Het zou toch wel één van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen voor beide teams kunnen worden. Niet alleen stond de leiding in de groep op het spel, de winnaar leek een grote kans op het kampioenschap en zodoende promotie te krijgen. De andere spelers moesten hun aandacht bij hun eigen interne partij houden terwijl ook iets nieuws het levenslicht zag, de oneven speler van de avond zou tegen alle aanwezige andere Pioniers in het strijdperk treden.
De opstellingen gaven al meteen de intenties van beide teams weer: De Pionier had gekozen voor de oude, vertrouwde opstelling van andere jaren, alleen dan met Ricardo Klepke i.p.v. Fred van Wieringen (die nam nu de taak van wedstrijdleider op zich) en CSV had hun sterkste speler aan bord 3 gezet, misschien om de twee "ratingkanonnen" van De Pionier te ontwijken. Desondanks waren hun beide spelers aan de eerste twee borden van een niveau, dat veel verenigingen hen wel op de loonlijst zouden willen hebben! Ook was helaas Ad van der Ree verhinderd en was er voor gekozen "runner-up" Martijn van Dam voor hem in te laten vallen.
Na bij de meeste borden een rustig begin ontstond de eerste commotie rond bord 6, waar Rik Verheij de scepter zwaaide voor De Pionier 1. Ook daar was er sprake van een gelijk opgaande strijd (dat mag eigenlijk ook wel als je ratings maar 8 punten verschillen), hoe dichter de partij bij een eindspel kwam, hoe beter Rik eigenlijk kwam te staan. Dat uitte zich in een pionwinst voor Rik en zijn stelling werd steeds beter, mede, omdat zijn tegenstander zijn overige pionnen niet goed neerzette. Daardoor wist Rik te infiltreren en daar hield z"n tegenstander duidelijk niet van, het was voor hem reden de partij op te geven zodat er dus blijere gezichten aan Pionierkant kwamen.
Hierna was het een tijdje oorverdovend stil, totdat Jan van Huizen aan bord 3 zijn ongelijke strijd op moest geven. Al meteen vanaf het begin kwam hij onder druk, wist zich daar toch enigszins aan te ontworstelen, het mocht voor hem helaas niet baten. Jan werd teruggedwongen op de laatste drie (voor hem de eerste drie) rijen en verloor daar bijna alles wat hem lief was. Dat werd voor hem dan ook de reden om de partij op te geven, waarna dus de stand weer gelijkgetrokken werd.
Die stand bleef een poosje gelijk omdat aan bord 5, bij Jaap Santifort, remise overeengekomen werd. De partij was redelijk gelijkwaardig met kansen voor beide spelers. Dat was voor de Capellenaar reden om remise aan te bieden, waar Jaap graag op in ging, hij vond zichzelf tenminste wat slechter staan. Dat vonden een paar andere Capellenaren ook en er werd dan ook met hoofden geschud na het remiseaanbod van hun teammakker.
Aan bord 7 kreeg onze "runner-up", Martijn, het eigenlijk vanaf het begin moeilijk en in het middenspel verloor hij dan ook een pion. Maar Martijn zou Martijn niet zijn als hij er dan meteen het bijltje bij neer zou leggen. Hij speelde door, in de hoop, dat hij nog het betere van het spel zou kunnen krijgen. Maar dat bleek ijdele hoop en CSV 2 kwam op voorsprong.
Helaas ging het nog moeilijker worden, wat bleek bij Alex van Wieringen aan bord 8. Alex weet zijn tegenstander in eerste instantie goed op afstand te houden, dit kost hem echter wel veel tijd. Overigens, die tijdsfactor was voor de meeste Pioniers deze avond een probleem, behalve aan de beide eerste borden stonden alle Pionierspelers slechter in tijd. Bij Alex kwam er een typische stelling op het bord. Normaliter is het in het schaakspel de bedoeling je koning achter een pionnenscherm op te stellen maar beide spelers hadden daar in deze partij nauwelijks een boodschap aan! Beide koningen kwamen op een open a-lijn te staan en daar wist Alex op een gegeven moment de dame van zijn tegenstander te vangen. Dit kostte echter wel zijn beide torens, alleen een optisch voordeel dus eigenlijk. Maar de dame van Alex kwam op die a-lijn te staan en de koning van z'n tegenstander werd slechts door een loper beschermd. Maar die tegenstander wist op zijn beurt z'n beide torens wel weer op de b-lijn te posteren. Daar vertilde Alex zich uiteindelijk aan want waar hij zijn zwartveldige loper een mooie verdedigende positie op de diagonaal b1-h7 had kunnen geven en daarmee een groot deel van de angel van zijn tegenstander uit diens spel had kunnen halen koos hij ervoor nog snel even een pionnetje mee te snoepen op f7. De tegenstander had meer tegenwoordigheid van geest en bezette meteen de genoemde diagonaal met zijn loper. Hierna was het snel uit voor Alex, er bleef hem weinig anders over dan opgeven.
Nu werd het dus heel moeilijk met nog 3 borden te spelen en een 1½-3½ achterstand. Daar wist Ernstjan Pluim Mentz, spelend aan bord 2, gelukkig enige verbetering in te brengen. Hoewel het hier ook lange tijd vrij gelijk op ging wist de regerend clubkampioen van De Pionier op zeker moment redelijk vernietigend een loper op h6 te krijgen, daarmee de toren op f8 aanvallend (pion g7 stond inmiddels op g6). De toren kon niet wijken langs de achterste rij, daar zorgde de loper van zijn tegenstander, die op d8 stond geposteerd, wel voor en vooruit, langs de f-lijn, was ook geen optie, dan zou een toren van Ernstjan op e8 landen met alle gevolgen van dien. De Capellenaar koos er tenslotte voor een kwaliteit te geven door zijn loper van d8 naar f6 te spelen. Hoewel de nu ontstane stelling nog lang geen partijwinst betekende kun je de winstvoering in een dergelijke positie wel aan Ernstjan overlaten, wat ook in deze partij bleek. Met dus nog twee partijen bezig was de stand inmiddels een nog niet helemaal verloren 2½-3½ achterstand geworden.
Dat kon helaas niet omgebogen worden naar een draaglijker stand, teamleider Jan van Dam - hoewel in eerste instantie met gelijkwaardig spel - kwam steeds moeilijker te staan. Maar ook zijn tegenstander leek moeite met de stelling te hebben want hij liet een mooie voorsprong in tijd glippen voor het bedenken van een te winnen variant. Helaas voor De Pionier 1 en voor Jan lukte dat tenslotte wel en Jan moest gedesillusioneerd opgeven, daarmee de slotwinst aan CSV 2 overlatend.
Nu kon dus de voltallige teambezetting van beide teams zich richten op de partij aan bord 1, waar Ricardo Klepke zijn kunsten vertoonde. Helaas voor hem kon hij er niet meer voor zorgen dat het Pionierteam met een tot tevredenheid stemmende uitslag nog een consumptie kon nuttigen op die uitslag. Maar Ricardo had nog wel grootse plannen met deze partij! Net als zijn bijna ratinggelijkwaardige aan CSV-kant aan bord 3 begon hij meteen druk te zetten in zijn partij. Maar zijn tegenstander was ook niet van gisteren, hij metselde een soort van Berlijnse muur met zijn pionnen, waar ook alle pionnen van Ricardo tegenaan stonden. Geen doorkomen aan dus zonder krachtige maatregelen. Ricardo had echter wel de open h-lijn ter beschikking en plantte zijn dame op h8 om pion g7 onder vuur te nemen. Die pion werd echter gedekt door de loper en die weer door de dame zodat er geen doorkomen aan leek. Toen bleek ook hier de reden voor het invoeren van het Fischer-tempo. Vroeger zou dan een partij op tijd worden beslist, nu veranderde die tijd regelmatig van een halve minuut naar zes minuten en vice-versa. Voor de meeste toeschouwers was het potremise, Ricardo cirkelde echter maar als een havik met (vooral) paard en koning rond de veste van zijn tegenstander, die eigenlijk alleen maar met zijn koning op de achterste rij heen en weer liep, zo nu en dan afgewisseld met een damezet langs de diagonaal c1-h6 (die niet helemaal door de dame mocht worden bestreken). Ricardo bood een paar keer dameruil om maar een opening te forceren. Daar werd lange tijd niet op in gegaan totdat de Capellenaar meende met de ruil een verzwakking bij Ricardo te bewerkstelligen. Eigenlijk was het hierna nog steeds redelijk remise (misschien alleen niet voor de grootmeesters onder ons), nu kreeg Ricardo echter wel een mooi aanvalsplekje voor zijn paard. Nog steeds eigenlijk niets aan de hand, totdat de koning te ver wegliep van zijn g-pion en die pion door Ricardo kon worden geslagen dankzij een paardschaak. De Capellenaar gaf nu meteen op en de volgende eindstand kwam op het wedstrijdformulier:
Zou een promotie opnieuw door de Pioniervingers glippen, ondanks de grandioze versterking door Ricardo? Daar werd na afloop inderdaad nog veel over gediscussieerd.
Dan de andere spelers, van wie Leo Stelloo pas binnenkwam nadat de indeling, met een even aantal, al was gemaakt. Geen tegenstander dus voor Leo, hoewel hij wel soebatte om een nieuwe indeling te maken. Uiteindelijk kwam hij met het idee om dan maar voor het eerst de bij de onlangs gehouden ledenvergadering voorgestelde en aangenomen wijziging voor iemand, die oneven is op een avond, te gaan spelen. Zo gezegd zo gedaan zodat er nu een partij SV De Pionier-Leo Stelloo op het indelingsformulier kwam te staan. Aangezien verschillende spelers een zet deden voor SV De Pionier en deze zet ook moesten noteren, is die notatie een rommeltje geworden en is de partij niet goed genoeg te reproduceren. Wel blijkt dat Leo een uit elkaar gerafelde pionnenstelling kreeg en dat daar druk op werd uitgeoefend. Leo wist blijkbaar onder die druk uit te komen en zelfs de dame buit te maken. Niemand van SV De Pionier wilde de beslissing nemen om op te geven en zo werd er doorgespeeld. Nu raakte Leo enigszins de draad kwijt en kwamen er nog kansen. Maar tenslotte was Leo's voorsprong dermate groot dat er geen ontkomen meer aan was om de tweede nederlaag van de avond voor SV De Pionier te moeten noteren. Toch lijkt het een prima oplossing voor het probleem een oneven speler te hebben bij de indeling.
Dan naar de meer normale partijen, hoewel het bij het gevecht tussen Wim van Schie en Bonne Faber ook niet helemaal volgens de normaal gebruikelijke manieren ging. Op een gegeven moment namelijk koos Bonne een verkeerd veld voor zijn dame, wat hem een pion kostte en Wim eigenlijk op termijn de winst had moeten brengen. Maar Wim wist de weg daar naar toe niet te vinden en Bonne bood dan ook remise omdat er sprake was van ongelijke lopers. Maar Wim stond een pion voor en wilde dat niet zomaar uit handen geven. Alle witte pionnen kregen een wit veld als standplaats en alle zwarte eindigden op een zwart veld. Maar naast die lopers hadden beiden ook nog een toren en daarom was het nog steeds geen remise. Bonne wist Wim nog in een matpositie te manoeuvreren, Wim koos echter het goede veld voor zijn koning. Maar toen hij torenruil aanbood was het einde verhaal voor zijn winstkansen, wat hij zelf ook vrij snel inzag.
Michiel Landman werd gekoppeld aan de net van vakantie teruggekeerde Casper Verbeek en Michiel verdeelde in het begin van z'n partij de aandacht tussen Casper en Leo. Dat weerhield hem er overigens niet van om van Casper te winnen.
Een gezellig onderonsje kwam er tussen Jan van Baardwijk en Frits Wilschut. Maar toen Frits op zeker moment een foute zet deed werd het plotseling minder gezellig, hoewel beiden, nadat Jan de partij had gewonnen, nog gezellig verder keuvelden.
Frits van der Veeke had weinig moeite tegen Thijs van Dam. Dat wil zeggen, weinig moeite met de partij opgeven, wat hij al vrij snel moest doen, waarna ook Thijs probeerde een bijdrage aan de partij tegen Leo te leveren.
Al heel vaak speelden Wim Noordermeer en Sheila de Jonge tegen elkaar en de resultaten van die partijen kenden vaak een andere winnaar. Nu was het weer de beurt aan Sheila.
Tenslotte nog Ronald van Velzen tegen Kees Berkhout en ook die partij kende een rustig begin. Totdat er foutjes in het spel kwamen en dan vooral bij Kees. Die foutjes wist Ronald keurig af te straffen, zodat hij tenslotte ook een punt bij mocht laten schrijven.
De nieuwe tussenstand.
De Pionier 1 | 1807 | - | CSV 2 | 1780 | 3½-4½ | |
1 | Ricardo Klepke | 2225 | - | Jan Peter Bogers | 1985 | 1-0 |
2 | Ernstjan Pluim Mentz | 2125 | - | Ton Dulk | 1957 | 1-0 |
3 | Jan van Huizen | 1746 | - | Roel Trimp | 2007 | 0-1 |
4 | Jan van Dam | 1754 | - | Hans Uittenbogaard | 1727 | 0-1 |
5 | Jaap Santifort | 1713 | - | Marco Tjepkema | 1512 | ½-½ |
6 | Rik Verheij | 1736 | - | Rob Docter | 1728 | 1-0 |
7 | Martijn van Dam | 1477 | - | Hans Blokland | 1723 | 0-1 |
8 | Alexander van Wieringen | 1677 | - | Harry Stroosma | 1604 | 0-1 |
Dan de andere spelers, van wie Leo Stelloo pas binnenkwam nadat de indeling, met een even aantal, al was gemaakt. Geen tegenstander dus voor Leo, hoewel hij wel soebatte om een nieuwe indeling te maken. Uiteindelijk kwam hij met het idee om dan maar voor het eerst de bij de onlangs gehouden ledenvergadering voorgestelde en aangenomen wijziging voor iemand, die oneven is op een avond, te gaan spelen. Zo gezegd zo gedaan zodat er nu een partij SV De Pionier-Leo Stelloo op het indelingsformulier kwam te staan. Aangezien verschillende spelers een zet deden voor SV De Pionier en deze zet ook moesten noteren, is die notatie een rommeltje geworden en is de partij niet goed genoeg te reproduceren. Wel blijkt dat Leo een uit elkaar gerafelde pionnenstelling kreeg en dat daar druk op werd uitgeoefend. Leo wist blijkbaar onder die druk uit te komen en zelfs de dame buit te maken. Niemand van SV De Pionier wilde de beslissing nemen om op te geven en zo werd er doorgespeeld. Nu raakte Leo enigszins de draad kwijt en kwamen er nog kansen. Maar tenslotte was Leo's voorsprong dermate groot dat er geen ontkomen meer aan was om de tweede nederlaag van de avond voor SV De Pionier te moeten noteren. Toch lijkt het een prima oplossing voor het probleem een oneven speler te hebben bij de indeling.
Dan naar de meer normale partijen, hoewel het bij het gevecht tussen Wim van Schie en Bonne Faber ook niet helemaal volgens de normaal gebruikelijke manieren ging. Op een gegeven moment namelijk koos Bonne een verkeerd veld voor zijn dame, wat hem een pion kostte en Wim eigenlijk op termijn de winst had moeten brengen. Maar Wim wist de weg daar naar toe niet te vinden en Bonne bood dan ook remise omdat er sprake was van ongelijke lopers. Maar Wim stond een pion voor en wilde dat niet zomaar uit handen geven. Alle witte pionnen kregen een wit veld als standplaats en alle zwarte eindigden op een zwart veld. Maar naast die lopers hadden beiden ook nog een toren en daarom was het nog steeds geen remise. Bonne wist Wim nog in een matpositie te manoeuvreren, Wim koos echter het goede veld voor zijn koning. Maar toen hij torenruil aanbood was het einde verhaal voor zijn winstkansen, wat hij zelf ook vrij snel inzag.
Michiel Landman werd gekoppeld aan de net van vakantie teruggekeerde Casper Verbeek en Michiel verdeelde in het begin van z'n partij de aandacht tussen Casper en Leo. Dat weerhield hem er overigens niet van om van Casper te winnen.
Een gezellig onderonsje kwam er tussen Jan van Baardwijk en Frits Wilschut. Maar toen Frits op zeker moment een foute zet deed werd het plotseling minder gezellig, hoewel beiden, nadat Jan de partij had gewonnen, nog gezellig verder keuvelden.
Frits van der Veeke had weinig moeite tegen Thijs van Dam. Dat wil zeggen, weinig moeite met de partij opgeven, wat hij al vrij snel moest doen, waarna ook Thijs probeerde een bijdrage aan de partij tegen Leo te leveren.
Al heel vaak speelden Wim Noordermeer en Sheila de Jonge tegen elkaar en de resultaten van die partijen kenden vaak een andere winnaar. Nu was het weer de beurt aan Sheila.
Tenslotte nog Ronald van Velzen tegen Kees Berkhout en ook die partij kende een rustig begin. Totdat er foutjes in het spel kwamen en dan vooral bij Kees. Die foutjes wist Ronald keurig af te straffen, zodat hij tenslotte ook een punt bij mocht laten schrijven.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten