Al voor het begin van de wedstrijd werd invaller Tim van Huizen meteen soort van in het diepe gegooid. Want, aangezien het team vrij vroeg aanwezig was, werd er een praatje gemaakt met één van de ook al aanwezigen van de thuisclub. Dat was een slechtziende persoon en hij vertelde dat hij ook mee zou spelen in hun viertal. Dat bleek aan bord 3 te zijn en wel tegen Tim. Maar onze jeugdkampioen leek niet echt onder de indruk van wat hem te wachten zou staan, hij bleek zich prima aan te kunnen passen. In hun partij maakte de thuisspeler al relatief snel een fout, wat hem een toren ging kosten. Met deze voorsprong wist Tim de partij snel naar zich toe te trekken en kon hij, als enige toeschouwer, bij de andere partijen kijken. Over toeschouwers gesproken, ofwel het is een superkleine club ofwel dit viertal kent geen kijkers onder hun teamgenoten!? Het bleef de hele avond namelijk verdacht stil. De kop was er nu af, nu maar afwachten wat er verder zou gebeuren. Dat gebeurde in eerste instantie aan bord 2, bij teamleider Kees Breen. Kees speelde tegen de invaller maar daar was in elk geval qua rating weinig van te merken. Maar Kees hield dapper vol en kon een pion op b5 winnen. Maar dat bleek eigenlijk kattengespin, het echte gevecht vond op de c-lijn plaats en daar werden torens geruild en kwam de witte dame een batterij vormen met een loper. Dat wist Kees nog wel te elimineren, daardoor kreeg hij echter wel een zwakke pion op die vermaledijde c-lijn. Die pion ging er, op de langere duur, af en de laatste witte toren ging naar de achterste lijn om daar schaak te geven en verdere dreiging uit te oefenen. Inmiddels had Kees remise geboden, dat werd echter niet aangenomen. Nu wist Kees geen goede zetten meer te vinden en ging de partij tenslotte voor hem verloren. Hierna kwam de beurt aan Bonne Faber aan bord 1, waar hij al meteen met een voor hem nare opening werd geconfronteerd. Daar wist hij niet de beste oplossing voor te vinden en zo kwam hij al snel in problemen. Toch wist hij lang stand te houden met één pion minder. Maar dat werden er, gaande de partij, twee en zo werd hij, langzaam maar zeker, gewurgd. Dat eindigde tenslotte met de dood (lees: het mat) en zo kon er nog slechts een gelijkspel worden behaald als er gewonnen zou worden aan bord 4. Dat zou dan Wilco Baartmans moeten doen. Maar ook hij was op achterstand van één pion gekomen en ook voor hem ging het er dreigend uitzien. Met beiden nog een toren en een paard en drie pionnen voor Wilco en vier voor zijn tegenstander ging deze in de fout en dat zou hem een stuk hebben gekost. Maar Wilco zag het idee wel maar de juiste uitvoering niet en zo ding ook hier de partij verloren en werd de uitslag zoals te zien op het wedstrijdformulier:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten