Met twee invallers moest geprobeerd worden het degradatiespook nog verder terug te dringen. Eigenlijk was dit een puur theoretische en rekenkundige mogelijkheid, dat spook echter heeft al vaker bewezen heel goed te zijn in rekenen, elke zekerheid was dus welkom! Konden de andere leden ook interessant spelen?
Vooraf stonden de tegenstanders op een mooie derde plaats en ook zij hadden met een spook te maken maar dan geen degradatiefiguur maar ze hadden nog een kansje op promotie. Dan moesten CSV 2 en Onésimus 1 echter wel meewerken. Het Pionierteam, dat een - zeg maar - vervelend seizoen speelt stond vierde met een verlieswedstrijd tegen CSV 2 (halverwege de avond waren er toen ideeën van zelfs een 6½-1½ winst!?) en het ook totaal onnodige verlies uit bij Overschie 3. Helaas moesten Ad van der Ree (tobbend met zijn gezondheid en bij dezen veel sterkte gewenst) en Reinier van der Wende (werk) afzeggen en voor hen vielen Michiel Landman en Peter Derrez in.
Onder leiding van eerste-team wedstrijdleider Sheila de Jonge kon er even na achten worden gestart en al relatief snel was de eerste partij afgelopen. Aan bord 3 speelde teamleider Jan van Dam een echte Kurzpartie. die zelfs minder dan 20 zetten bedroeg. Vaak valt er na een dergelijk aantal zetten nog weinig over een resultaat te zeggen (uitzonderingen bevestigen de regel!?), toch deed de Rotterdammer een remiseaanbod, wat na enig nadenken door Jan werd aangenomen. Wie van beiden was er eigenlijk bang om door te spelen?
Maar aan deze vredelievende stand kwam snel een eind, aan bord 8 wist invaller Peter geen angst te zaaien bij zijn tegenstander, die op een gegeven moment heel gevaarlijk zijn torens had weten te verdubbelen op de f-lijn. Daar valt vaak nog wel mee te leven, toen er echter een kwaliteitsoffer volgde op f3 was de zaak eigenlijk beklonken. Want ook de h-pion viel (door de dame) en Peter's koning bleef - net een ongeluk - in een klein hoekje zitten. Ook zwart's tweede toren kwam aanzetten (op f3) en het zou snel afgelopen zijn. Peter wist nog een pion op c7 te krijgen maar die werd er "voor de zekerheid" afgeslagen. Heel misschien had Peter nog iets kunnen bereiken met een toren op g1 en een loper op b2 maar dat probeerde hij maar niet. Even later gaf hij op.
Een volgende uitslag wist Jaap Santifort te bereiken aan bord 4. Hij gaf zijn tegenstander veel stof tot nadenken, wat deze dan ook ruimschoots deed. Dat nadenken had wel resultaat want hij wist de stelling in evenwicht te houden en toen er een paardeindspel ontstond met aan beide kanten nog een aantal pionnen bood Jaap - na overleg met z'n teamleider, die alle stellingen nog even ging bekijken - remise aan. Dat aanbod werd terdege overwogen en tenslotte aangenomen, waarna er een 1-2 tussenstand op het scorebord verscheen.
Een volgende uitslag wist Jaap Santifort te bereiken aan bord 4. Hij gaf zijn tegenstander veel stof tot nadenken, wat deze dan ook ruimschoots deed. Dat nadenken had wel resultaat want hij wist de stelling in evenwicht te houden en toen er een paardeindspel ontstond met aan beide kanten nog een aantal pionnen bood Jaap - na overleg met z'n teamleider, die alle stellingen nog even ging bekijken - remise aan. Dat aanbod werd terdege overwogen en tenslotte aangenomen, waarna er een 1-2 tussenstand op het scorebord verscheen.
Gelukkig voor de Pioniers werd dit weer gelijkgetrokken door jeugdleider Jan van Huizen, spelend aan bord 2. Al snel in de opening was Jan een pion kwijtgeraakt, met inventief spel echter wist hij zijn materiële achterstand in een stuk tegen een pion voorsprong om te zetten. Dan is het toch wel ietsje makkelijker spelen en Jan dreigde met zijn beide paarden op de e-lijn voor hem leuke dingen. Het leek misschien een beetje gedwongen en de Rotterdammer sloeg toen een loper van Jan met de verwachting waarschijnlijk van stukkenruil. Maar hij overzag daarbij compleet een mat in enkele zetten dankzij een binnenvallende toren (gesteund door één van die paarden) op d7.
Snel hierna kwam de volgende uitslag tot stand bij invaller Michiel aan bord 7. Michiel speelde een op het oog moeilijke partij en leek op een gegeven moment de slechtere stelling te krijgen. Maar dat viel tenslotte toch nog best mee want middels enkele schaakjes met zijn dame wist hij zelfs een pion te winnen. Maar dat is nog lang niet altijd voldoende voor winst en ook Michiel slaagde daar niet in. Toen zijn tegenstander dan ook remise aanbood nam hij dat aanbod aan, daarmee de tussenstand op een mooie 2½-2½ brengend.
Maar het zag er toch nog niet rooskleurig uit, beginnend bij Rik Verheij aan bord 5. Rik raakte materiaal achter, terwijl zijn verdere stukken ook niet echt leken samen te werken. Maar ook zijn tegenstander wist z'n betere stelling niet tot een goed einde te brengen want op een gegeven moment wist Rik hem in moeilijkheden te brengen, ondanks het grote tijdsverschil in Rik's nadeel. Die moeilijkheden werden zelfs zo groot dat Rik een dame ging winnen tegen een toren. Zelfs met een grote tijdsachterstand wist Rik de partij nu wel te winnen en hierdoor ging het er steeds beter uitzien voor het Pionierteam.
De uiteindelijke wedstrijdwinst werd tenslotte binnengebracht door clubkampioen Ernst-Jan Pluim Mentz, die aan bord 1 de nodige moeite leek te hebben met zijn lager gerate tegenstander. Er ontstond een leuke en interessante partij met kansen beiderzijds. Ernst-Jan kreeg wel te maken met een sterke aanval op zijn koningsvleugel door de torenverdubbeling van wit op de h-lijn. Maar met een fraaie paardzet, waarmee de witte dame en de voorste van de beide torens werd aangevallen werd er een stevige knuppel in een hoenderhok gegooid. De dame kwam wel achter het paard te staan, daarmee een röntgenaanval op de zwarte koning dreigend (die koning stond op g1 en nog een pion op g3). Als nu de toren zou worden genomen met het paard zou de dame vervelend binnenvallen en daarom speelde Ernst-Jan de fraaie zet Txf4, daarmee Tg4 dreigend in het geval dat de witte dame op g5 het paard zou slaan. Wit wist hier nog een mooi antwoord op te bedenken maar de dames werden geruild en die kwaliteit werd binnengehaald. Hierna, met een kwaliteit meer, was het geen probleem meer voor Ernst-Jan om het af te maken.
Als laatste was voorzitter Fred van Wieringen nog bezig aan bord 6. Hij speelde tegen de enige invaller van Erasmus 3, hoewel, invaller? Hij was, qua rating, de tweede in het rijtje Erasmianen! Fred had dan ook de nodige moeite met hem en dat zou Ben Blakmoor kunnen bevestigen want Ben speelde een week eerder tegen hem aan het eerste bord van het derde team en verloor toen redelijk snel. Maar Fred behield een redelijke stelling en tegen het einde van de partij leek het er op, dat hij remise zou kunnen houden. Maar dat mislukte want met een fraai torenoffer (dat Fred niet aannam) werd de weg naar promotie voor de zwartspeler opengebroken en tegelijkertijd het nog aanwezige verzet van Fred gebroken. Enkele zetten later gaf Fred dan ook op.
Hierna kon Sheila het wedstrijdformulier gaan schrijven en dat zag er zo uit:
Tijdens zo'n gevecht gaat er natuurlijk wat minder aandacht uit naar de interne partijen.
Daarin speelde Jan van Baardwijk tegen Ben Blakmoor en Ben kende daarbij één zwakker moment en dat werd hem dan ook fataal. Hij overzag een zet van Jan en dat kostte hem de partij.
Heel mooi was de partij tussen Wim Noordermeer en Ronald van Velzen, maar niet voor de verliezer natuurlijk! Want Ronald wist de aanvallen van Wim steeds te pareren en kwam goed te staan. Dan moet je het vervolg natuurlijk nog wel even zien, maar dat deed Ronald perfect en Wim gaf dan ook, één zet voor het mat, op.
Weer teruggekeerd op het oude nest speelde Wim van Schie een sterke partij tegen Arie Bliek. Wim kreeg de overhand op de damevleugel, waar hij tenslotte met drie verbonden vrijpionnen het mooie weer ging maken. Arie stribbelde nog wel wat tegen met enkele vervelende schaakjes. Wim wist dit allemaal af te houden en de partij tenslotte voor zich op te eisen.
Leo Stelloo leek niet al te veel moeite te hebben met Frits van der Veeke want de meeste partijen van bovenbesproken wedstrijd waren nog bezig toen hij al - in zichzelf!- fluitend door de zaal liep.
Tenslotte speelden Frits Wilschut en Casper Verbeek een lange partij met toch wel wederzijdse kansen. De laatste daarvan was voor Frits en betekende ook de partijwinst.
De nieuwe stand.
Als laatste was voorzitter Fred van Wieringen nog bezig aan bord 6. Hij speelde tegen de enige invaller van Erasmus 3, hoewel, invaller? Hij was, qua rating, de tweede in het rijtje Erasmianen! Fred had dan ook de nodige moeite met hem en dat zou Ben Blakmoor kunnen bevestigen want Ben speelde een week eerder tegen hem aan het eerste bord van het derde team en verloor toen redelijk snel. Maar Fred behield een redelijke stelling en tegen het einde van de partij leek het er op, dat hij remise zou kunnen houden. Maar dat mislukte want met een fraai torenoffer (dat Fred niet aannam) werd de weg naar promotie voor de zwartspeler opengebroken en tegelijkertijd het nog aanwezige verzet van Fred gebroken. Enkele zetten later gaf Fred dan ook op.
Hierna kon Sheila het wedstrijdformulier gaan schrijven en dat zag er zo uit:
De Pionier 1 | 1744 | - | Erasmus 3 | 1767 | 4½-3½ | |
1 | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2086 | - | Paul Wilhelm | 1823 | 1-0 |
2 | Jan van Huizen | 1777 | - | Gerard Kastelein | 1776 | 1-0 |
3 | Jan van Dam | 1820 | - | Ruurd Ouwehand | 1779 | ½-½ |
4 | Jaap Santifort | 1744 | - | Jan Smit | 1765 | ½-½ |
5 | Rik Verheij | 1732 | - | Frits Steenbergen | 1777 | 1-0 |
6 | Fred van Wieringen | 1706 | - | Anton van Berkel | 1804 | 0-1 |
7 | Michiel Landman | 1531 | - | Emil Verhoef | 1681 | ½-½ |
8 | Peter Derrez | 1556 | - | Jan Hoek van Dijke | 1730 | 0-1 |
Daarin speelde Jan van Baardwijk tegen Ben Blakmoor en Ben kende daarbij één zwakker moment en dat werd hem dan ook fataal. Hij overzag een zet van Jan en dat kostte hem de partij.
Heel mooi was de partij tussen Wim Noordermeer en Ronald van Velzen, maar niet voor de verliezer natuurlijk! Want Ronald wist de aanvallen van Wim steeds te pareren en kwam goed te staan. Dan moet je het vervolg natuurlijk nog wel even zien, maar dat deed Ronald perfect en Wim gaf dan ook, één zet voor het mat, op.
Weer teruggekeerd op het oude nest speelde Wim van Schie een sterke partij tegen Arie Bliek. Wim kreeg de overhand op de damevleugel, waar hij tenslotte met drie verbonden vrijpionnen het mooie weer ging maken. Arie stribbelde nog wel wat tegen met enkele vervelende schaakjes. Wim wist dit allemaal af te houden en de partij tenslotte voor zich op te eisen.
Leo Stelloo leek niet al te veel moeite te hebben met Frits van der Veeke want de meeste partijen van bovenbesproken wedstrijd waren nog bezig toen hij al - in zichzelf!- fluitend door de zaal liep.
Tenslotte speelden Frits Wilschut en Casper Verbeek een lange partij met toch wel wederzijdse kansen. De laatste daarvan was voor Frits en betekende ook de partijwinst.
De nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten