In de bekerpartijen krijgt steeds de laagstgeplaatste op de actuele ranglijst de witte stukken, zo ook dus (zoals op de foto te zien) Jan van Baardwijk tegen Jan van Huizen. Een redelijk verschil in bedenktijd tussen hen beiden en was dat er misschien de reden van dat de jeugdleider op een gegeven moment zijn beste tabberd aantrok en een mooie toren weggaf? Er stond een paard van hem gepend richting die toren en - i.p.v. die toren wegspelen - deed hij dat met het paard, waarschijnlijk met de gedachte "zonder paard kom ik nooit die daken op", dus verlies van de toren en even later ook van de eerste partij. Maar in de tweede partij wist hij dit meer dan goed te maken en won die partij dan ook. Dus moesten beiden nu gaan snelschaken en daarin is Jan van Huizen toch wel de betere. Maar Jan van Baardwijk liet het niet op zich zitten en speelde twee goede partijen, hoewel hij ze wel allebei (op tijd) verloor. Dus een Jan naar de volgende ronde, wat al van te voren bekend was. Alleen niet welke. Het werd dus tenslotte Van Huizen. Ook bij de volgende loting speelde een bestuurslid, in dit geval secretaris Sheila de Jonge. Ze had Rik Verheij als tegenstander geloot en in hun eerste partij drong Rik haar in een moeilijke hoek. Om daar uit te komen probeerde ze een matvariant op te zetten. Rik bleek dit echter goed door te hebben en deed die dreiging teniet met zelfs pionwinst en dameruil. Dat betekende al wel snel partijverlies voor Sheila. Ook in de tweede partij werd het van hetzelfde laken een pak, hoewel de partij wel beter verliep voor haar. Toch toonde Rik zich dus de sterkste en mocht daarom ook door naar de volgende ronde. Het grootste verschil in rating (en dus ook in bedenktijd) was er tussen Kees Breen en Jan van Dam. Maar dat was toch minder duidelijk in hun partijen te merken, Kees weerde zich kranig. Toch moest ook hij er na twee verloren partijen de brui aan geven en zo gaat ook deze Jan naar de volgende ronde, waar hij dan overigens zijn (voor)naamgenoot gaat treffen. Die zal inmiddels misschien wel een Jannen-complex krijgen!?
Dan naar de huishoudelijke partijen en de hoogst aanwezige op de ranglijst - na "aftrek" van de bekerpartijen - was Dik van der Pluijm. Hij kreeg nu Bonne Faber tegenover zich en trok - na de inleidende bekende theoretische zetten - fel van leer op de koningsvleugel (na een lange rochade). Dat gaf Bonne het idee dat het verstandiger zou zijn z'n koning maar in het centrum te houden en wat te proberen op de damevleugel. Zo ging het een poosje verder en speelde Bonne eigenlijk met een toren minder. Op een bepaald moment kreeg Dik blijkbaar genoeg van het heen en weer geschuif en offerde een paard (een belangrijk stuk in deze tijd lijkt het wel!?) voor een pion. Nu verkeek Bonne zich faliekant op het gebeuren en sloeg nog een pion, daarbij totaal een schaak met de dame op f7 over het hoofd ziend. Als hij, in plaats daarvan, de f-lijn had bezet met een toren dan had hij goede winstkansen gekregen. Vlak voor dat paardoffer van Dik had hij nog gespeeld met de gedachte om remise aan te bieden (wat misschien wel aangenomen zou worden gezien de tijdnood waarin Dik al een poosje verkeerde) maar na dat offer zou het geen goede gedachte meer zijn. Nu stortte zijn hele stelling in elkaar en gaf hij enkele zetten later op. Dan de strijd tussen twee youngsters, Thomas Ammerlaan en Martijn van Dam. Ze probeerden er een leuke partij van te maken en vooral Thomas kwam sterk opzetten. Hoe hij het punt tenslotte binnensleepte is, door de eigen problematiek, niet geconstateerd. Wel won hij dus de partij. Leo Stelloo was, na verliespartijen, wat afgezakt op de lijst, waar hij nu Jacques Kokshoorn tegenover zich kreeg. Hier werden een aantal pogingen gedaan om de partij te winnen maar dat lukte geen van beiden. Dus werd de partij remise. Michiel Landman had zijn laatste partijen verloren en zon daarom nu op wraak. Dat zou best moeilijk kunnen worden, de opkomst was nu namelijk oneven en Michiel zou aan de beurt zijn om tegen alle andere aanwezigen te spelen. Daar bleek hij wel voor te porren en zo kroop hij in een hoekje, misschien hopend dat hij daar niet zo snel zou worden gevonden. Maar hij hoefde zich geen zorgen te maken, ondanks het feit dat hij wel door anderen werd gevonden wist hij toch moeilijkheden te creëren. Die werden tenslotte zo groot voor de verdere Pioniers dat ze het niet meer konden bolwerken en Michiel dus weer eens had gewonnen. Wilco Baartmans was afgelopen maandagavond samen met Wim Noordermeer naar Gouda geweest voor de viertallencompetitie en daar hadden ze beiden verloren. Nu zou er dus door één van beiden moeten worden gewonnen eigenlijk en daar kreeg Wim de meeste kans toe. Hij toonde zich wat slimmer dan Wilco en zo werd hij degene, die later een punt mee naar huis mocht nemen. Tenslotte Frits Wilschut, die al vaker als laatste aan de beurt is. Deze avond was Ivan Jansen zijn tegenstander en Ivan wist Frits dermate in het nauw te brengen dat hij de partij opgaf. Dit alles levert dan een nieuwe tussenstand op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten