De tweede wedstrijd voor team 3, nu dus een thuiswedstrijd. Fred van Wieringen was wedstrijdleider en gaf - zoals een goed leider betaamt - zijn ogen goed de kost. Hij vertrouwde zijn gedachten over wat hij zag zelfs aan deze site toe! Ook nog een partij voor de interne beker en enkele huishoudelijke partijen.
Het derde team, onder leiding van Leo
Stelloo, trad donderdag 13 oktober 2016 aan tegen De Willige Dame 2. De naar
Hellevoetsluis afgereisde Dordtenaren hadden de eerste wedstrijd 4-4 gespeeld.
De Pionier 3 verloor met grote cijfers, mede door met zes spelers aan te moeten treden.
Deze donderdag kon Leo over alle spelers
beschikken. Na het gebruikelijke voorwoord, van wedstrijdleider Fred van
Wieringen, werden de klokken gestart. Het eerste uur werd gebruikt om goed uit
de opening te komen. Dat ging een ieder goed af, al had Ben Blakmoor aan bord 1
met zwart in een Franse opening ervoor gezorgd dat zijn tegenstander een triple
pion kreeg. Ben had daar van kunnen profiteren maar de witte stukken verdedigden
de stelling prima, waarna Ben remise aanbood. Dit werd, na overleg,
geaccepteerd, met het commentaar “Ik sta toch wel veel beter, maar vooruit maar!” (½-½).
Aan het vijfde bord speelde Ronald van Velzen
een ongelukkige partij. In het middenspel werd er een aanval op f7 ingezet. Om
de aanval te blokkeren werd er een loper tussen gezet, met als gevolg een
afruil en een dubbelpion. Ronald verloor een kwaliteit en zijn stelling werd
zwakker. Het eindspel toren tegen paard werd vakkundig afgemaakt en Ronald
verloor (½-1½).
Tim Albus had een goede stelling opgebouwd
aan bord 7. De vijandige loper en paard trachtten de stelling van Tim binnen te
dringen maar dit werd prima gepareerd. Met het opschuiven van de g- en h-pionnen werd Tim wat nonchalant. Misschien had het veroveren van de c-lijn met
de torens een beter idee geweest. Nu kwam de dreiging op de damevleugel en daar
had Tim geen antwoord op. Na een mat op de onderste rij moest Tim zich overgeven
(½-2½).
Jeugdspeler Martijn van Dam trof de speler
met de hoogste rating. Maar Martijn deed dat voortreffelijk. Er werd op alle
fronten gestreden, echter de pionnen op de g- en h-lijnen deden Martijn pijn.
De g-pion kon doorlopen en promoveerde tot dame en dat was voor Martijn teveel.
Toch prima gespeeld! (½-3½).
Wim Albus, spelende aan bord 6 naast zoon
Tim, speelde ook een prima wedstrijd. De strijd werd vooral op de damevleugel
gestreden. Toen deze “leeg” was zette Wim de zwarte stelling onder druk. Toren
en paard stonden bijna vast. Maar Wim liet het toch ergens liggen en verloor
een pion. Deze pion bleek echter genoeg voor de overwinning. Met nog drie
borden bezig was het verlies een feit (½-4½).
Ook Albert Schaefer aan bord 8 kon geen
overwicht creƫren. Albert zette wat druk in het centrum met zijn pionnen. Hij
viel een paard aan maar werd op de koningsvleugel onder druk gezet. Albert wist
dit te verdedigen maar het kostte wel een pion. Even later verloor hij nog een
pion en hierdoor werd de stelling zwakker en zwakker. Met verlies tot gevolg (½-5½).
Hetzelfde overkwam Frits van der Veeke aan
bord 4. Goed spel, na anderhalf uur werd pas het eerste stuk geslagen. Ook
Frits verloor een pion en de stelling werd zwakker. Frits probeerde nog een
aanval uit te voeren maar … geen succes. Ook Frits verloor (½-6½).
Teamleider Leo Stelloo was, als laatste, nog
bezig, aan bord 2. Opmerkelijk was dat Leo op een gegeven moment veel meer tijd
over had dan zijn tegenstander! Normaal is dat andersom. De stelling was de
gehele tijd gelijkopgaande. Tegen het einde kreeg Leo een remiseaanbod, echter,
daar wilde Leo niets van weten. Met nog enkele minuten te gaan ging Leo toch in
de fout en verloor. De einduitslag van ½-7½ was dezelfde als in de eerste
wedstrijd. Ik vond dat het derde team een beter resultaat had verdiend.
Dit was dus de tweede wedstrijd van het eigenlijk ongelukkig gepromoveerde team. De tweede grote nederlaag dus en frappant detail is, dat de tegenstander uit de eerste ronde (De IJssel 2) deze ronde ook met grote cijfers (7-1) verloor. De Willige Dame 2 is dus gewaarschuwd!!
Overigens, nu even zonder dollen, deze uitslagen zijn wel een bewijs dat er iets helemaal fout zit in de huidige RSB-competitie. Dat geld ook voor andere klassen, uitslagen van 6-2 en hoger zouden eerder uitzondering dan (bijna) regel moeten zijn.
Kijken we dan nu even naar Fred's wedstrijdformulier:
De Pionier 3 | 1397 | - | De Willige Dame 2 | 1534 | ½-7½ | |
1 | Ben Blakmoor | 1605 | - | Willem Platje | 1353 | ½-½ |
2 | Leo Stelloo | 1472 | - | Pearl Uyttenhove | 1562 | 0-1 |
3 | Martijn van Dam | 1418 | - | Pieter Sandijck | 1724 | 0-1 |
4 | Frits van der Veeke | 1339 | - | John van Waardenberg | 1502 | 0-1 |
5 | Ronald van Velzen | 1179 | - | Anne Meeldijk | 1453 | 0-1 |
6 | Wim Albus | 1513 | - | Willem Weerdensteijn | 1531 | 0-1 |
7 | Tim Albus | 1369 | - | Cor Paans | 1510 | 0-1 |
8 | Albert Schaefer | 1278 | - | Han van Gorkom | 1634 | 0-1 |
Dan de interne beker.
De loting had hierin Dik Roeffel gekoppeld aan Alex
van Wieringen. Qua rating een ongelijke strijd maar met de bekerwedstrijden
weet je het maar nooit, vooral omdat er reglementair een groot verschil in beschikbare tijd bestond. Dik speelde de eerste partij met wit. In het begin
ging het gelijk op. De stukken werden op de juiste plek geschoven. Alex had dat
net iets beter gedaan, waardoor hij een pion won, die kon promoveren tot dame.
Dick probeerde er nog een wedstrijd van te maken maar Alex pakte met die dame
stuk na stuk en zette Dick schaakmat. In de tweede partij was het al niet anders.
Alex kreeg al gauw grip op de partij en liet Dick kansloos. Alex door naar de 2e
ronde.
Hierin speelden de nummers 2 en 3 van de stand tegen elkaar en daarbij had Ernst-Jan Pluim Mentz de witte stukken toegewezen gekregen terwijl Sheila de Jonge zich ontfermde over de zwarten. Maar ze kreeg daarin een lelijk gat in de bescherming van haar koning. De g-pion was namelijk nodig om op f6 terug te slaan. Daar ging de clubkampioen misbruik van maken. Eerst werden nog lopers geruild op e7 en daarna won Ernst-Jan (met dameruil) een pion op f5. Eerlijk gezegd werd de stelling van Sheila nu een gatenkaas en daarom gaf ze dan ook op.
Opnieuw een goed voorbeeld van wat er kan gebeuren middels het Fischer-tempo bleek in de partij tussen Jan van Dam en Jan van Baardwijk. De tweede Jan had, dankzij gebruik van veel bedenktijd, een redelijke stelling op weten te bouwen. Maar op zeker moment vlogen de seconden er voor hem af, terwijl de eerste Jan daar nog meer dan ruim van voorzien was. Maar nu moest hij een winstweg bedenken en dat kost meestal tijd, terwijl zijn tegenstander relatief snel ging spelen en er zodoende toch steeds tijd bij kreeg. Maar Van Dam wist toch het goede plan te vinden en mocht tenslotte het zoet van een overwinning smaken.
Bonne Faber en Michiel Landman zijn redelijk aan elkaar gewaagd. Toch kreeg Michiel, dankzij een als iets minder goed bekend staande variant het betere van het spel. Maar toen Bonne, bijna noodgedwongen, loper tegen paard ruilde op c6, had Michiel niet terug moeten slaan met zijn dame (wat dameruil betekende) maar z'n b-pion op moeten spelen, waardoor Bonne de dame had moeten geven voor twee torens. Op zich is dat geen ramp, echter, als je dan de c-lijn helemaal in handen van de zwarte dame moet laten dan valt er verder weinig leuks meer te doen voor wit. Dameruil dus en dat was voor Bonne meteen het sein om remise te bieden. Dat aanbod werd geaccepteerd.
Jan van Huizen speelde met wit tegen Ad van
der Ree. Twee spelers, die ook aan elkaar zijn gewaagd. Het ging dus ook gelijk op.
Wel veel spanning in het centrum. Totdat Jan met zijn toren de dame van Ad aan
kon vallen. Op zich geen probleem, maar bij het weg halen van de dame zou Ad
een toren verliezen… Uiteraard gaf Ad op.
Dan, last but not least, de partij tussen Wim Noordermeer en Arie Bliek. Het werd een partij met veel dreigementen, die alle konden worden teniet gedaan. Tenslotte bleef er een toreneindspel over, dat middels herhaling van zetten in remise eindigde.
Door al bovenstaand fraais is er een nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten