zondag 24 maart 2019

De Pionier V1-Krimpen V1 en ronde 27

De externe competitie voor de achttallen is bijna voorbij (het wemelt op de RSB-site al van de kampioenen en de degradanten), de viertallen zijn eigenlijk pas net over de helft. Voor beide teams stond er eigenlijk weinig meer op het spel dan de spreekwoordelijke eer terwijl de verder aanwezige Pioniers daar ook voor streden, dan wel de persoonlijke dus.
De spelers van beide viertallen maakten er een mooie avond van, het ging dus een hele tijd duren voor er door wedstrijdleider Sheila de Jonge iets anders dan de spelersnamen op het wedstrijdformulier kon worden ingevuld. Als eerste zette Jan van Baardwijk, spelend aan bord 2, de wedstrijdleider aan het werk. Voor hem kon ze het eerste punt voor het viertal invullen, waarbij Jan het toch nog wel spannend wist te maken. Die spanning was eigenlijk vooral te merken als je een blik op de wedstrijdklok wierp, Jan verbruikte namelijk redelijk meer bedenktijd dan zijn tegenstander. Toch leverde dat dus op!
Als tweede kwam Albert Schaefer, bord 4, op de proppen. Albert had een hele mooie positie op weten te bouwen, met een prachtige vrijpion op c7. Die vrijpion werd gedekt door de dame en er stonden, naast beide dames en koningen, nog slechts pionnen op het bord met dus die mooie vrijbuiter van Albert op promotie. Maar de koning van Albert stond ongemakkelijk op zijn eigen vleugel en daar wist de tegenstander van Albert gebruik van te maken middels eeuwig schaak. Er werd daardoor remise wegens driemaal dezelfde stelling geclaimd, door Albert helemaal over het hoofd gezien, echter niet door zijn tegenstander, die iets dergelijks, wegens zijn functie binnen de RSB, niet zo snel over het hoofd zal zien. Na controle door wedstrijdleider Sheila werd de claim dan ook toegekend, wat een 1½-½ voorsprong betekende.
Aan bord 3 wist Wim Noordermeer zijn tegenstander een moeilijke avond te bezorgen. Wim kreeg de kans zijn geliefde openingssysteem te spelen, waar zijn tegenstander enige problemen mee leek te hebben. Toen dus die voorsprong was bereikt zette Wim nog eens de nodige verdere druk op de positie van z'n tegenstander, die daar onvoldoende respons op wist op te brengen en daarom even later de partij opgaf.
Nu richtten aller ogen zich dus op de partij van teamleider Leo Stelloo aan bord 1. Ook hier was er sprake van tijdnood, iets meer voor Leo dan voor zijn tegenstander. Maar Leo wist, middels een open a-lijn (bezet door beide torens) en een mooie vrijpion op de b-lijn, gesteund door dame en loper, veel druk op de Krimpenaar te leggen, waardoor deze zijn tijdsvoorsprong helemaal verspeelde. Nu wist Leo die vrije pion helemaal tot de voorlaatste rij te brengen waar deze een prachtig aanvalsveld op a1 creëerde voor de laatste toren van Leo. Helemaal mooi omdat de witte koning zich ook op de achterste lijn bevond. Om een lang verhaal kort te houden, Leo ving de dame en daardoor ook de partij, waardoor Sheila het volgende wedstrijdformulier vastlegde:

De Pionier V1 1395 - Krimpen a.d.IJssel V1 1224 3½-1½
1 Leo Stelloo 1453 - Theo Heukels 1186 1-0
2 Jan van Baardwijk 1483 - Andre Tukker
1-0
3 Wim Noordermeer 1369 - Leo Koot 1196 1-0
4 Albert Schaefer 1273 - Peter de Weerd 1290 ½-½
De in de interne competitie regerende Jannen kregen beiden een speler van het tweede team als tegenstander. Michiel Landman ging zijn kunnen tonen aan Jan van Dam en slaagde daar langere tijd redelijk tot goed in. Het meeste materiaal werd geruild, tot er, naast de dame, nog 3 pionnen op de koningsvleugel overbleven voor Michiel en 5 pionnen (waarvan één vrije op de b-lijn voor Jan). Bij goed spel zou de partij altijd voor Jan moeten zijn, Michiel deed zijn uiterste best daar een stokje voor te steken. De f-pion van Michiel en de g-pion van Jan werden geruild, zodat Michiel ook nog eens twee losse pionnen kreeg. Er werd geprobeerd eeuwig schaak te laten ontstaan, Michiel moest echter ook die b-pion in het oog houden. Zodoende wist Jan tenslotte zijn voordeel naar winst om te buigen, waarmee hij ruimschoots op plek 1 op de ranglijst blijft.
Bonne Faber kreeg Jan van Huizen tegenover zich en de opening werd vrijwel volgens de gekende boekjes gespeeld. Wat later meende Bonne een goede plek voor zijn zwartveldige loper gevonden te hebben op g5 maar daar kreeg hij later toch spijt van. Het had nog niet zo erg hoeven te zijn als hij die loper maar niet naar h4 had gespeeld nadat Jan h6 had gespeeld. Een tweede foutje maakte Bonne door zijn witveldige loper niet op de diagonaal a2-g8 te houden maar ter ruil tegen Jan's loper op f5 aan te bieden op d3. Maar de grootste fout kwam na het aanbieden van dameruil, hoewel dat op het eerste gezicht wel leuk leek en Jan diep in z'n denktank deed verzinken. Het leverde Jan weliswaar een dubbelpion op de f-lijn op, echter ook een extra pion op die zwartveldige loper dwars te zitten. Zo gebeurde en met een aanval op Bonne's toren op e7 (waarmee hij Jan's dame had geslagen) door een paard werd meteen ook de weg vrijgemaakt voor het vangen van de loper. Het werden weliswaar twee pionnen voor die loper omdat de toren nog iets mee kon snoepen op b7, het ging nu wel moeilijk worden. Nu viel Bonne pion f7 met paard en toren aan en daarbij ontstond de volgende fout. Die pion had met het paard moeten worden genomen, nu wist Jan, met tempowinst, materiaal af te ruilen en bleven er voor beiden twee torens en voor Jan daarnaast nog 4 pionnen en een paard en voor Bonne 6 pionnen over. Ook dit werd door Bonne niet goed gespeeld, zodat Jan enkele zetten later mat wist te geven met toren en paard en zijn mooie positie op de ranglijst wist te verstevigen.
Na zijn debuut in de RSB-competitie vorige week kreeg Thijs van Dam nu een volgende mogelijkheid om zich te bewijzen. Hij mocht het opnemen tegen de toen aan bord 1 spelende Reinier van der Wende. Het ging redelijk snel naar een loper (Reinier) tegen paard (Thijs) eindspel met voor beiden evenveel pionnen. Dat riekt al een beetje naar remise en - na enkele pogingen voor een beter resultaat bood Reinier dat dan ook aan. Maar Thijs voelde zich nog niet helemaal overtuigd en wilde nog even doorspelen. Maar al snel kwam hij er achter, dat er inderdaad verder weinig meer inzat (of één van beiden moest een foutje maken) en zo werd de partij remise.
Ronald van Velzen en Frits van der Veeke hielden elkaar lange tijd in evenwicht en ook hier leek remise als uitslag niet ver weg. Toch werd er nog geprobeerd iets anders te bereiken, hoewel de positie van de pionnen geen ander resultaat leek te beloven. Maar Ronald oefende behoorlijk druk uit op de koningsvleugel en daar maakte Frits blijkbaar een foutje bij, wat hem tenslotte toch de partij ging kosten. Met deze overwinning vestigde Ronald zich sterk in de middenmoot.
Voor André Dijkxhoorn kwam er nu. in Martijn van Dam, een net iets te sterke tegenstander. Dat viel wel op te maken uit het tijdstip, waarop de partij was afgelopen. De meeste anderen waren nog druk bezig zich een weg te banen naar de koning van hun tegenstander toen André het al nodig vond deze partij op te geven.
Ook de laatste partij was een snelle. Casper Verbeek toverde Frits Wilschut een mooie combinatie op de koningsvleugel voor, waar Frits totaal niet op bleek te hebben gerekend. Dat had tot gevolg dat er een z.g. "Kurzpartie" tot stand kwam en Frits plotseling (voor zijn gevoel zeker) mat kwam te staan.

De nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten