zaterdag 1 april 2023

Ronde 29 en IBC r.4

Een weer verheugend grote opkomst met zelfs enkelen, die een hele poos niet meer op de club waren verschenen. Verder valt op, dat er steeds meer partijen met het z.g. jeugdtempo (45 min.p.p.p.p.) worden gespeeld. Deze avond werd een begin gemaakt met de halve finale van de bekercompetitie, echter met een enigszins onverkwikkelijk einde.

Beginnend met de eerste partijen voor de halve finale van de interne beker. Dit was een puur Van Dam aangelegenheid en ging tussen Martijn en Jan. Martijn mocht met het witte materiaal beginnen maar ondanks zijn grotere hoeveelheid tijd op z'n klok (dankzij het verschil in rating) wist hij daar niet genoeg van te profiteren en zo kwam Jan meteen op een 0-1 voorsprong. Martijn rechtte nu zijn rug om toch de mogelijkheid te houden tot de finale door te dringen en ging waarschijnlijk wat sneller spelen dan in de eerste partij. Dat hielp, want tegen het einde van deze partij had hij een fraaie voorsprong in bedenktijd van ruim 20 minuten. Dat bracht hem er toe nu wat bedachtzamer te gaan spelen en daar kreeg hij de stelling ook wel naar. Hij had een betere positie op weten te bouwen. Jan is echter geen speler die snel het bijltje er bij neergooit en Martijn moest flink aan de bak. Hierbij kreeg hij een stelling met tenslotte een paard voorsprong met verder voor Jan nog een toren en twee pionnen en voor zichzelf ook een toren en nog drie pionnen. Gaande dit eindspel wist hij nog een pionnetje in te pikken. De koning van Jan wist nog moeilijkheden voor Martijn te veroorzaken maar met een paard meer was het voor hem goed te doen. Hij sloeg nu met zijn toren de laatste pion van Jan, wat hem wel een kwaliteit kostte maar met nu drie pionnen voorsprong tegen de kale koning van Jan werd het verdict snelschaken. Hoe dat dan vaak gaat was ook hierbij duidelijk, de eerste partij er van ging naar Martijn, de tweede echter naar Jan en zo moest er een derde partij aan te pas komen. Daarin wist Jan een steeds groter stellingsvoordeel te krijgen maar hij veroorzaakte op een gegeven moment het al eerder genoemde onverkwikkelijke slot (hoewel, het werd nog niet echt een slot, de partij werd afgebroken en er zal binnenkort een oplossing gezocht worden hoe de uitslag dan zal worden), hij speelde een torenzet, plaatste de toren op een veld en meende toen een beter veld te zien. Pakte de toren dus weer vast (volgens eigen zeggen had hij hem nog niet losgelaten) en zette hem op een andere plek. Dat was volgens Martijn onreglementair, volgens hem had Jan de toren even losgelaten voor hij naar het andere veld werd gezet. Hierdoor ontstond de nodige commotie waarbij iedere verder aanwezige er een mening over uitte. Na lang heen en weer praten werd tenslotte besloten er een deskundige mening over te gaan raadplegen, de eerste finalist laat dus nog even op zich wachten.

Voor de interne competitie moest Rik Verheij het opnemen tegen koploper Jan van Huizen. Dat bleek Rik goed aan te pakken, wel heel voorzichtig. Er werd, gaande de partij, het nodige materiaal afgeruild waardoor Jan op een gegeven moment zelfs vier pionnen voor kwam te staan. Maar die pionnen waren niet verbonden en zo wist Rik weer terug in het spel te komen. Stond hij eerst dus vier pionnen achter, dat werd gereduceerd naar drie pionnen, naar twee pionnen en tenslotte stond hij nog maar één pion achter. Maar dat was wel een (vrije) randpion, gedekt door de toren van Jan. Het leek op een gegeven moment op remise uit te draaien maar Rik moet "ergens" een fout hebben gemaakt want Jan wist zijn hele hebben en houden dat nog over was (koning, toren en pion) langzaam maar zeker naar de overkant te brengen. Daar zou die pion een dame zijn geworden, ware het niet, dat Rik de partij eerder opgaf. Fred van Wieringen kreeg Sheila de Jonge tegenover zich en Fred schoof rustig naar een betere positie. Dat mondde uit naar het moment, dat Sheila er weinig heil meer in zag en daarom remise aanbood. Fred nam het aanbod even in overweging maar kwam al snel tot de conclusie dat er meer voor hem in zat en daar bleek hij later gelijk in te krijgen. Geen remise dus maar hij wist te winnen. Iedereen kent de term "kat-en-muis-spelletje" wel maar tussen Thomas Ammerlaan en Jan van Baardwijk werd het meer een kwestie van een "slak-en-haas-spelletje". M.a.w., Thomas vloog door de partij en Jan probeerde te redden wat er te redden viel. Dat bleek (te) weinig voor hem, hij mocht Thomas op zeker moment gaan feliciteren met zijn overwinning. Dan Michiel Landman tegen Bonne Faber en dat ging heel snel fout voor Michiel, op zet tien liet hij namelijk een loper in staan, die uiteraard werd geslagen. Dan komt er echter een probleem om de hoek kijken want hoe breng je een dergelijk voordeel naar winst als je tegenstander alle mogelijke moeite doet je in de wielen te rijden. Dat deed Michiel dus, allereerst door de dame van Bonne - waarmee de loper was geslagen - zo veel mogelijk velden te ontnemen. Het resultaat van dit alles was, dat Michiel een gevaarlijk uitziende aanval - met toren en dame - losliet op de koningsstelling van Bonne. Maar die wist het gevaar in de kiem te smoren en wist zelfs van die loper voorsprong een toren voorsprong te maken toen Michiel een paardzet - waarmee dame en de tweede toren van Michiel werden aangevallen - overzag. Dit ging gepaard met schaak, zodat Michiel de loper, die hij aanviel niet kon slaan. Nu liep die aanval van Michiel dood en wat later koos hij eieren voor zijn geld en gaf de partij op. Voor Tim van Huizen werd het de derde partij bij de senioren en hierbij kreeg hij eerste team-speler Alex van Wieringen als tegenstander. Of het nu kwam door het andere tempo of door zijn drukke werkzaamheden buiten de donderdagavond, Alex speelde niet zijn beste schaak. Daar maakte Tim natuurlijk graag misbruik van en hij wist Alex in de tang te krijgen. Daar wist de penningmeester van de club niet meer uit te komen, wat een verrassend verlies voor hem betekende.

Een tweede partij met het jeugdtempo werd gespeeld door Leo Stelloo en Ad van der Ree. Ad was steeds niet in de gelegenheid naar de club te komen, maar toen hij las over het gebruik van het jeugdtempo nam hij contact op of dat ook voor hem zou kunnen gelden, zodat hij dan op tijd weer thuis zou kunnen zijn om daar zijn taken weer te kunnen waarnemen. Uiteraard werd daarin toegestemd en zo kon Ad zijn eerste partij van het seizoen spelen. Dat hij nog steeds een speler is waar je rekening mee moet houden ondervond Leo. Ad zette de partij prima op en veroorzaakte daarmee het feit, dat Leo een loper ging kwijtspelen. Maar voor Leo was dat geen reden om op te geven, later, toen zijn vlag viel, was dat het wel! Weer een partij met het jeugdtempo en wel tussen Baris Kinis en Jacques Kokshoorn. Hier wist Jacques een stuk te veroveren en werd het voor hem eigenlijk een kwestie van uitspelen. Dat deed hij dan ook zoals zoiets hoort en Baris werd gedwongen om op te geven. Ivan Jansen kreeg te maken met Franka de Jong, van wie hij, volgens eigen zeggen, wel zou kunnen winnen. Maar Franka wilde daar niet aan meewerken, ze speelde zetten, waarop Ivan niet zo snel een goed antwoord wist te vinden. Dat ging een poosje zo door en Franka kwam eigenlijk steeds beter te staan, met als gevolg. dat ze de partij naar zich toetrok en Ivan het nakijken gaf. Rob van Wijgerden was de eerste ronde geweest en sindsdien niet meer. Je zou kunnen stellen, dat het bloed toch ging kruipen waar het niet kon gaan! Maar het aantal aanwezigen was oneven en zodoende stelde Rob voor dat hij dan maar tegen SV De Pionier zou gaan spelen. Zo gezegd zo gedaan en Rob kreeg een aantal sterkere maar ook een aantal zwakkere spelers tegenover zich. En hij had het voordeel, dat er zo nu en dan een hele poos niemand naar de stelling kwam kijken. Zo had hij op zeker moment ruim 20 minuten meer bedenktijd, terwijl zijn tegenstanders al flink minder dan tien minuten hadden. Dat leidde tenslotte naar verlies, hoewel de stelling ook wel in Rob's voordeel was. Of Kees Breen ook aan SV De Pionier meewerkte is niet bekend, wel bekend is dat hij tegen Wim Noordermeer moest spelen. Wie het spel van Wim een beetje kent weet, dat hij soms heel verrassend uit de hoek kan komen en daar had Kees blijkbaar onvoldoende op gerekend, wat hem tenslotte verlies opleverde. De beide laagstgeplaatsten van de ranglijst speelden tegen elkaar en Frits Wilschut wist in eerste instantie goed zetten te spelen tegen Wilco Baartmans. Maar gaande de partij werden de zetten van Frits wat slechter en wist Wilco tenslotte de partij te winnen.

Door al deze partijen en uitslagen is er weer een nieuwe tussenstand ontstaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten