Het Pionierviertal bleek ditmaal compleet, had echter wel iets recht te zetten na het debacle in de vorige ronde. Zou dat lukken tegen deze Dordtenaren? De verder nog aanwezige schakers gingen hun best doen voor de interne competitie en nog voor de kwartfinale van de bekercompetitie.
Mooi op tijd kon deze wedstrijd worden gestart, terwijl Alex van Wieringen een oogje in het zeil hield als wedstrijdleider. Zoals te doen gebruikelijk hield men elkaar langere tijd goed in evenwicht. Het eerste resultaat viel te noteren aan bord 4, bij Albert Schaefer. Albert had de c-lijn in bezit genomen en daarlangs wist hij voordeel op te bouwen. Op een gegeven moment wist hij een toren op de laatste rij te krijgen waar deze een op f8 gestald paard in bedwang hield. Er werd nog een loper bijgehaald, die ook op f8 werd gericht. Om de problemen, die voor zwart aan het ontstaan waren, moest de dame, die probeerde onrust te zaaien op haar eigen vleugel, teruggehaald worden. Dat lukte even, toch wist Albert de nodige verdere druk op de stelling van zijn tegenstander te verhogen, wat tot resultaat had dat deze zich gedwongen zag de partij op te geven.
Maar aan bord 1, bij Jan van Baardwijk, ging het minder goed. Wat daar eigenlijk het meeste opviel was het enorme gebruik van bedenktijd voor Jan. Op een gegeven moment, toen Jan's klok al een poosje de seconden aan het aftellen was, had de klok van zijn tegenstander nog maar net de kaap van een uur gerond. Helaas was het niet echt aan Jan's stelling te zien dat hij er zoveel meer tijd in had gestoken. Dat was in het vervolg ook niet het geval zodat Jan de partij helaas op moest geven en er dus een 1-1 gelijke tussenstand door Alex kon worden genoteerd.
Inmiddels had Wim Noordermeer aan bord 3 een leuke stelling op weten te zetten. Het belangrijkste, waar hij rekening mee diende te houden, was een ver opgerukte c-pion. Met het nodige kunst- en vliegwerk kon deze pion later worden opgeruimd en bleef een stelling over met enkele pionnen tegenover elkaar op de koningsvleugel en Wim een vrijpion op de c-lijn. Hierbij had Wim nog een paard en z'n tegenstander een (witveldige) loper. De pionnen van Wim kwamen daarom - op dat moment - alle drie op zwart te staan, terwijl de weg naar de achterste pion werd geblokkeerd voor de koning door Wim's paard. Hij marcheerde met z'n eigen koning naar de damevleugel om daar dan zijn c-pion te ondersteunen. Er werd nog het nodige afgeruild, waardoor Wim tenslotte een pion wist te laten promoveren, terwijl de vrijpion, die zijn tegenstander tenslotte ook had gekregen, pas halverwege het bord was gevorderd. Wim wist het promotieveld te bezetten met zijn dame, zodat het nog alleen zaak werd zijn koning van de andere kant van het bord te halen te ondersteuning. Dat lukte allemaal perfect en zodoende werd de tussenstand 2-1.
Nu moest dus teamleider Leo Stelloo aan bord 2 proberen beide wedstrijdpunten in eigen huis te houden. Zijn stelling leek op dat moment geen winst op te kunnen leveren en dat vond zijn tegenstander blijkbaar ook, hij had tenminste al een paar keer remise aangeboden. Op het moment van aanbieden was Wim nog bezig, dus Leo moest nog even wachten net het aannemen. Toen Wim dus het punt had binnengehaald bood Leo zelf vrij snel remise. Een beetje tot zijn eigen verbazing accepteerde de tegenstander het aanbod, zodat het wedstrijdformulier er hierna als volgt uit ging zien:
Voor de interne bekercompetitie kon een tweede speler zich plaatsen voor de halve finale. De strijd hiervoor ging tussen Ad van der Ree en Fred van Wieringen. Ad had vorig seizoen de finale bereikt, Fred was dus gewaarschuwd! Hij had reglementair wel een tijdsvoordeel aangezien zijn rating lager ligt dan die van Ad. Geen geweldig groot verschil, toch kan het invloed hebben. In de eerste partij legde Ad zijn tegenstander het vuur na aan de schenen, Fred echter wist hem in bedwang te houden en oogstte daarmee een keurige remise, waar hij heel tevreden mee bleek. Dan de tweede partij, waarin het resultaat van de eerste partij heel belangrijk is: ben je tevreden met remise (wat enkele snelschaakpartijen zou betekenen) of ga je voor de winst. Dat laatste leek Ad te willen, helaas voor hem ging hij net iets te ver in zijn winstpogingen. Fred kon de aanval overnemen en voor hem bleek er wel succes weggelegd te zijn. Fred dus door naar de halve finale.
Ook voor de "gewone" competitie stond er een belangrijk treffen op het programma. Voor de tweede keer dit seizoen mochten de actuele nummers één en twee het tegen elkaar opnemen, Jan van Huizen tegen Jan van Dam. Hierin wist eerstgenoemde Jan op zeker moment de dame van zijn tegenstander naast het bord te krijgen, wat hem echter wel drie lichtere stukken kostte. Het werd hierna een moeilijk gevecht voor beiden, waarbij de jeugdleider een vrije a-pion wist te creëren. Deze pion wist later inderdaad de damestatus te krijgen, waarna er in de late uurtjes van de avond een eindspel ontstond van dame en enkele pionnen voor Jan van Huizen tegen het loperpaar en een vrijpion, die de voorlaatste rij inmiddels had bereikt, voor Jan van Dam. Dan gaat uiteraard de bedenktijd ook een woordje meespreken en daarbij was echt te constateren wat de voordelen van het Fischer-tempo zijn. Dan weer had één van beiden minder dan een minuut over, dan weer had dezelfde speler meer dan vier minuten! Om hier duidelijk commentaar op te kunnen geven zou je de gespeelde zetten eigenlijk weer voor je moeten kunnen zien, nu alleen de uitslag: het werd toch nog remise!
Alex van Wieringen speelde, naast het wedstrijdleiderschap, ook nog een partij tegen Peter Derrez en ook hier was er sprake van een redelijk gelijk opgaand gevecht. Op een gegeven moment echter maakte Alex een foutje, wat hem een pion kostte. Die mogelijkheid greep Peter aan om remise aan te bieden en dat aanbod nam Alex aan.
Een wat groter krachtsverschil was er tussen Bonne Faber en Frits Wilschut. Maar daar was in de openingsfase niets van te merken, sterker nog, Frits leek het betere van het spel te krijgen. De strijd ontspon zich vooral door het centrum en met name dan langs de e-lijn. Daar maakte Frits de beslissende fout door een toren in te sluiten waardoor deze met een pion "ongestraft" kon worden aangevallen. Dit ging Frits een toren kosten, terwijl hij het later (te) gemakkelijk maakte door Bonne de gelegenheid te bieden de nog aanwezige lopers te ruilen. Nu ontstond een toreneindspel met aan beide kanten 6 pionnen, voor Bonne echter die toren meer. Dus gaf Frits op.
Eigenlijk een redelijk makkelijke avond werd het voor Michiel Landman. Tegen Kees Berkhout hoefde hij slechts op te letten zijn stukken op de betere plekken neer te zetten en de fout werd dan wel door Kees gemaakt. Inderdaad en zo won Michiel de partij.
Een verrassende partij werd gespeeld tussen Ronald van Velzen en Thijs van Dam. Thijs heeft al verschillende keren laten zien uit het goede snelschaakhout te zijn gesneden, voorwaarde daarbij is dan wel dat beiden in het begin evenveel tijd krijgen toebedeeld. Voor Thijs wordt dan wel het jeugdtempo gebruikt, de tegenstander heeft echter langer tijd om over zijn zet na te denken. Maar Thijs speelde het alsof het een snelschaakpartij betrof en daardoor kreeg Ronald de gelegenheid de partij in zijn voordeel uit te bouwen. Hij kreeg het nodige materiaal a.h.w. in z'n schoot geworpen en had daardoor weinig moeite later de winst op te eisen.
Casper Verbeek speelde eigenlijk ook te snel tegen Frits van der Veeke. Als je dan je zetten wat beter overweegt (niet iedereen ziet de gevaren over vier zetten natuurlijk) krijg je ook meer kansen. Frits wist dit mooi uit te buiten en kon tenslotte de partijwinst over de streep brengen.
De nieuwe tussenstand.
De Pionier V1 | 1394 | - | Dordrecht V4 | 1307 | 2½-1½ | |
1 | Jan van Baardwijk | 1483 | - | Theo Visser | 1458 | 0-1 |
2 | Leo Stelloo | 1453 | - | Henk Barends | 1361 | ½-½ |
3 | Wim Noordermeer | 1369 | - | Peter Fafié | 1300 | 1-0 |
4 | Albert Schaefer | 1273 | - | Aart Harms | 1109 | 1-0 |
Ook voor de "gewone" competitie stond er een belangrijk treffen op het programma. Voor de tweede keer dit seizoen mochten de actuele nummers één en twee het tegen elkaar opnemen, Jan van Huizen tegen Jan van Dam. Hierin wist eerstgenoemde Jan op zeker moment de dame van zijn tegenstander naast het bord te krijgen, wat hem echter wel drie lichtere stukken kostte. Het werd hierna een moeilijk gevecht voor beiden, waarbij de jeugdleider een vrije a-pion wist te creëren. Deze pion wist later inderdaad de damestatus te krijgen, waarna er in de late uurtjes van de avond een eindspel ontstond van dame en enkele pionnen voor Jan van Huizen tegen het loperpaar en een vrijpion, die de voorlaatste rij inmiddels had bereikt, voor Jan van Dam. Dan gaat uiteraard de bedenktijd ook een woordje meespreken en daarbij was echt te constateren wat de voordelen van het Fischer-tempo zijn. Dan weer had één van beiden minder dan een minuut over, dan weer had dezelfde speler meer dan vier minuten! Om hier duidelijk commentaar op te kunnen geven zou je de gespeelde zetten eigenlijk weer voor je moeten kunnen zien, nu alleen de uitslag: het werd toch nog remise!
Alex van Wieringen speelde, naast het wedstrijdleiderschap, ook nog een partij tegen Peter Derrez en ook hier was er sprake van een redelijk gelijk opgaand gevecht. Op een gegeven moment echter maakte Alex een foutje, wat hem een pion kostte. Die mogelijkheid greep Peter aan om remise aan te bieden en dat aanbod nam Alex aan.
Een wat groter krachtsverschil was er tussen Bonne Faber en Frits Wilschut. Maar daar was in de openingsfase niets van te merken, sterker nog, Frits leek het betere van het spel te krijgen. De strijd ontspon zich vooral door het centrum en met name dan langs de e-lijn. Daar maakte Frits de beslissende fout door een toren in te sluiten waardoor deze met een pion "ongestraft" kon worden aangevallen. Dit ging Frits een toren kosten, terwijl hij het later (te) gemakkelijk maakte door Bonne de gelegenheid te bieden de nog aanwezige lopers te ruilen. Nu ontstond een toreneindspel met aan beide kanten 6 pionnen, voor Bonne echter die toren meer. Dus gaf Frits op.
Eigenlijk een redelijk makkelijke avond werd het voor Michiel Landman. Tegen Kees Berkhout hoefde hij slechts op te letten zijn stukken op de betere plekken neer te zetten en de fout werd dan wel door Kees gemaakt. Inderdaad en zo won Michiel de partij.
Een verrassende partij werd gespeeld tussen Ronald van Velzen en Thijs van Dam. Thijs heeft al verschillende keren laten zien uit het goede snelschaakhout te zijn gesneden, voorwaarde daarbij is dan wel dat beiden in het begin evenveel tijd krijgen toebedeeld. Voor Thijs wordt dan wel het jeugdtempo gebruikt, de tegenstander heeft echter langer tijd om over zijn zet na te denken. Maar Thijs speelde het alsof het een snelschaakpartij betrof en daardoor kreeg Ronald de gelegenheid de partij in zijn voordeel uit te bouwen. Hij kreeg het nodige materiaal a.h.w. in z'n schoot geworpen en had daardoor weinig moeite later de winst op te eisen.
Casper Verbeek speelde eigenlijk ook te snel tegen Frits van der Veeke. Als je dan je zetten wat beter overweegt (niet iedereen ziet de gevaren over vier zetten natuurlijk) krijg je ook meer kansen. Frits wist dit mooi uit te buiten en kon tenslotte de partijwinst over de streep brengen.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten