Een ronde zonder externe zorgen voor het moment, wel met een oneven opkomst daarentegen. Uit de reacties (niet auditief!) van de leden is wel te merken dat men het idee leuk vind, echter nog niet staat te springen om er aan mee te doen. Maar nieuwe zaken moeten gewoon hun tijd hebben om aan te wennen en dat zal ook best gebeuren, gezien het aantal keren in het verleden dat iemand oneven moest zijn.
Voor deze interne ronde zou Martijn van Dam zich weer moeten gaan bewijzen en daarvoor mocht hij in actie komen tegen Bonne Faber. Maar, helaas voor Martijn, dat zou dus niet voor deze keer zijn. Met een Siciliaans fianchetto probeerde hij kansen te creƫren maar dan moet je wel beter op je materiaal letten dan Martijn deed. Aan het begin van het middenspel dreigde Bonne, met een paardvork, een kwaliteit te winnen. Hier had "simpel" Pc3 of Pa3 kunnen volgen, Martijn koos echter voor het trachten te verdrijven van het aanvallende paard met a3. Dat leverde uiteraard niets op, alleen die paardvork en daar zal Martijn niet op hebben zitten wachten. Maar, net als met alle materiaalverlies, daar zit eigenlijk alleen je tegenstander op te wachten. En Martijn maakte het nog erger, niet alleen die kwaliteit, ook een stuk ging nog in het doosje. Om het niet nog erger voor Martijn te maken, nu alleen nog vermeld, dat hij de partij verloor.
Wim van Schie mocht nu een poging wagen de momenteel in prima vorm stekende Rik Verheij het leven een beetje zuur te maken. Dat wist Wim een hele poos vol te houden, zelfs tot in een toreneindspel. Maar daarin bleek Rik dan weer de boventoon te voeren en mocht Wim proberen er nog zoveel mogelijk van te maken. Dat "zoveel mogelijk" bleek veel te weinig voor Wim en hij moest dan ook de partij opgeven.
Het lot - in dit geval competitieleider Bonne - had Jan van Huizen als oneven speler aangewezen en Jan ging lekker zitten wachten tot er iemand zijn openingszet kwam beantwoorden. Mag je, aan de hand van deze partij, stellen, dat de openingskennis van de Pioniers een beetje op een laag pitje aan het sudderen is? Want binnen 10 zetten stond Jan al een pionnetje voor en na 15 zetten al een tweede. Het werd snel erger want binnen 20 zetten had Jan een toren buitgemaakt en was hij bezig zoveel mogelijk materiaal af te ruilen. De Pionier raakte daar zo van in de war, dat de notatie het ook af liet weten en Jan er even later zelfs nog een toren bij won. Enkele van de sterkere Pioniers kwamen even kijken en liepen daarna hoofdschuddend weer weg, niemand wilde het echter op zich nemen de partij op te geven. Dat probeerde Jan wat te forceren door een paard terug te geven, daar kwam echter wel weer meer spel van en Jan's voorsprong bestond nu nog uit "slechts" twee verbonden vrijpionnen op de damevleugel. Daar had Jan echter voldoende aan om tenslotte de partij te winnen.
Toch een wat moeilijker avond ging Jan van Dam beleven tegen Jan van Baardwijk. Daar was in het begin niet zoveel van te merken, Jan van Baardwijk zat veel bedenktijd te gebruiken en dus was Jan van Dam veel te vinden rond het bord van Jan van Huizen, later mee hoofdschuddend. Maar met het gebruik van veel bedenktijd had Jan van Baardwijk wel een goed idee over de stelling gekregen, hij zette druk langs de b-lijn en daar sloeg hij op zeker moment de pion. Terugnemen zou een probleem opleveren, nu echter wist Jan van Dam ook niet het beste spel te vinden. Jan van Baardwijk bracht hem steeds meer in problemen en tenslotte was er geen uitweg, behalve opgave, meer te vinden.
Je zou deze avond maar Van Dam heten, dan hoorde je niet bij het gelukkigste deel van de Pioniers, ook Thijs bracht het er niet goed af, tegen Leo Stelloo. Eigenlijk kreeg Leo al snel goede mogelijkheden op voordeel, hij had echter tijd nodig om die te vinden. Maar uiteindelijk lukte dat toch wel en wist Leo zijn tegenstander tot opgave te dwingen.
Het slechtste zou Casper Verbeek zich eigenlijk moeten voelen na afloop van de schaakpartijen. In de loop van zijn partij tegen Sheila de Jonge was het hem gelukt steeds groter voordeel te krijgen. Hij moest er alleen op letten zijn koning niet in al te grote moeilijkheden te brengen. Dat zou eigenlijk ook niet een al te groot probleem moeten zijn geweest, alleen moest hij er om denken zijn achterste rij bezet te houden met een toren. Maar dat vergat hij op een gegeven moment, waarschijnlijk op jacht naar nog groter voordeel. Nu wist Sheila haar dame op die achterste lijn te planten en omdat ze ook al de open h-lijn met een toren bezet had was plotseling mat niet al te ver weg.
Weer eens een treffen tussen de Fritsen, ofwel - in het onderhavige geval - Frits Wilschut tegen Frits van der Veeke. Eerstgenoemde Frits wist enig voordeel te bereiken, dat eigenlijk steeds groter werd. Maar sommige mensen worden dan overmoedig, zo ook Frits Wilschut en dat kostte hem een toren en even later ook de winst. Het werd zelfs verlies voor hem!
Dan tenslotte nog Wim Noordermeer tegen Kees Berkhout. Het wil bij Kees maar niet lukken, hoewel hij eigenlijk helemaal niet zo slecht speelt. Maar hij wil het overzicht wel eens verliezen en dat kost hem dan zaken, waar een schaker later liever niet aan herinnerd wordt. Zo ook ditmaal tegen Wim, die dus vakkundig het punt opstreek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten