Door alle verdere nevenactiviteiten bleven er slechts acht spelers over voor het spelen van interne competitie. De belangrijkste partij daarbij was die tussen Thomas Ammerlaan en Jan van Dam. Beiden hadden al eerder aanvaringen achter het bord gehad en waren zodoende beiden wel op een overwinning gebrand. Maar langzaam maar zeker wist Jan voordeel te krijgen, wat hier in eerste instantie bestond uit een pion. Maar ook het strategische voordeel ging naar Jan want hij kreeg een mooie vrijpion op de a-lijn, die al tot de derde rij was opgerukt. De koning van Thomas wist nog even het ergste te voorkomen maar een toren van Jan op de tweede rij werd een grote hinderpaal voor hem. Middels tempodwang werd de witte koning van veld a1 verdreven, waarna promotie van de a-pion kon volgen. Daar moest Thomas een toren voor geven en hij gaf op toen hem bleek, dat zijn -inmiddels vrijpion geworden - pion op de e-lijn makkelijk afgestopt kon worden door de toren van Jan. De tweede partij was die tussen Rik Verheij en Jan van Baardwijk. Rik speelde het rustig en Jan bleef bedachtzaam. Hierdoor kwam hij echter wel achter te staan in bedenktijd. Dit alles had tot gevolg dat Rik langzamerhand meer voordeel op wist te bouwen, wat uiteindelijk winst voor hem opleverde. De spannendste partij misschien werd wel die tussen Jan van Huizen en Franka de Jong. Het krachtsverschil tussen hen beiden was vorig seizoen "enorm" want Jan werd clubkampioen en Franka huisde ergens in de onderste regionen van de ranglijst. Maar ze gaf Jan prima partij en hij kreeg een moeilijk gevoel over het gebeuren want Franka wist hem in een moeilijk parket te drijven. Ze miste zelfs op zeker moment een matcombinatie van enkele zetten dus kon Jan opgelucht adem halen! Het werd tenslotte een stelling met dame en paard voor Franka en twee torens en een paard voor Jan, inclusief voor beiden nog enkele pionnen. Daar wist Jan er nog eentje van buit te maken maar Franka wist haar koning als het ware in te metselen, waardoor Jan er maar moeilijk bij kon. Dit gaf Franka het idee dat een remiseaanbod wel eens gedaan zou kunnen worden en zo gedacht zo gedaan en het aanbod werd ook aangenomen. Jan zag er blijkbaar ook geen verder heil in. De laatste partij is die tussen Jacques Kokshoorn en Frits Wilschut. Die partij werd weliswaar niet in een donker hoekje gespeeld, toch werd er nauwelijks iets van gezien. Frits wist het nog lang vol te houden, op een gegeven moment echter nam Jacques de overhand en won tenslotte de partij.
Voor de bekercompetitie had Wim Noordermeer de relatieve pech gehad dat hij Thijs van Dam had geloot. Dat heeft hij ook geweten want al na ruim een kwartier had hij beide partijen al verloren. Wat beter verging het Melvin de Vree tegen Tim van Huizen. Maar ook Melvin kon geen potten breken tegen dit andere jeugdtalent, hoewel hij het wel wat langer vol wist te houden. Toch verloor ook hij beide partijen. De derde paring werd een duel tussen Bonne Faber en Kees Breen. Hier was ook een groot verschil in sterkte, te zien aan de bedenktijd die beiden kregen. Dat vergoed het krachtsverschil enigszins maar dan moet je natuurlijk je dame niet wegblunderen, zoals Kees in de eerste partij deed. Hij hield het hierna nog wel ruim 20 zetten vol, toen hij echter zijn derde stuk kwijtraakte vond ook Kees het genoeg. In de tweede partij, nu met Kees achter de witte stukken, deed Bonne het wat rustiger aan maar toch kwam hij ook nu al na tien zetten een pion voor. Kees wist echter een veelbelovende aanval via de koningsvleugel op te zetten en had daar misschien meer uit kunnen halen dan gedaan. Want wel werd de zwarte koningsstelling flink verwoest maar daar stak Kees wel een loper (voor twee pionnen) in. Tenslotte wist Bonne de dames te ruilen, wat de nodige ademruimte gaf. Hierna kreeg Kees nog de gelegenheid voor een remise door een herhaling van zetten maar hij wilde blijkbaar meer en ging er niet op in. Qua stelling had Bonne nu een loper voorsprong en daar stond één pion meer voor Kees tegenover. Hij had echter wel drie mooie vrijpionnen op de koningsvleugel en daar ging hij ook mee lopen. Maar Bonne wist één van die pionnen buit te maken en een tweede middels een schaak. Dat werd Kees te veel en ook deze partij gaf hij op en was Bonne dus een ronde verder.
Nu eerst de nieuwe tussenstand.
Dan laten we nu Fred aan het woord voor de RSB-wedstrijd:
De nieuwe RSB-competitie 2023-2024 is weer begonnen. Nog voor de Algemene Ledenvergadering van De Pionier (op donderdag 28 september), moest het tweede team van De Pionier een uitwedstrijd spelen tegen Onésimus 3 uit Rotterdam. Teamleider Sheila de Jonge kreeg te maken met een afmelding van Alex van Wieringen, die aan bord 1 zou spelen. Gelukkig wilde Wilco Baartmans zijn plek innemen. Echter dan wel aan bord 6. Sheila had zichzelf nu aan bord 1 geplaatst. Eenmaal aangekomen bij de speellocatie van Onésimus moest er gezocht worden naar een parkeerplaats. En de kosten voor deze parkeerplaats waren fors!
Even na 20.00 uur werd door de wedstrijdleider gevraagd om de klokken te starten. Na het nemen van een bak koffie of thee werd het rustig in de zaal. De opening van Ivan Jansen aan bord 8 was prima. Ivan wist na weinig zetten twee stukken te veroveren en na circa 45 minuten spelen wist hij het eerste punt binnen te halen (0-1).
Dit was een flinke opsteker voor het team! Ook Michiel Landman vloog uit de startblokken aan bord 4. Michiel zette zijn tegenstander onder druk met onder meer een aanval op de koningsstelling. Michiel hield hier een pion en een kwaliteit aan over. Na dameruil bleven twee vrijpionnen over. Dit was voor Michiel een koud kunstje om de overwinning te pakken (0-2).
Wilco Baartmans aan bord 6 deed zijn best om zijn invalbeurt te belonen met een overwinning. En die kwam er ook. Met een uitstekende opening en vlak daarna een vernietigende koningsaanval, die zou uitmonden in schaakmat. Zijn tegenstander liet het niet zover komen en gaf op (0-3).
Nu was het de beurt aan Martijn van Dam aan bord 3. Martijn kreeg na de opening een sterk centrum. Via een combinatie won hij een pion. Op de dame vleugel werd toen het spel gespeeld. De zwarte dame werd ingesloten en kon enkel worden gered door het weggeven van een loper. Martijn kon toen vrijuit spelen en de vrijpion op b6 werd erg sterk. Gesteund door de dame, toren en loper was er geen houden aan. Het vierde punt was binnen (0-4).
Aan bord 4 kreeg Maurits Leentvaar te maken met goed spel van zijn tegenstander. Die kreeg het voor elkaar om, na een grote ruil van stukken, beide torens op de zevende rij bij Maurits te krijgen. Diverse pionnen werden geslagen. Uiteindelijk bleef er een toreneindspel over dat eindigde in remise (½-4½ ).
Sheila de Jonge speelde dus aan bord 1 tegen een sterke tegenstander. Maar dat wist ze van tevoren. Na goed tegenspel, verloor ze uiteindelijk een pion. Deze pion zorgde ervoor dat de druk hoger werd. Na een afruil kwam Sheila in een slechte stelling terecht en verloor (1½-4½).
Naast Sheila zat, aan bord 2, Fred van Wieringen, die te maken kreeg met een voor hem onbekende opening. Ook Fred kwam onder druk te staan dankzij een pion op e5. Tevens moesten alle zeilen bij gezet worden om een koningsaanval te pareren. En dat lukte. Fred kwam beter in zijn spel en won een pion. In het eindspel zag Fred de winst niet en de partij eindigde in remise (2-5).
Bord 7 was het laatste bord dat nog bezig was. Van de partij van Leo Stelloo heb ik weinig gezien. Ik zag wel dat Leo de partij verloor, doordat, naar zijn eigen zeggen “de vrijpion zou doorlopen na afruil van de stukken”. De wedstrijd werd dus gewonnen met 3-5. Een prima resultaat!
Het wedstrijdformulier ziet er nu als volgt uit:
Nu volgt eerst de ledenvergadering en daarna mag het eerste team aan de bak, uit tegen CSV 2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten