssel 2

Alle begin is moeilijk, ook een einde kent zijn narigheden. Zo is het RSB-seizoen van het eerste team een beetje samen te vatten. Ook de interne competitie kende zo zijn narigheden voor sommigen van de spelers. Aan het bezoekersaantal kun je al merken, dat het einde in zicht komt en het is de bedoeling dat dit een feestelijk slot wordt, gezien het feit, dat een aantal Hellevoeters 50 jr. geleden een schaakclub oprichtte!

Wegens het spelen van het eerste team en de afwezigheid van enkele verdere coryfeeën is ditmaal de eerste te behandelen partij die tussen Wilco Baartmans en Leo Stelloo. Leo was zelf niet zo tevreden over zijn openingsspel, wat voor hem nu neerkwam op gebruik van veel bedenktijd. Hij kwam daar niet goed uit, zeker niet toen hij verzuimde een pion op de lange zwarte diagonaal van het bord te slaan. Zodoende kon Wilco mooi oprukken met pionnen in het centrum. Wel moest hij opletten, dat er geen pionnen werden gesnoept en zo kwam hij tenslotte met twee verbonden pionnen tot de zesde rij, waar één van die boertjes een toren aan ging vallen. Daarmee kon de ene pion worden geslagen, de andere liep nu echter door naar zijn ultieme droom, promotie. Omdat er ook een toren van Wilco op het startveld van die lijn stond was promotie niet meer te voorkomen door Leo. Maar ook zijn bedenktijd was afgelopen, winst dus voor Wilco.

Dan Julian Krabbendam tegen Bonne Faber. Deze partij kende - vooral voor Bonne - een stroef begin en Julian speelde op zeker moment de aanvallende zet - Da4 en die dame zou op termijn een aanvalsobject kunnen worden. Maar eerst moest het paard in veiligheid worden gebracht en dat leek

het beste te kunnen met ...;b6 - f4. Ook een zet, die op termijn voor problemen zou kunnen zorgen. Maar eerst moest wat aan dat vervelende paard op e5 worden gedaan. De oplossing daarvoor had twee gevolgen, de belangrijkste daarvan was het afstoppen van pion d5, anders kon de toren op a8 verloren gaan. Die oplossing bestond uit ...;Ld6 - Tad1;Pd7 met kijk op veld c5. Maar Julian leek alles door te hebben en speelde - Pd3. Dan ook maar het andere paard er bijgehaald met ...;Pb7. En weer werd dit idee teniet gedaan met - b4. Het ging er steeds slechter uitzien voor Bonne, de goede zetten raakten steeds meer op en Julian bleef maar sterke zetten spelen. Dus dat vervelende paard van e5 maar geslagen. Nu kreeg Julian echter de gelegenheid de lange diagonaal te openen en viel dus de toren op a8. Als soort van noodsprong sloeg Bonne nu op e5 en Julian sloeg terug met de loper, waardoor de dame van Bonne dreigend naar a7 gespeeld kon worden om damewinst de dreigen (zie diagram).
Julian echter bleek deze avond bijzonder scherp, veel scheper dan Bonne. Hij zag het dreigende gevaar echter wel en speelde, na ...;Da7 - Dc2 en de nietsvermoedende Bonne dacht zich direct al rijk na ...;b5+ - Kg2;Dxa8, helemaal geen rekening houdend met - Kg2;Dxa8? - Dxc8!!;Dxc8 - Pe7+ en leed enkele zetten later de verdiende nederlaag.
Van de partij tussen Bart Westdijk en Wim Noordermeer werd helaas te weinig gezien om er zinnig commentaar bij te geven. Alleen dus de uitslag en Bart wist te winnen.
Jacques Kokshoorn had het geluk, dat tegenstander Jan van Baardwijk tè vaak vergat zijn klok te stoppen als hij een zet had gedaan. Tel daar dan nog bij op, dat Jan lang nadenkt over zijn zetten en je kunt het plaatje wel uittekenen: verlies voor Jan door tijdsoverschrijding.
Tenslotte de beide aanwezige dames, Ellen Akershoek en Franka de Jong, tegen elkaar. Alle tot zover behandelde partijen eindigden in winst voor de witspeler en een poosje leek het er op, dat Ellen zich in die reeks zou voegen en dus haar eerste winst op kon laten tekenen. Maar, ieder kent het gezegde wel over een kruik, die zo lang te water gaat totdat hij breekt en zo kun je deze partij ook wel een beetje karakteriseren want "plotseling" had Franka het roer over genomen en liet dat niet meer los. Winst dus voor haar en deze partij beloofd toch wel, dat het Ellen - als ze zichzelf daar de tijd voor gunt - nog wel een partij zal winnen.
Dan het klapstuk van de avond, de RSB-wedstrijd en daar doet Jaap Santifort verslag over:

Op donderdagavond 30 mei stond de zevende en laatste ronde op het programma voor het eerste RSB- team. In de wetenschap dat het tweede team al kampioen was geworden in de derde klasse. Op papier kon het eerste team ook nog kampioen worden maar dan moest er heel veel in het voordeel van De Pionier gebeuren. Zoals, de wedstrijd tussen Spijkenisse en Erasmus, die moet precies in 4-4 eindigen. En De Pionier moest zelf winnen van Krimpen, met 8-0. Allebei onwaarschijnlijke scenario's natuurlijk. Maar een halve kans is ook een kans!

Helaas kon De Pionier niet in de sterkste opstelling spelen. Vader en zoon Van Dam waren, om verschillende redenen, verhinderd. En één van hun invallers, weer een Van Dam, moest zich ook afmelden. Maar gelukkig spelen we schaak en geen (van) dammen dus geen man overboord!

De uitslagen worden weer in volgorde van tijd behandeld. Aan bord 7 speelde Thomas Ammerlaan tegen Bert ten Wolde (1902). Thomas had amper tijd om te rocheren en trok meteen ten aanval, met loper en dame. Die hielden de vijandelijke stelling flink bezig met een vervelende penning. Toen uiteindelijk de tegenstander er zich uit wist te wurmen en zelf een stuk voor kwam was dat maar tijdelijk. Hier volgde (zie diagram) - Txa4 (veel beter is eerst - Le7;Lxe7 en dan - Txa4);Dxa4 - Lg3

Thomas kwam met de dame op de achterlijn, met schaak en kon vervolgens zijn materiaal terugwinnen. Die gelegenheid gaf de tegenstander hem niet en hij reikte Thomas de hand ten teken van overgave. 1-0 op het scorebord.

De tweede uitslag viel te noteren aan het derde bord. Hier speelde Jaap Santifort tegen Hans van Nieuwenhuizen (1924). Het was een taaie partij, waarbij tegenstander Hans een open f-lijn kreeg en deze met 2 torens bezette. Dat bleek, in combinatie met een sterk paard en een actieve dame, te veel voor Jaap. Hij moest secuur verdedigen en kwam met de rug tegen de spreekwoordelijke muur te staan. Hij kreeg een torenoffer voor zijn kiezen en de stelling werd slechter en slechter. Dat was reden voor Jaap om de witte vlag te hijsen ten teken van overgave. 1-1 op het scorebord.

Vanaf dat moment was de theoretische kans op promotie verkeken. Als derde was Tim van Huizen klaar. Hij speelde aan bord 8, tegen Thomas Boeren (1810). Tim speelde vrij passief en dat gaf de tegenstander natuurlijk de mogelijkheid om aan te vallen. Verdere details ontbreken, maar Tim verloor en de nieuwe tussen stand was 1-2.

Aan bord 1 was Ernst Jan Pluim Mentz gekoppeld aan Remko Moerkerken (1914). 10 minuten na het welkomstwoord van de wedstrijdleider kwam Ernst Jan binnengewandeld en begon de partij met een tijdsachterstand. Maar, zoals we Ernst Jan kennen, maakt hij die tijd vrij snel goed en hij liep regelmatig een rondje door de zaal. Maar op het bord van Ernst Jan was de stelling onduidelijk. Hij had wat geforceerd initiatief maar zijn koning stond nog onveilig en er waren wat gaten in de stelling. De tegenstander zette een mooie aanval op en Ernst Jan restte niets anders dan op te geven. 1-3 op het scorebord.

Toen was het een tijdje rustig, voordat de volgende uitslag te noteren viel. Aan bord 4 speelde Alex van Wieringen tegen Frans Vreugdenhil (1937). Helaas zijn er geen details te melden behalve dat Alex uiteindelijk verloor na een zware strijd. 1-4 was de nieuwe tussenstand.

Ondertussen zat Maurits Leentvaar aan bord 2 te zweten tegen Michel van Cappellen (1907). Ook Maurits kreeg een moeilijke stelling op het bord. Zijn tegenstander speelde de Scandinavische opening en Maurits had zoveel zetten nodig om deze speelwijze te pareren, dat hij niet aan rocheren toe kwam. Daar wist zijn tegenstander wel raad mee. Alles werd op de aanval gezet en Maurits kon alleen maar verdedigen. En als zo vaak wint dan de aanvallende partij. Ook nu weer, Maurits gaf op, 1-5 op de beamer.

Het leek een afstraffing te worden! Gelukkig hebben we Rik Verheij nog! Hij speelde aan bord 6, tegen David Berendsen (1926). Na een paar mooie torenzetten kwam Rik terecht in een pionneneindspel met paard tegen loper en een pluspion voor Rik. En dat speelde Rik voortreffelijk. Zijn koning werd het meest aanvallende stuk en er dreigde, op meerdere fronten, te promoveren. De tegenstander moest zijn loper opgeven voor het paard terwijl de stelling er niet beter van werd. De strijd werd gestaakt en Rik kon een punt laten bijschrijven op het score formulier. 2-5 was het nu.

Heel kort na Rik viel de beslissing bij Jan van Huizen. Hij speelde aan bord 5, tegen Henny Versteeg (1888). Het werd een mooie strijd en Henny, met zijn 77 jaar, deed het erg goed. Jan speelde vol op de aanval, maar Henny ook! Zo dreigden beiden met een mataanval, alleen zagen ze het beiden niet altijd even goed. Maar als de minuten op de klok seconden worden dan daalt het niveau op het bord automatisch. In dit geval werd het aanvalsspel van Jan beloond en hij won. Daarmee kwam de eindstand op 3-5. Een redelijke score tegen een iets sterkere tegenstander. Door dit resultaat wipte Krimpen a/d IJssel 2 net over De Pionier 1 heen in de stand in klasse 1B. Beide teams waren al zeker van klassebehoud in de 1e klasse.

Dit roept natuurlijk om een wedstrijdformulier:

Terugkijkend op het seizoen heeft De Pionier een goed seizoen gedraaid. De nieuwe selectie van het eerste team is een mooie mix van jeugd en ervaring. Dit jaar is er met een vaste opstelling gespeeld i.p.v. een tactische en dat werkt niet eens zo slecht.

Ook is er weer een nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten