Het was toch een beetje een rustige bedoening deze avond. Met een team uit spelend kun je dat natuurlijk verwachten. Maar de totale opkomst bleek toch prima op peil! Naast dus het uit spelende team werd ook een begin gemaakt met de kwartfinale van de Interne BekerCompetitie.
De eerste partijen voor de kwartfinale van de IBC gingen tussen Jan van Huizen en Ernst-Jan Pluim Mentz. Ze waren elkaar andere jaren ook wel tegengekomen, vaak dan in de finale. Dit was dus eigenlijk de spannendste loting van de laatste acht! In de eerste van beide partijen kwam het tot een - zeker voor Jan - moeilijk eindspel en daarin maakte Ernst-Jan zijn faam als eindspelkenner (althans op ons niveau!) helemaal waar. Jan wist het vonnis nog lange tijd af te houden, tenslotte moest hij toch buigen en Ernst-Jan stond nu dus met één been in de finale. De tweede partij zou toch anders lopen, hoewel ook nu dezelfde patronen qua stelling op het bord kwamen. Jan had ditmaal zijn koningsloper gefianchetteerd, hopend om actie te kunnen voeren langs de lange zwarte diagonaal. Die actie kwam er inderdaad, hoewel in mindere mate langs die diagonaal, waarop ook Ernst-Jan z'n loper had geposteerd. Die werd er namelijk door een pion afgeslagen, maar wat veel mooier was dat was het dameoffer dat Ernst-Jan pleegde op h5. Daar werd een paard geslagen maar Jan mocht de dame niet nemen wegens mat in enkele zetten. De rest van de partij kenmerkte zich door nog enkele "kat-in-het-nauw"-zetten van Jan, maar toen hij zijn dame ook nog kwijtraakte feliciteerde hij Ernst-Jan met zijn plek in de halve finale.
Jan van Dam moest een aanval op zijn derde plaats op de ranglijst afslaan. Die aanval kwam van Michiel Landman, die al een poosje tegen de top-drie aanschurkte. Ook in deze partij kwamen er op een zeker moment dreigingen in de stelling langs een diagonaal. Ditmaal ging het echter om de witte, lopend van g1 naar a7. Daarlangs probeerde Michiel gevaar te stichten omdat de witte koning zich op die diagonaal bevond, net als een wit paard. De dame van Michiel verscheen dan ook op b6, Jan kon het gevaar echter keren door een loper op e3 te posteren, waarmee Michiel's directe dreiging dus teniet werd gedaan. Maar een veel belangrijker kenmerk was de onveiligheid van de zwarte koning, die zich achter z'n pionnenketen bevond. Jan zag kans zijn dame op de achterste lijn te krijgen en Michiel kon nog net een paard op f8 tussenplaatsen. Zijn g7-g6 kwam daarna eigenlijk te laat, die loper op e3 bracht tenslotte eigenlijk de beslissing in het nadeel van Michiel.
Jan van Baardwijk en Ad van der Ree deden het vrij rustig aan. Er werden wel pogingen gedaan om de tegenstander in het nauw te brengen, het heilig vuur van willen winnen ontbrak echter. Zodoende werd, na een uurtje spelen, de vrede getekend in een stelling, die ook niet meer in zich leek te hebben dan remise.
Over de partij tussen Bonne Faber en Fred van Wieringen kan kort gebleven worden. Bonne raakte al na zo'n zet of vijf het spoor bijster en Fred kon daardoor een aanval op f2 opzetten. Ook daar reageerde Bonne niet adequaat op en zo was deze partij eigenlijk binnen 10 zetten afgelopen. Er werd nog wel doorgespeeld tot een zet of 25, toen stond Bonne twee stukken achter en zelfs hij vond het tijd om op te geven.
Ook de partij tussen Wim Noordermeer en Rik Verheij leek die kant op te gaan, Rik kwam twee pionnen voor en "ik speelde hem helemaal weg"! Maar dan wil men soms wel eens buiten Wim rekenen. Wim wist een stelling te creëren met al zijn pionnen op wit terwijl Rik een zwarte loper had. Alles was dichtgeschoven en Rik deed nog verwoede pogingen er door te breken. Maar Wim's paard en zijn koning wisten van geen wijken en - hoewel Rik nog wel één pion teruggaf (meer wilde Wim niet hebben!?) kwam hij er niet doorheen en een verrassende remise werd het eindresultaat.
Dat kwam tenslotte ook uit de bus in de partij tussen Sheila de Jonge en Wim van Schie. Maar dat had een totaal andere reden dan de twee andere remises uit deze ronde. Op een gegeven moment offerde Wim een toren tegen een loper (niet aangenomen door Sheila) en kon daarna mat in twee geven. Maar dat bleek niet waar Wim naar op zoek was, in plaats van snel mat te geven ruilde hij torens en Sheila keek er naar met een ongelovige blik in haar ogen. Nog steeds in de overtuiging dat ze zou gaan verliezen speelde ze verder. Maar Wim was blijkbaar niet in zijn allerbeste doen want er werd nog het één en ander afgeruild, waarna er niet anders overbleef dan remise!
Door al deze partijen is er een nieuwe stand te tonen.
Terzelfder tijd probeerde een ander achttal Pioniers nog iets te maken van hun RSB-seizoen in Rotterdam. Daar stond namelijk de voorlaatste wedstrijd in klasse 3A tussen Onésimus 2 en De Pionier 3 op het programma. Het Pionierteam was - heel terecht want men had eigenlijk nooit mogen promoveren uit de vierde klasse vorig seizoen - al gedegradeerd en Onésimus 2 had nog 1 puntje nodig om zeker te zijn van een kampioenschap. Er was bij De Pionier dan ook niemand, die twijfelde aan de afloop van deze wedstrijd en waarschijnlijk bij Onésimus ook niet. Eigenlijk was teamleider Leo Stelloo al heel blij, dat hij acht spelers achter de borden kon krijgen want daar was vooraf nog wel enige twijfel over, wat ook al te zien was geweest bij vorige uitwedstrijden. Nu had Leo wel de beschikking gekregen over Rob van Wijgerden, die tijdens dit seizoen weer zin in en tijd voor schaken had gekregen. Wegens vakantie had hij een vorige keer niet mee kunnen spelen, nu zou dan zijn finest moment moeten komen. En inderdaad, dat kwam ook want waar al zijn teamgenoten vroeger of later de pijp aan Maarten moesten geven wist Rob - dus als enige van de Pioniers - zijn partij naar winst af te wikkelen. Maar ook bij Rob leek het aan een zijden draadje te hangen want hij stuurde zijn paard, dat hij tegen een pion voor was gekomen, naar de verkeerde vleugel. Hierna leek de bedenktijd een beslissende factor te gaan spelen maar gelukkig zag Rob op tijd zijn "dwaling" in een speelde het paard om naar de andere vleugel, waar het tenslotte de partijwinst binnen haalde.
Toch bleek de teamleider achteraf niet ontevreden, vooral dankzij de inzet van zijn teamleden het hele seizoen lang, steeds eigenlijk in de wetenschap, dat er geen eer voor hen te behalen zou zijn. Hij nam dan ook in gedachten, thuis na de wedstrijd, onder het genot van een glaasje wijn, zijn hoed af met groot respect voor de spelers van zijn team!
Hier volgt dan nog het wedstrijdformulier:
Jan van Baardwijk en Ad van der Ree deden het vrij rustig aan. Er werden wel pogingen gedaan om de tegenstander in het nauw te brengen, het heilig vuur van willen winnen ontbrak echter. Zodoende werd, na een uurtje spelen, de vrede getekend in een stelling, die ook niet meer in zich leek te hebben dan remise.
Over de partij tussen Bonne Faber en Fred van Wieringen kan kort gebleven worden. Bonne raakte al na zo'n zet of vijf het spoor bijster en Fred kon daardoor een aanval op f2 opzetten. Ook daar reageerde Bonne niet adequaat op en zo was deze partij eigenlijk binnen 10 zetten afgelopen. Er werd nog wel doorgespeeld tot een zet of 25, toen stond Bonne twee stukken achter en zelfs hij vond het tijd om op te geven.
Ook de partij tussen Wim Noordermeer en Rik Verheij leek die kant op te gaan, Rik kwam twee pionnen voor en "ik speelde hem helemaal weg"! Maar dan wil men soms wel eens buiten Wim rekenen. Wim wist een stelling te creëren met al zijn pionnen op wit terwijl Rik een zwarte loper had. Alles was dichtgeschoven en Rik deed nog verwoede pogingen er door te breken. Maar Wim's paard en zijn koning wisten van geen wijken en - hoewel Rik nog wel één pion teruggaf (meer wilde Wim niet hebben!?) kwam hij er niet doorheen en een verrassende remise werd het eindresultaat.
Dat kwam tenslotte ook uit de bus in de partij tussen Sheila de Jonge en Wim van Schie. Maar dat had een totaal andere reden dan de twee andere remises uit deze ronde. Op een gegeven moment offerde Wim een toren tegen een loper (niet aangenomen door Sheila) en kon daarna mat in twee geven. Maar dat bleek niet waar Wim naar op zoek was, in plaats van snel mat te geven ruilde hij torens en Sheila keek er naar met een ongelovige blik in haar ogen. Nog steeds in de overtuiging dat ze zou gaan verliezen speelde ze verder. Maar Wim was blijkbaar niet in zijn allerbeste doen want er werd nog het één en ander afgeruild, waarna er niet anders overbleef dan remise!
Door al deze partijen is er een nieuwe stand te tonen.
Terzelfder tijd probeerde een ander achttal Pioniers nog iets te maken van hun RSB-seizoen in Rotterdam. Daar stond namelijk de voorlaatste wedstrijd in klasse 3A tussen Onésimus 2 en De Pionier 3 op het programma. Het Pionierteam was - heel terecht want men had eigenlijk nooit mogen promoveren uit de vierde klasse vorig seizoen - al gedegradeerd en Onésimus 2 had nog 1 puntje nodig om zeker te zijn van een kampioenschap. Er was bij De Pionier dan ook niemand, die twijfelde aan de afloop van deze wedstrijd en waarschijnlijk bij Onésimus ook niet. Eigenlijk was teamleider Leo Stelloo al heel blij, dat hij acht spelers achter de borden kon krijgen want daar was vooraf nog wel enige twijfel over, wat ook al te zien was geweest bij vorige uitwedstrijden. Nu had Leo wel de beschikking gekregen over Rob van Wijgerden, die tijdens dit seizoen weer zin in en tijd voor schaken had gekregen. Wegens vakantie had hij een vorige keer niet mee kunnen spelen, nu zou dan zijn finest moment moeten komen. En inderdaad, dat kwam ook want waar al zijn teamgenoten vroeger of later de pijp aan Maarten moesten geven wist Rob - dus als enige van de Pioniers - zijn partij naar winst af te wikkelen. Maar ook bij Rob leek het aan een zijden draadje te hangen want hij stuurde zijn paard, dat hij tegen een pion voor was gekomen, naar de verkeerde vleugel. Hierna leek de bedenktijd een beslissende factor te gaan spelen maar gelukkig zag Rob op tijd zijn "dwaling" in een speelde het paard om naar de andere vleugel, waar het tenslotte de partijwinst binnen haalde.
Toch bleek de teamleider achteraf niet ontevreden, vooral dankzij de inzet van zijn teamleden het hele seizoen lang, steeds eigenlijk in de wetenschap, dat er geen eer voor hen te behalen zou zijn. Hij nam dan ook in gedachten, thuis na de wedstrijd, onder het genot van een glaasje wijn, zijn hoed af met groot respect voor de spelers van zijn team!
Hier volgt dan nog het wedstrijdformulier:
Onésimus 2 | 1686 | - | De Pionier 3 | 1411 | 7-1 | |
1 | Marcel van der Linden | 1699 | - | Tim Albus | 1369 | 1-0 |
2 | Bauke Hoogland | 1847 | - | Arie Bliek | 1364 | 1-0 |
3 | Shau Ming Yuen | 1662 | - | Ronald van Velzen | 1179 | 1-0 |
4 | Paul Wassink | 1656 | - | Wim Albus | 1513 | 1-0 |
5 | Ruud Neumeijer | 1694 | - | Ben Blakmoor | 1605 | 1-0 |
6 | Ap Willeboordse | 1666 | - | Rob van Wijgerden | 1510 | 0-1 |
7 | Jacques Goud | 1636 | - | Leo Stelloo | 1472 | 1-0 |
8 | Harry Elgershuizen | 1627 | - | Albert Schaefer | 1278 | 1-0 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten