Een belangrijke wedstrijd voor deze groep, de nummers 2 en 1 tegen elkaar. Zou het dan een kwestie worden van de bekende drie honden en dat been? Het zou eigenlijk alle kanten uit kunnen gaan en de gelukkigen zouden volgend seizoen tweede klasse kunnen spelen!
Voor het Pionierteam was de aanloop naar de wedstrijd er eentje van billenknijpen. Tot zover had steeds hetzelfde achttal de wedstrijden gespeeld, nu echter waren er twee spelers afgemeld wegens ziekte en gelukkig kon teamleider Peter Derrez daar twee vervangers voor vinden.
Met twee auto's werd mooi op tijd de reis begonnen zodat men ruim op tijd ter plekke zou kunnen zijn. Maar het tegenwoordige verkeersaanbod gooide enig roet in het eten, er moest zo'n tien minuten voor de Brienenoordbrug worden gewacht en voordat een dergelijk verkeersinfarct helemaal is opgelost wil dus wel eens even duren. Toch waren beide auto's nog op tijd, de gastheren waren nog bezig met het opstellen van de borden, waarschijnlijk veroorzaakt door jeugdperikelen.
Nadat ook dit allemaal naar volle tevredenheid was opgelost kon er aan het gevecht worden begonnen en ging het een uurtje gelijk op aan alle borden. De eerste, die daar verandering in bracht was teamleider Peter aan bord 4. Peter had zo al eens om zich heen zitten kijken en die gelijk opgaande strijd in ogenschouw genomen. Ook op zijn bord was daar sprake van, de zware stukken waren naar het doosje verbannen en Peter vond dit een moment om remise aan te bieden. De tegenstander was dezelfde mening toegedaan zodat het aanbod werd aangenomen.
De stand van de wedstrijd bleef zo een poosje op ½-½ staan, daar kwam echter verandering in door Bonne Faber aan bord 7. Bonne was enigszins in de war geraakt, aangezien zijn tegenstander twee openingssystemen door elkaar haalde en dat kostte hem eigenlijk enig voordeel. Hij kwam dus wat minder goed te staan, daar maakte de tegenstander (voor hem) te weinig gebruik van. Hij wilde op zeker moment een doorbraak forceren, speelde de daarbij betrokken pion echter te ver door. Nu wist Bonne, langzaam maar zeker, beter spel te krijgen en wist druk op de vijandelijke koningsstelling uit te oefenen. Op een gegeven moment had hij de keus uit twee mogelijkheden, de ene betekende in eerste instantie een stukoffer om daarmee de dekking van een matveld weg te lokken en de tweede was een directe aanval op de koningspositie. Bij de analyse achteraf gaf de Capellenaar aan dat als de eerste mogelijkheid zou zijn gespeeld hij meteen zou hebben opgegeven (dit zou niet juist zijn geweest, bij de goede zet zou het Bonne dat stuk hebben gekost). Met de tweede mogelijkheid ging Bonne voor pionwinst en meteen het uit elkaar spelen van de verdediging voor de koning. Maar er werd nog anders op gereageerd en nu kon Bonne op pionwinst gaan spelen. Dat lukte ook en de partij kreeg een snel einde door het slaan van een pion door de tegenstander, een pion, die eigenlijk wat vergiftigd was. De pion werd door een toren geslagen en Bonne nam met zijn dame terug. Als de dame geslagen zou worden dan kon de viandelijke dame met schaak teruggenomen worden, wat dan veel materiaalverlies zou hebben betekend. De Capellenaar koos er echter voor om de partij op te geven na het voor hem onverwachte dameoffer.
Na hierna het verdere partijverloop zo eens te hebben bekeken moest men wel een beetje tot de conclusie komen dat winst voor het Pionierteam er zeker niet in zou zitten, eerder een verlies met 5-3 of iets dergelijks. Maar schaakgodin Caïssa keek mee en bleek toch een beetje op de hand van de Pioniers! Nog niet meteen, eerst zou Michiel Landman aan bord 3 nog diep door het stof moeten. Hij zou in eerste instantie een stuk binnengehaald hebben, had dat even later weer verspeeld en kreeg nu een aanval van beide torens en de dame te verduren. Hij kon nog enig soelaas vinden in enkele schaakjes met de eigen dame en had daarbij de dames kunnen ruilen, hoewel ook dat waarschijnlijk tenslotte ook verlies zou hebben betekend. Nu echter kon een schaakje opgelost worden door het tussenplaatsen van een toren, die Michiel's koning eerst a.h.w. beschermd had tegen schaak. Dit kostte Michiel dus de dame en de partij, waarna de stand weer in evenwicht werd gebracht.
Dat bleef nog even zo want aan bord 8 kreeg invaller Leo Stelloo een remiseaanbod nadat zijn tegenstandster haar mooie aanval niet wist door te zetten en een beetje uit frustratie daarvoor maar remise aanbood. Dat aanbod werd door Leo geaccepteerd nadat hij in overleg was gegaan met z'n teamleider. Een beetje met de gedachte "hebben is hebben en krijgen is de kunst" in het achterhoofd. Nu was de tussenstand dus helemaal in evenwicht met 2½-2½.
Daar kwam verandering in door de tweede invaller, Jan van Baardwijk, spelend aan bord 5. Daar wist Jan zijn zaakjes in eerste instantie redelijk voor elkaar te houden, totdat hij een mooi offer op b4 kreeg te verwerken waardoor een vijandelijke toren zijn stelling kwam binnengewandeld. Jan had niet gerocheerd en wandelde met zijn koning het centrum in. Had hij daarna een pion met een paard teruggeslagen dan was er misschien niet zo veel aan de hand geweest, nu hij echter met de koning terugnam bleek het hek een beetje van de dam. Jan verloor het nodige materiaal en kon enkele zetten later opgeven, waardoor de tussenstand 3½-2½ werd.
Het ging er dus een beetje moeilijk uitzien voor Peter en zijn team omdat bord 2 er goed en bord 6 er slecht uit gingen zien voor het Pionierteam. Het breekpunt zou dus wel eens kunnen komen te liggen aan bord 1, waar Fred van Wieringen acte de présence gaf voor de Hellevoeters. Hier ging hetzelfde verhaal een beetje op wat aan een aantal andere borden ook opging. Het ging namelijk een hele tijd gelijk op en een winnaar leek moeilijk aan te geven. Maar een partij is eigenlijk pas ècht afgelopen als beide spelers elkaar de hand hebben geschut en dat zat er aan bord 1 nog lang niet in. Toen echter kwam Fred's tegenstander in een soort van mentale problemen, hij zag zijn klok de seconden snel aftellen en die van Fred deed dat iets minder (m.a.w., Fred had een kleine voorsprong in tijd). Nu ging de tegenstander sneller spelen en dat wil dan wel eens gepaard gaan met foutjes. Fred leek daarbij de iets betere snelschaker, hij greep de hem geboden kansen met beide handen aan en wist het inderdaad te forceren dat de Capellenaar hem wat later de hand ging schudden ter felicitatie met de partijwinst.
Hierdoor kwam de stand weer in evenwicht en Martijn van Dam, spelend aan bord 6, zag daarin de mogelijkheid om zijn partij op te geven, waar hij al redelijk verloren stond. Martijn had de hele partij door een beetje met de rug tegen de muur gespeeld (hoewel hij niet aan de muurkant van het bord zat) en had, vooral in het tweede deel ervan, moeilijke zetten moeten doen, waar hij redelijk in slaagde. Maar zijn tegenstander deed dat net iets beter en wist daardoor de uiteindelijke winst naar zich toe te halen.
Nu dus een tussenstand van 4-3, waarna het slotoordeel van de wedstrijd geveld zou gaan worden aan bord 2, bij Reinier van der Wende. Reinier had, geheel op de hem eigen wijze, rustig de tijd genomen om een mooie positie op te bouwen. Langzaam maar zeker had ook bij zijn toekijkende teamgenoten het idee post gevat dat het wel goed zat bij en met Reinier. Dat bleek ook wel, toen hij de laatste pion van zijn tegenstander afsnoepte had hij er zelf nog liefst 5 over! Daarnaast had hij nog een toren, net als zijn tegenstander. Deze speelde onverdroten verder, je kunt immers nooit weten welke fout er nog kan worden gemaakt! Maar daar had Reinier helemaal geen zin in, hij wist met rustig spel zijn pionnen naar voren te spelen, waar niets tegenin was te brengen. Uiteindelijk moest zijn tegenstander dan ook opgeven en kwam het wedstrijdformulier er als volgt uit te zien:
CSV 3 | 1458 | - | De Pionier 2 | 1559 | 4-4 | |
1 | Pepijn Swets | 1563 | - | Fred van Wieringen | 1693 | 0-1 |
2 | Cees Groenendijk | 1541 | - | Reinier van der Wende | 1698 | 0-1 |
3 | Andre Grootenboer | 1484 | - | Michiel Landman | 1527 | 1-0 |
4 | Jan van Dijk | 1440 | - | Peter Derrez | 1575 | ½-½ |
5 | Richard van de Velde | 1422 | - | Jan van Baardwijk | 1483 | 1-0 |
6 | Arjan Doorgeest | 1401 | - | Martijn van Dam | 1477 | 1-0 |
7 | Bas Koote | 1356 | - | Bonne Faber | 1563 | 0-1 |
8 | Petra de Korte | - | Leo Stelloo | 1453 | ½-½ |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten