Deze ronde kende weer enkele verrassende uitslagen. Alleen de lijstaanvoerder ontkwam aan die malaise en het gat met zijn achtervolgers werd weer groter. De aanstormende jeugd moest hier en daar weer een beetje pas op de plaats maken. Hoewel........, die plaats werd wel een beetje lager!?
In de vorige ronde leek Thomas Ammerlaan de grote uitdager voor de eerste plaats te gaan worden, nu echter kwam hij weer met beide benen op de grond te staan dankzij Martijn van Dam. Of dankzij zichzelf?! Hij vergde tenminste al in de opening te veel van zijn stelling en gaf al heel snel een belangrijke centrumpion weg, te zien op bijgaand diagram. Die d-pion is al nauwelijks meer te redden, maar hem zo te koop zetten is een beetje vragen om moeilijkheden. Verstandiger zou het geweest zijn
om, i.p.v. de eerdere zet d4-d5 die pion te dekken met e2-e3. Uiteraard laat Martijn zich deze kans niet ontgaan, met Pbxd5 en er ontstaat een soort van Scandinavisch idee. Zwart speelt nu op zeker moment Le6, had echter sterker e5 gespeeld. Zo komt wit weer wat sterker te staan. Maar hij weet dat niet door te zetten en zwart bereikt de volgende positie:Hier had hij nog meer voordeel kunnen bereiken met ...;Pxe4 - Pxe4 (op Dxe4 volgt Lc6;De3 - Lxf3;Dxf3 - Txd2);Lxa1 maar hij speelt ...;Dd6 - e5;Dc6 - exf6 (- Lg2 is wat sterker);Dxf3 - fxg7 en geeft op na ...;Lc6. Mat is alleen direct te voorkomen met een offer op e4. Het commentaar van Thomas was kort en krachtig: "des te minder hierover gezegd wordt des te beter"!
Een tweede aanstormende jongeling, Tim van Huizen, kreeg te maken met Ernst Jan Pluim Mentz en daar had hij het ontzettend moeilijk mee. Zwart probeerde geen problemen te zoeken en speelde rustig zijn zetten. Op zeker moment kwam een witte toren in moeilijkheden en Tim probeerde dat op te lossen door die toren op te offeren en schaak te geven door zijn andere toren op dezelfde lijn te zetten en daarmee eigenlijk torens te ruilen. Maar Ernst Jan kon nu op marcheren met z'n e-pion en zijn koning verder naar het gevechtscentrum te brengen. Daar was voor Tim weinig meer tegen te doen en enkele zetten hierna gaf hij dan ook op.
Een tweede aanstormende jongeling, Tim van Huizen, kreeg te maken met Ernst Jan Pluim Mentz en daar had hij het ontzettend moeilijk mee. Zwart probeerde geen problemen te zoeken en speelde rustig zijn zetten. Op zeker moment kwam een witte toren in moeilijkheden en Tim probeerde dat op te lossen door die toren op te offeren en schaak te geven door zijn andere toren op dezelfde lijn te zetten en daarmee eigenlijk torens te ruilen. Maar Ernst Jan kon nu op marcheren met z'n e-pion en zijn koning verder naar het gevechtscentrum te brengen. Daar was voor Tim weinig meer tegen te doen en enkele zetten hierna gaf hij dan ook op.
Eigenlijk de grootste verrassing ontstond bij de partij tussen Jan van Dam en Sheila de Jonge. Jan had daarbij zijn koning in een enigszins moeilijke positie gebracht, waar Sheila met twee paarden en haar dame profijt van probeerde te trekken. Maar het was een soort van wit bolwerk met toren en dame op de tweede rij waar ze tegen op had te boksen. Sheila had echter haar dame zo weten te plaatsen, dat ze een pion wist te winnen dankzij een gepend stuk. Maar verder leek er geen profijt voor haar te zitten in de stelling. Dan kwam echter de leeuw in Sheila naar boven en ze offerde en toren tegen een loper om de witte dame van de tweede rij af te dirigeren. Jan wilde die kwaliteit niet kwijt raken en sloeg dus terug met de dame. Maar nu kwam Sheila met een loper om het verdedigende materiaal rond de witte koning in grote problemen te brengen. Dat vond Jan dan ook voldoende om de partij op te geven.
Dan een interessante partij tussen Rik Verheij en Jan van Huizen. Beiden wisten elkaar goed in evenwicht te houden in de stelling en er ontstond een dame-eindspel met voor elk daarbij nog drie pionnen. Het enige verschil was dat Jan één pion op de damevleugel had en Rik alle drie op de vleugel van zijn koning. Nu kon Rik eeuwig schaak geven met zijn dame maar Jan kon daar nog onderuit komen met het opspelen van een pion. Daar koos hij dan ook voor en liep met zijn koning naar de andere kant van het bord. Inmiddels had Rik nog een pion gewonnen en kwam dreigend opzetten. Dit kostte de nodige bedenktijd voor beiden, alleen gebruikte Jan die niet optimaal, hij gaf Rik de mogelijkheid om schaak te geven op de diagonaal waarop ook de dame van Jan zich bevond. En zijn koning was het enige stuk, dat die dame dekte, waarbij een pion van Rik in de weg stond om dat te blijven doen. Dus weg dame en het punt voor Rik!
Albert Bijzitter ging zijn krachten meten met die van Reinier van der Wende, dus het ging een interessant gebeuren worden. Reinier kwam opzetten op de koningsvleugel en leek Albert goed in de tang te krijgen. Maar daar liet Albert het uiteraard niet bij zitten, hij schoot in de verdedigende modus. Maar dat bleek, helaas voor hem, niet voldoende voor een resultaat, dus kon hij Reinier op een gegeven moment feliciteren met de overwinning.
Daar werd Julian Krabbendam ook toe gedwongen tegen Hans van Calmthout. Op papier leken vooraf de kansen zeker richting Hans te wijzen. Als je dan de wandelgangen mag geloven, dan gaf Julian op zeker moment een stuk weg en dan is het minder moeilijk om die kansen waar te maken, wat dan ook gebeurde.
Redelijk aan elkaar gewaagd lijken, als je de geschiedenis volgt, Bonne Faber en Jacques Kokshoorn. De opening verliep dan ook volgens de boekjes, zo'n beetje totdat bijgaand diagram ontstond. Hier
staat zwart beter, zeker als hij ...;Dd3 had gespeeld. Maar, Jacques zag het niet en speelde ...;Lf8, om druk te leggen op pion e5, daarbij ook overziend dat zijn paard aangevallen werd en ongedekt stond. Maar deze schaakblindheid was wederzijds en Bonne dacht een mooie combinatie te zien na - Lxf4;h6 en speelde - Lxh6? in de veronderstelling dat er ...;gxf6 zou volgen. Maar dit had Jacques wel gezien en hij speelde natuurlijk ...;Lxe4 om die combinatie teniet te doen. Nu stond Bonne dan nog wel iets beter na - Txe4;gxh6 en nu gingen ze, zoals dat soms wel eens wordt gezegd, ècht schaken!? De strijd ging nu in eerste instantie draaien om pion e5 en Bonne verdubbelde zijn torens op de e-lijn, terwijl Jacques het stopveld van die pion ging bezetten met zijn toren. Nu zou de beste zet voor wit - Tg4+ zijn met als vervolg ...;Lg7 - Pd4;Tg6 - Txg6;fxg6 maar Bonne speelde liever direct Pd4. Er ontstond een gevecht om de (zwarte) pionnen op de koningsvleugel, waarbij de dames op zeker moment werden geruild. Nu ontstond het volgende diagram, waarbij Bonne de open g-lijn een beetje onderschatte. Gelukkig voor
hem zag hij de oplossing van dit probleem wel: - Td4, daarmee stukwinst dreigend, maar ook behoud van de b-pion. Jacques koos eieren voor zijn geld en speelde ...;Ke7 - Td2;Txd2 - Pxd2;La5 en wil nu proberen spijkers op laag water te zoeken, de stelling is echter technisch gewonnen voor wit. Enkele zetten later, als de witte koning naar c6 is gelopen ziet ook Jacques het nutteloze van zijn pogingen in en legt z'n koning om.
Aangezien er verder geen materiaal is ingestuurd moeten de resterende partijen het met wat minder commentaar doen. De eerste daarvan is de partij tussen Bart Westdijk en Wilco Baartmans. Deze partij wist Bart te winnen.
Leo Stelloo is een beetje te vergelijken met het Volendamse bootje de "heen en weer". Soms is hij in de bovenste laag van de ranglijst te vinden, dan weer - zoals nu - in het rechter rijtje. Daarin speelde hij tegen Ivan Jansen en gebruikte daarbij weer veel bedenktijd op vaak onnodige momenten. Maar ieder heeft zo zijn eigen systeem zullen we maar zeggen. Het systeem van Leo was deze avond niet opgewassen tegen dat van Ivan en het punt ging dan ook naar hem toe.
Nog eigenlijk een verrassende uitslag en wel die tussen Jan van Baardwijk en Wim Noordermeer. In het eindspel was het, qua puntentelling, gelijk. Maar Wim had drie pionnen op de damevleugel en drie op de koningsvleugel, terwijl Jan daar ook drie pionnen had, maar een paard op de damevleugel. Theoretisch gezien is zo'n stelling misschien wel remise maar dan moet je de tegenstander geen ruimte geven, wat Jan wel deed en dus de avond puntloos verliet.
Het zal een vervelende reis terug naar Heenvliet zijn geweest want ook Baris Kinis liet Heenvlieter Frits Wilschut puntloos, zodat het nu onderaan de ranglijst een soort van Heenvliets onderonsje aan het worden is. Als Albert Bijzitter zich daar ook bij zou gaan voegen .....! Maar zover is het nog lang niet en zover zal het hoogstwaarschijnlijk ook niet komen.
Als laatste waren Michael Smalheer en Kees Breen nog in touw. Daarbij wist Kees nog een punt te scoren en zou Michael misschien naar Heenvliet moeten verhuizen om zijn standplaats op de lijst verder te gaan verduidelijken?!
Tenslotte dan ook nu weer een nieuwe tussenstand.
Komende donderdagavond is er trouwens het Paassnelschaaktoernooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten