Het duurde vrij lang voordat er een eerste uitslag kon worden genoteerd, hoewel het gevecht hier en daar van te voren wel sommige interessante wendingen liet zien. Dat eerste resultaat kwam aan bord 5 bij teamleider Jan van Dam. Het was zo rond half elf dat hier de vrede werd getekend, hoewel Jan meer kansen op een beter resultaat heeft gehad dan zijn tegenstander. Dat bleek ook een beetje uit het feit, dat Jan regelmatig bij de andere borden kwam kijken hoe ze het er af brachten. Net als de meesten van hen had Jan een tegenstander met een hogere rating. Remise was daarom ook een mooi resultaat voor hem.
Maar helaas ging het al snel bergaf met de tussenstand want Hans van Calmthout leek zich te verrekenen in zijn stelling. Hij viel de dametoren van zijn tegenstander aan maar ook een paard van hem werd in de tang genomen. Daarom speelde hij eerst dat paard naar een veiliger plek, echter waarschijnlijk overziend dat er ook een toren van hem werd aangevallen. Die toren werd dan ook geslagen en daarmee werd ook dat weggespeelde paard weer aangevallen. Nu sloeg Hans op a1 maar verloor dus ook dat paard. Nu, met een stuk achterstand werd het heel moeilijk nog iets van de stelling te maken en daar slaagde hij dan ook niet in. Met als gevolg een ½-1½ tussenstand.
Dat werd erger want ook Rik Verheij kwam, aan bord 4, in grote moeilijkheden. Zijn tegenstander had, in de loop van de partij, al zijn pijlen gericht op de koningsvleugel van Rik, via de h-lijn. Daar had Rik het maar moeilijk mee, hoewel hij het eindresultaat nog wel een poosje uit wist te stellen. Maar op een gegeven moment kwam er ook nog een loper de Krimpense aanval versterken met een directe aanval op de dame van Rik. Die dame werd weggespeeld en hierna was het snel afgelopen met de ambities van Rik. Misschien was het slaan van de loper door de dame (dame geven voor toren en loper) een betere oplossing geweest, dan zou de h-lijn echter helemaal open zijn gekomen met misschien hetzelfde gevolg: ½-2½.
Het meest vervelende moest echter nog komen en wel aan bord 6 bij Jan van Huizen. Jan had een mooie stelling weten te creëren en leek daarmee op weg naar een prima resultaat. Maar Jan leek aangestoken te zijn door hetzelfde virus als zijn linkerbuurman Hans en een miscalculatie ging zijn lot worden. Z'n tegenstander had blijkbaar - net als Louis van Gaal - het geluk aan zijn kont hangen. Want niet de te verwachten winst was er voor Jan maar hij werd vastgezet op de koningsvleugel en moest even later erkennen dat het niet zijn avond zou worden: ½-3½.
Jaap Santifort was een beetje geofferd aan bord 1. Daar kreeg hij, als klap op de vuurpijl, de veruit sterkste van de tegenpartij tegenover zich. Door een late afzegging bij de Krimpenaars was deze speler opgesteld, waarbij je je de vraag kunt stellen waarom dat niet eerder was gebeurd. Immers, iemand met veruit de hoogste rating van het geheel wil je er graag vanaf het begin bij hebben. Zo echter blijkbaar niet in de Krimpenerwaard!? Desalniettemin heeft Jaap een prima partij gespeeld, hoewel hij wel het meeste in de verdediging was gedrongen. Maar uiteindelijk was het voor hem toch afgelopen, hoewel hij met opgeheven hoofd later de zaal kon verlaten: ½-4½.
Een, ietwat schrale, troost kwam er aan bord 8, waar invaller Fred van Wieringen ook een prima partij speelde. Hier hielden beide spelers elkaar goed in evenwicht, hoewel Fred zo nu en dan wel het beste deel van de partij aan zijn kant leek te hebben. Na afruil van het meeste materiaal resteerden er voor Fred een loper en een paard terwijl zijn tegenstander nog beschikte over het loperpaar. Maar het paard wist achter de vijandelijke pionnen te komen en daar een pion aan te vallen, die niet meer gedekt kon worden. Maar ook de tegenstander liet zich natuurlijk niet onbetuigd, hij viel Fred's pionnen aan de andere kant aan. Dat wist Fred nog keurig te dekken, hij moest later zijn paard echter ruilen tegen een loper en nu ontstond er een eindspel van ongelijke lopers. Daarom kreeg Fred ook een remiseaanbod, dat hij in eerste instantie afsloeg omdat hij nog kansen zag in het centrum. Maar die kansen werden ook teniet gedaan en zo kwam de tweede remise op het wedstrijdformulier: 1-5.
Toch kwam er nog een lichtpuntje voor het Pionierteam want Ernstjan Pluim Mentz speelde aan bord 3 weer eens als vanouds. Hij kreeg een mooie aanval, het was echter verre van duidelijk hoe hier een goed resultaat uit naar boven zou kunnen komen. Maar hij kreeg toch een punt, waarop hij zijn pijlen kon richten en wel een centrumpion. Het werd wel een kwestie van goede eindspeltechniek, die Ernstjan in principe wel bezit maar die wat weggezakt is door zijn weinig spelen van de laatste jaren. Van de zijkant leek het er op, dat de Krimpenaar een kwaliteit had moeten geven om het ergste voor hem te voorkomen, terwijl de klok ook zo langzamerhand steeds meer invloed op het spel ging krijgen. Maar Ernstjan, met zijn KNSB-achtergrond, wist ook daar raad mee en kon tenslotte een winstpunt bij laten tekenen: 2-5.Als laatste was dan nog Dik van der Pluijm bezig aan bord 2. Daar wist hij een prima stelling op te bouwen, schoot echter een beetje in de stress toen zijn tegenstander "plotseling" sneller ging spelen. En helaas, dat had gevolgen voor zijn partij, hij kwam steeds moeilijker te staan en moest tenslotte zijn tegenstander feliciteren met de winst: 2-6.
Een verdiende overwinning voor de bezoekers, hoewel hier en daar toch een beetje geflatteerd. Maar dat neemt niet weg, dat ze, heel voorzichtig, alvast gefeliciteerd kunnen worden met het kampioenschap en veel succes gewenst mogen worden in de hogere klasse. Het wedstrijdformulier, geschreven door wedstrijdleider Martijn van Dam, zag er uiteindelijk als volgt uit:
In de huishoudelijke competitie konden er toch nog vier partijen worden gespeeld, hoewel dus een aantal spelers, die de laatste weken vaak aanwezig waren geweest, ontbraken.Als "belangrijkste" partij kwamen daarbij Maurits Leentvaar en Martijn van Dam naar voren. Daarbij rijst dan de vraag of het wedstrijdleiderschap (zijn vuurdoop?) van invloed is geweest op het resultaat in de partij. Feit is wel, dat Martijn op zeker moment een stuk weggaf en zodoende eigenlijk ook de partij. Rob van Wijgerden kwam in actie tegen Alex van Wieringen en hij bleek daarin minder gelukkig dan hij de laatste tijd is geweest en dat tegen een Alex die, door drukke werkzaamheden, niet al te veel aan spelen toe komt. Hoe de partij precies is verlopen weten ze zelf het beste. Maar op een zeker moment waren ze aan het snelschaken en bleek, dat Alex de reguliere partij had mogen winnen. Ook was er nog een ontmoeting tussen Sheila de Jonge en Leo Stelloo, waarbij laatstgenoemde een mooie voorsprong van een paard a.h.w. in de schoot geworpen kreeg. Maar hij wilde ook blijkbaar de partij winnen en wees daarom een remiseaanbod van Sheila af. Nu kwam het verschil in speelstijl een beetje naar voren want Leo - door tijdnood gedwongen - moest sneller gaan spelen dan hem lief is en Sheila gaat, juist in die fase, sterker spelen. Dat had tenslotte tot gevolg dat Leo dat stuk weer teruggaf en wat later mat werd gezet. De laatste nog te bespreken partij is die tussen Wim Noordermeer en Jacques Kokshoorn. Wim gebruikte daarin ruim zijn tijd, kon echter niet voorkomen dat Jacques beter kwam te staan. Dat betekende een voorsprong van enkele pionnen, waarvan Jacques er op een gegeven moment vijf op een rij van maakte. Zo werd de koning van Wim teruggedreven en kon Jacques tenslotte het punt binnenhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten