Genoemde paring ging tussen Alex van Wieringen en Jan van Baardwijk en zou best wel eens twee interessante partijen op kunnen leveren. Maar dat bleek toch niet zo te zijn, hoewel Alex in de eerste partij toch nog goed op moest letten. Maar Jan had veel bedenktijd nodig en vergat zo nu en dan zelfs zijn klok in te drukken. Op die manier kom je natuurlijk geen ronde verder! Niet duidelijk is trouwens of Alex er echt misbruik van maakte, maar hij won deze partij wel. De tweede hierna was eigenlijk supersnel voorbij, ook weer met winst voor Alex. die dus verder gaat naar de tweede ronde.
In de interne competitie kregen we te maken met een gevecht tussen de nummers één en twee, namelijk Jan van Dam en Ernst Jan Pluim Mentz. En een heus gevecht werd het inderdaad, Jan wilde zijn eerste plek met hand en tand verdedigen. Op zeker moment raakte Ernst Jan een stuk kwijt (misschien was het wel een soort van offer) en hij kreeg er drie pionnen voor terug. Dus eigenlijk geen echt nadeel, gaande een partij worden die meerdere pionnen immers steeds belangrijker. En daar werd duidelijk gebruik van gemaakt, de nog aanwezige stukken van Jan kregen steeds minder toegang tot velden, terwijl Ernst Jan zijn h-pion op liet stomen. Daar werd wel druk op uitgeoefend, de dekking er van was echter voldoende. Met een pionzet werd nu ruil van de aanwezige lopers bedongen en nu ging ook de witte koning in het strijdperk treden. Die koning liep helemaal vanuit het centrum naar de damevleugel, waar een nog aanwezige a-pion ook het loodje moest leggen. De witte h-pion kon niet verder oprukken en zo werd dan de witte a-pion een speerpunt. Ook werd de dekkende toren van de h-pion naar de g-lijn gemanoeuvreerd waar hij dreigde druk uit te oefenen op de zevende en de achtste rij. Met nu een stuk achter voor vijf pionnen zag Jan het gevecht verder niet meer zinvol en gaf de - langdurige - strijd op. Hiermee kregen we weer een nieuwe leider. Maar dit was nog niet eens de partij, die het laatste klaar was. Die eer ging naar de partij tussen Jan van Huizen en Martijn van Dam. Daar viel eigenlijk weinig over te zeggen, wel was het zo, dat de koning van Jan een beetje opgesloten stond op zijn eigen vleugel, terwijl die van Martijn meer ruimte had. Er volgden een aantal schaakjes, waarbij nog aanwezige paarden werden afgeruild, zodat er voor beiden nog een toren en pionnen overbleven. Jan kon nog een pionnetje mee snoepen maar ging toen de fout in door het overzien van mat in één. Winst dus voor Martijn. De andere partijen waren allemaal wat sneller klaar en brachten ook weer wisselingen in de stand te weeg. Allereerst dan Thomas Ammerlaan tegen Albert Bijzitter en die partij kende een heel typisch slot. Thomas had het namelijk voor elkaar gekregen dat de koning van Albert - samen met diens dame - in het centrum bivakkeerden. Nu kon Thomas schaak geven door een pion te slaan en tegelijkertijd met die pion ook de dame aanvallen. Of het niet werd gezien door Albert is een vraag, feit is wel, dat hij zijn koning wegspeelde en zo dus de dame verloor. Hij gaf ook meteen op, waardoor hij een stukje kelderde op de lijst. Rik Verheij kreeg te maken met Thijs van Dam, die weer eens van de partij kon zijn. Rik had zich al een beetje met een voor hem negatieve uitslag verzoend en speelde een variant die hij normaliter niet snel zou spelen, in de trant van "de dood of de gladiolen"! Toch wist hij lange tijd stand te houden, maar Thijs kwam steeds meer opzetten. Dat had tenslotte tot gevolg dat de door Rik verwachte uitslag ook inderdaad een feit werd.
De volgende partij werd gespeeld door Bonne Faber en Melvin de Vree. Laatstgenoemde probeerde een valletje te spelen, dat hij al meer had uitgeprobeerd. Maar Bonne wilde niet meewerken en speelde andere zetten dan door Melvin gehoopt. In deze fase werd de zwartveldige loper van Melvin aangevallen door een paard van Bonne, dat tegelijkertijd ook het met schaak bedreigde veld f2 dekte. Hier speelde Melvin die loper weg, waar hij veel sterker op f2 had kunnen slaan, zowel met paard als met loper. Zou Melvin zo door het missen van zijn plan gebiologeerd zijn dat hij hierna een aangevallen paard pardoes in liet staan? Feit is nu wel dat Bonne een stuk won en daarbij wel het rochaderecht ging verspelen omdat de dames werden geruild en alleen maar met de koning kon worden teruggenomen. Hierna verzwakte Melvin zijn koningsstelling ook nog door het opspelen van zijn f-pion, die en passant kon worden geslagen. Toen was het aan Bonne om een fout te maken. Nadat hij schaak had gekregen ging hij met zijn koning naar c2, op dezelfde diagonaal als al een paard van hem stond. Dat paard werd nu gepend door een loper, waarna Melvin een kwaliteit won door de dekkende loper met een toren te slaan en daarna - na het terugslaan met de koning - opnieuw schaak te geven met zijn andere toren. De witte koning kon nu het aangevallen paard niet meer dekken, wat dus verloren ging. Melvin probeerde nu in wat troebeler water te vissen en speelde zijn damevleugelpionnen op, die afgeruild werden. Maar ook Bonne had intussen niet stilgezeten en had nog een tweetal pionnen mee kunnen nemen. Nu ging echter ook het laatste plannetje van Melvin niet door, hij kon geen vrijpion op de damevleugel maken want zijn laatste pion daar werd met een röntgenschaak onschadelijk gemaakt, waarna Melvin opgaf.
Tim van Huizen moest deze ronde ècht aan de bak, tegen Jaap Santifort. Gesteund door zijn resultaat in de RSB-jeugd Grand Prix en Jaap moest maar bewijzen dat hij tegen deze jeugdkampioen was opgewassen. Ook hier ging het lang gelijk op totdat tenslotte het laatste paard van Tim niet meer goed leek te weten waarheen te gaan en achter de pionnenlijn heen en weer bleef springen. Maar ook Jaap leek geen direct plan te hebben en bleef met zijn koning zijn pionnen beschermen. Totdat er ergens een gaatje ontstond en Jaap een pion wist te scoren. Dat werd het begin van het einde voor Tim en hij kreeg zijn spel niet meer op orde. Dat betekende tenslotte verlies voor hem. Leo Stelloo verbaasde zichzelf een beetje tegen Michiel Landman. Wel kwam hij met een paard en zijn dame buurten in het speelgedeelte van Michiel maar dat leek dood te bloeden. Hierna werd er het nodige materiaal geruild en leek een gelijk spel de uitslag te worden. Maar ergens maakte Michiel een fout en kon Leo de buit toch binnen halen. Had Michiel de verkeerde kleur toebedeeld gekregen? Voor Frits Wilschut werd het een bedroevende avond tegen Sheila de Jonge. Het liep uit op een toreneindspel, waarin Sheila de witte pionnen met haar toren ging bedreigen. Het leek het verstandigste voor Frits om ze met zijn toren in bescherming te nemen, maar hij bleek andere gedachten te hebben en ging met zijn toren ook in het vijandelijke kamp op jacht naar pionnen. Maar dat mislukte zodat Sheila pionnen kon gaan sprokkelen en tenslotte het punt kon binnenhalen. Julian Krabbendam en Baris Kinis streden ook om een punt en daarbij leek Julian aan de goede kant te staan. Hij ging een paard winnen terwijl Baris met zijn koning op pionnenjacht ging. Maar het liep niet goed bij Julian en Baris kreeg mooi spel op de damevleugel, waar hij het mooie weer ging maken. Dat had tenslotte verlies voor Julian tot gevolg. De laatste partij werd een strijd tussen Ivan Jansen en Wilco Baartmans. Ze speelden een beetje in de schaduw van de andere partijen, wat een remise tot gevolg had en zodoende de opmaat werd naar een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten