Ook de eerste wedstrijd in het nieuwe seizoen voor het tweede team. Ook ging deze avond de eerste ronde van de interne beker van start. De resterende spelers waren dan tot elkaar veroordeeld voor een interne ronde. Ook daarbij de nodige spanning.
Sinds de KNSB en de RSB-competities gescheiden door het leven gaan is het even afwachten wie er tegenover je komt te zitten in een wedstrijd. Om daarvan een duidelijk voorbeeld te geven, vorig seizoen kwam Sliedrecht 3 op bezoek bij De Pionier 1 in klasse 2B (en werd later kampioen in die klasse) en nu kwam Sliedrecht 3 op bezoek bij De Pionier 2 in klasse 3B?! Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met de gehanteerde nummering van teams van verenigingen die zowel in de KNSB-competitie acteren als in de RSB-competitie. Er is dus op de een of andere manier toch niet doorgenummerd, wat dit enigszins vertekend beeld weergeeft. Toch speelde aan Sliedrecht-kant één speler beide wedstrijden mee.
Om dan even naar het wedstrijdverloop te kijken (als je zelf meespeelt is er helaas niet al te veel gelegenheid om diepgaand op partijen in te gaan), eigenlijk al vrij snel kon de eerste uitslag worden genoteerd door debuterend wedstrijdleider Alex van Wieringen. Alex kweet zich naar behoren van zijn taak en deed dat eigenlijk beter dan in die genoemde wedstrijd in klasse 2B, waarbij hij de speler was, die tegen de Sliedrecht-speler speelde die in beide wedstrijden uitkwam.
De eerste uitslag, die hij kon noteren werd een punt voor De Pionier 2, waar Michiel Landman korte metten maakte met zijn tegenstander aan bord 4. Zoals al gezegd, van een aantal partijen kan geen indrukwekkend verslag worden gedaan helaas.
Deze stand bleef niet al te lang op het uitslagenbord staan, daar zorgde Wim van Schie, spelend aan bord 5, voor. Wim kreeg te maken met een op de zevende rij binnendringende toren, wat vaak een slecht teken is. Zo ook bij Wim, zijn tegenstander won een pion op de damevleugel en even later ook de partij, waardoor de tussenstand 1-1 werd.
Maar het Pionierteam liet zich niet in een hoekje drukken en daar werd Reinier van der Wende, die aan bord 3 speelde, toonaangevend voor. Kenmerkend aan zijn stelling werd een pion op zijn koningsvleugel, die ver door wist te dringen. Daar zal zijn tegenstander een fout bij gemaakt hebben want plotseling was die pion verdwenen en er een dame voor in de plaats gekomen. Dan weten de meeste schakers wel wat daar het gevolg van zal zijn en inderdaad, er verscheen een 2-1 voorsprong op het door Alex bijgehouden scorebord.
Mede hierdoor leek het team op stoom te raken, teamleider Peter Derrez zat aan bord 6 wel te zuchten en te steunen, toch kreeg hij stukwinst voor elkaar en met twee paarden tegen een loper en aan beide kanten nog een aantal pionnen ging hij een eindspel in waarbij zijn tegenstander ook nog het nadeel had van enkele losse pionnen. Deze tegenstander nam het zuchten en steunen van Peter over en raakte dat niet meer kwijt dan alleen met z'n opgave!
Hierna mocht het eerste wedstrijdpunt op worden gehaald door Bonne Faber aan bord 7. Al heel snel scoorde Bonne een centrumpion, wist het daardoor verkregen (grote) voordeel echter niet over de streep te trekken, waarschijnlijk wilde hij het te mooi doen. Hij raakte z'n voorsprong weer kwijt, kon echter wel een dubbele f-pion bij z'n tegenstander creëren, die even tevoren kort had gerocheerd. Maar Bonne maakte nog een fout, hij liet eerst een toren naar de g-lijn komen en daarna een paard. De consequenties hiervan onderschatte hij volkomen want hij liet dat paard de dreiging van het slaan van z'n loper op f6 (met schaak) uitvoeren. De loper werd weggespeeld, echter moest die loper wel de pion op h6 blijven dekken. Dat gebeurde ook en nu kwam die dubbele f-pion naar voren. Wat later sloeg Bonne die f-pion, waarna het heel gevaarlijk werd wegens een paardschaak op f6. Dat had een kwaliteit op moeten leveren voor de Sliedrechter, deze gaf er echter de voorkeur aan de pion op h6 te slaan, wat het paard kostte aangezien de loper deze pion nog dekte. De Sliedrechter leek nu de draad helemaal kwijt, hij kwam met z'n dame naar de h-lijn en gaf deze even later pardoes weg toen Bonne met zijn dame die dame aanviel, blijkbaar vergetend dat die dame ongedekt stond. 4-1 dus.
Maar het werd nog beter voor het Pionierteam en dat dankzij Sheila de Jonge aan bord 8. Ook zij wist een leuke stelling op te bouwen, echter niet voldoende om daar een punt mee te scoren. Maar daar kreeg ze een beetje Sliedrechtse hulp bij want haar tegenstander gaf haar de kans om een stuk te winnen. Dat deed Sheila dan ook en wimpelde even later een remiseaanbod dan ook gedecideerd af. Maar ze vond het blijkbaar toch niet in de haak en gaf dat stuk even later dan ook terug. Maar ze werd daardoor kennelijk boos op zichzelf en gooide haar niet te temmen strijdlust in het spel. Daar was haar tegenstander blijkbaar niet tegen opgewassen en zo won ook Sheila even later, waardoor de score op 5-1 kwam.
De volgende partij met een beslissing was die van Fred van Wieringen aan bord 1. Fred speelde tegen de enige die beide bovengenoemde wedstrijden had meegespeeld en natuurlijk stond zoon Alex regelmatig bij dit bord te kijken of pa wraak voor hem wist te nemen. Maar dat ging zomaar niet, Fred had er de nodige moeite mee. Maar uiteindelijk wist hij toch het langste eind naar zich toe te trekken en bracht daarmee de 6-1 tussenstand op het scorebord.
De enige, die nu nog bezig was bleek Martijn van Dam te zijn aan bord 2. Wegens zijn intern goede resultaten van de laatste tijd en zijn getoonde vechtlust daarin had teamleider Peter hem aan dit bord gezet, mede om hier enige ervaring op te doen. Hopelijk zal hij dat ook op hebben gedaan en in een volgende wedstrijd daar profijt van kunnen hebben. Martijn verloor namelijk in een bepaalde fase van de partij een stuk en moest daarna achter de feiten aanhollen. Wat op zeker moment in het eindspel restte waren voor beiden een koning, de dame en een pion en voor de Sliedrechter daar nog een paard bij. Maar Martijn had nog een belangrijk nadeel, zijn koning stond hopeloos alleen aan de andere kant van het bord dan waar alles gebeurde. Daardoor konden even later, middels een schaakje, de pionnen worden afgeruild, waarna Martijn eigenlijk op had moeten geven. Maar gezien zijn genoemde strijdlust speelde hij door en moest daadwerkelijk mat worden gezet.
Alex vulde hierna het wedstrijdformulier in, wat er als volgt uitzag:
Een fraaie overwinning dus, hoopgevend voor de nabije toekomst.
Ook werd een begin gemaakt aan de wedstrijden voor de interne bekercompetitie, waarbij de meest interessante partij die was tussen Jan van Baardwijk en Leo Stelloo. Beide spelers hebben "goed nadenken" hoog in hun vaandel staan, waardoor tijdnood geen onbekende voor hen is. Dat maakte beide te spelen partijen zo interessant. Maar het lukte Leo niet om zijn vuist sterk genoeg te maken en zodoende wist Jan tenslotte beide partijen te winnen.
De tweede strijd was eigenlijk een heel ongelijke en daardoor ook te merken in de bedenktijden voor beiden. Kees Berkhout kreeg te maken met Jan van Dam en Kees kreeg een veelvoud van de bedenktijd van Jan. Maar dat hielp de arme Kees helemaal niet, ook dan was hij niet tegen Jan opgewassen en ook hij moest een 0-2 nederlaag incasseren.
Voor de interne competitie tenslotte konden er nog een viertal partijen worden gespeeld en veruit de meest interessante daarvan was het gevecht tussen Hans van Calmthout en Rik Verheij. De partij wikkelde zich af naar een paardeindspel, waarbij de pionnen van Rik ietsjes minder sterk stonden. Daar wist Hans tenslotte van te profiteren, wat hem dan ook het punt opleverde.
Thijs van Dam kreeg te maken met Frits Wilschut en Thijs bleek hoegenaamd geen moeite met het spel van Frits te hebben, na zo'n uurtje spelen konden beiden hun aandacht op andere zaken dan hun partij richten, Thijs echter wel met een punt in de zak.
Ook eigenlijk een ongelijke strijd was het tussen Frits van der Veeke en Jan van Huizen. Frits deed zijn uiterste best en probeerde ook met de nodige kwinkslagen Jan uit zijn spel te halen. Jan zal daarbij gedacht hebben: "Je doet je best maar, ik laat me niet beetnemen" en won zo tenslotte deze partij.
De laatste partij bleek een verrassende uitslag te krijgen. Ad van der Ree en Wim Noordermeer zaten tegenover elkaar, een niet al te veel voorkomend gebeuren. Wim wist goed uitgekiend spel ten toon te spreiden en Ad wist daar niet doorheen te komen, waardoor het een vredelievend slot kreeg met een mooie remise.
De nieuwe tussenstand.
De volgende partij met een beslissing was die van Fred van Wieringen aan bord 1. Fred speelde tegen de enige die beide bovengenoemde wedstrijden had meegespeeld en natuurlijk stond zoon Alex regelmatig bij dit bord te kijken of pa wraak voor hem wist te nemen. Maar dat ging zomaar niet, Fred had er de nodige moeite mee. Maar uiteindelijk wist hij toch het langste eind naar zich toe te trekken en bracht daarmee de 6-1 tussenstand op het scorebord.
De enige, die nu nog bezig was bleek Martijn van Dam te zijn aan bord 2. Wegens zijn intern goede resultaten van de laatste tijd en zijn getoonde vechtlust daarin had teamleider Peter hem aan dit bord gezet, mede om hier enige ervaring op te doen. Hopelijk zal hij dat ook op hebben gedaan en in een volgende wedstrijd daar profijt van kunnen hebben. Martijn verloor namelijk in een bepaalde fase van de partij een stuk en moest daarna achter de feiten aanhollen. Wat op zeker moment in het eindspel restte waren voor beiden een koning, de dame en een pion en voor de Sliedrechter daar nog een paard bij. Maar Martijn had nog een belangrijk nadeel, zijn koning stond hopeloos alleen aan de andere kant van het bord dan waar alles gebeurde. Daardoor konden even later, middels een schaakje, de pionnen worden afgeruild, waarna Martijn eigenlijk op had moeten geven. Maar gezien zijn genoemde strijdlust speelde hij door en moest daadwerkelijk mat worden gezet.
Alex vulde hierna het wedstrijdformulier in, wat er als volgt uitzag:
De Pionier 2 | 1571 | - | Sliedrecht 3 | 1364 | 6-2 | |
1 | Fred van Wieringen | 1693 | - | Jaap Euser | 1588 | 1-0 |
2 | Martijn van Dam | 1477 | - | Sami al Yassin | 1405 | 0-1 |
3 | Reinier van der Wende | 1698 | - | Martin Prins | 1437 | 1-0 |
4 | Michiel Landman | 1527 | - | Henri Hartog | 1423 | 1-0 |
5 | Wim van Schie | 1590 | - | Jerry Hut | 1258 | 0-1 |
6 | Peter Derrez | 1575 | - | Koos van den Berg | 1296 | 1-0 |
7 | Bonne Faber | 1563 | - | Michiel van den Berg | 1287 | 1-0 |
8 | Sheila de Jonge | 1443 | - | Arco van Houwelingen | 1221 | 1-0 |
Ook werd een begin gemaakt aan de wedstrijden voor de interne bekercompetitie, waarbij de meest interessante partij die was tussen Jan van Baardwijk en Leo Stelloo. Beide spelers hebben "goed nadenken" hoog in hun vaandel staan, waardoor tijdnood geen onbekende voor hen is. Dat maakte beide te spelen partijen zo interessant. Maar het lukte Leo niet om zijn vuist sterk genoeg te maken en zodoende wist Jan tenslotte beide partijen te winnen.
De tweede strijd was eigenlijk een heel ongelijke en daardoor ook te merken in de bedenktijden voor beiden. Kees Berkhout kreeg te maken met Jan van Dam en Kees kreeg een veelvoud van de bedenktijd van Jan. Maar dat hielp de arme Kees helemaal niet, ook dan was hij niet tegen Jan opgewassen en ook hij moest een 0-2 nederlaag incasseren.
Voor de interne competitie tenslotte konden er nog een viertal partijen worden gespeeld en veruit de meest interessante daarvan was het gevecht tussen Hans van Calmthout en Rik Verheij. De partij wikkelde zich af naar een paardeindspel, waarbij de pionnen van Rik ietsjes minder sterk stonden. Daar wist Hans tenslotte van te profiteren, wat hem dan ook het punt opleverde.
Thijs van Dam kreeg te maken met Frits Wilschut en Thijs bleek hoegenaamd geen moeite met het spel van Frits te hebben, na zo'n uurtje spelen konden beiden hun aandacht op andere zaken dan hun partij richten, Thijs echter wel met een punt in de zak.
Ook eigenlijk een ongelijke strijd was het tussen Frits van der Veeke en Jan van Huizen. Frits deed zijn uiterste best en probeerde ook met de nodige kwinkslagen Jan uit zijn spel te halen. Jan zal daarbij gedacht hebben: "Je doet je best maar, ik laat me niet beetnemen" en won zo tenslotte deze partij.
De laatste partij bleek een verrassende uitslag te krijgen. Ad van der Ree en Wim Noordermeer zaten tegenover elkaar, een niet al te veel voorkomend gebeuren. Wim wist goed uitgekiend spel ten toon te spreiden en Ad wist daar niet doorheen te komen, waardoor het een vredelievend slot kreeg met een mooie remise.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten