Voor de interne beker speelden Fred van Wieringen en Thijs van Dam er om, wie tegen Dik van der Pluijm mocht spelen voor het winnen van die beker. In de eerste partij, waarbij Fred beter in zijn bedenktijd kwam te zitten wegens hun verschil in actuele rating, viel direct al een verschil te constateren. Fred was intensief bezig om goede zetten te vinden, terwijl Thijs op zijn gemak rond zat te kijken en dan ook relatief snel speelde. Daar bleek ook wel reden voor, gezien het verloop van de stelling. Fred raakte steeds meer in verdrukking en kon tenslotte nauwelijks anders meer dan opgeven, wat hij dan ook deed. Nu de tweede partij, met Fred aan de zwarte kant van de stukken. Ook hier een beetje hetzelfde idee als in hun vorige partij maar toch wist Fred een pion te winnen. Die kon hij niet tot het einde van de partij vast blijven houden. De pion werd weer verloren en ook een tweede volgde. Wat overbleef was toen een paardeindspel met drie pionnen voor Fred en vier voor Thijs. Fred rende toen naar voren met koning en pionnen, terwijl Thijs leek te wachten op wat er op hem af zou komen. Dat bleek tenslotte herhaling van zetten te worden, zodat Thijs de remise, die hij nog nodig had voor de finaleplaats, kreeg zonder het voor te hoeven stellen.
Huishoudelijk gezien was de toppartij die tussen Dik van der Pluijm en Hans van Calmthout en die bleek te eindigen zoals al veel van deze onderlinge partijen hiervoor: in remise. Ze kennen elkaars spel van haver tot gort en willen vaak niet tot het uiterste gaan, vooral als er verder niet al te veel op het spel staat.
Sheila de Jonge moest haar hogere klassering van de laatste tijd "bekopen" met een partij tegen Jan van Dam. Voor Jan werd dit eigenlijk een kwestie van wachten op een fout van de tegenstander. Daar is Sheila uiteraard nauwelijks voor te porren, zodat het een langere partij werd met toch Sheila duidelijk steeds aan het verdedigen. Dat viel zeker niet mee en Jan kwam eigenlijk steeds prettiger te staan. Tenslotte kwam het te verwachten resultaat dan ook in de boeken: verlies voor Sheila.
Maurits Leentvaar kreeg te maken met de rising star van het Pioniergebeuren, met Thomas Ammerlaan. Het werd een interessante partij met toch wel Maurits vaak aan de leiding. Maar Thomas liet zich ook wel opmerken en trachtte aan te vallen waar dat mogelijk was. De witte koning was het vrije veld in gelopen en kon daar schaak worden gezet op de tweede rij, met de dame. Van de drie mogelijkheden om dat schaak op te heffen was er maar één goed, het tussenplaatsen van de dame. Dameruil was nu geen optie voor Thomas, dus speelde hij z'n dame terug naar waar ze vandaan was gekomen. Maar ook Maurits vond geen betere zet en speelde dus ook de dame weer terug. Je herkent de situatie hier dan wel: remise door herhaling van zetten en opnieuw een keurig resultaat voor Thomas.
Dan mocht Bonne Faber het weer eens proberen tegen Rob van Wijgerden, die niet geweldig goed uit de opening wist te komen. Het werd al een beetje erger voor hem, toen hij, in plaats van (lang) te gaan rocheren, loperruil aanbood, waar Bonne op in ging. Nu werd de pion, waarmee de loper was teruggenomen, aangevallen door de dame, waarop Rob niet beter wist te vinden dan z'n koning opspelen ter dekking van die pion. Met de dame dekken was beter geweest. Er ging een zwart paard in de aanval, waardoor de aangevallen witte toren naar de derde rij ging om daar dat paard aan te vallen. Er was verder geen veld over voor het paard dan de loper op c1 te slaan. Na een rustig pionzetje van Rob ging Bonne met die toren in de aanval op de zwarte koning, die naar d7 was gespeeld. Hier zat ook een valletje aan vast en daarvoor deed Bonne een pion in de aanbieding. Daar trapte Rob in en zo kostte het hem de dame. Meteen daarna ook opgave.
Na enkele minder goede resultaten was Martijn van Dam afgezakt op de ranglijst en daar kwam hij nu Jacques Kokshoorn tegen. Jacques had wel pech, vorige week tegen Thijs en nu Martijn als tegenstander. Maar hij probeerde er wel het beste van te maken. Dat bleek nog onvoldoende, Martijn was in goede vorm en versloeg hem zodoende.
Een enigszins verrassend resultaat kwam er in de partij tussen Jan van Baardwijk en Michiel Landman. Laatstgenoemde lijkt de laatste tijd zich een beetje in de lappenmand te bevinden en ook in deze partij bleek dat een feit. Jan was redelijk aanvallend bezig en daar bleek Michiel niet het juiste antwoord op te kunnen vinden, behalve opgeven.
De laatste te behandelen partij is die tussen Kees Breen en Leo Stelloo, beiden lid van het derde team. Wel zaten ze de afgelopen wedstrijd beiden aan het uiteinde van het team. Het resultaat van hun partij deze avond was hetzelfde als in de deze week gespeelde wedstrijd van hun team. Ook hier overheersten eigenlijk de fouten en foutjes, waarbij Kees tenslotte de betere stelling kreeg. Maar dan moet je het nog wel af weten te maken. Maar daarbij kreeg hij hulp van Leo, die zijn koning naar voren speelde om op termijn zijn vrijpion op de b-lijn te gaan ondersteunen. Daarbij overzag hij echter dat Kees nu een loper kon slaan met schaak, een loper, die ongedekt stond. Maar Kees zag dat niet en gaf schaak op een andere manier, met een toren. Daar werd snel die loper tussen geplaatst. Maar die loper ging toch nog verloren via een aanval met pionnen. Het enige, wat Leo nu nog restte was die vrijpion, die inmiddels op b2 was aangekomen. Maar met zijn voorsprong in materiaal kon Kees erger voor hem voorkomen en zo wist hij tenslotte te winnen.
Dit alles brengt een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten