Deze wedstrijd bleek eentje te zijn met twee gezichten. Eerst werden twee partijen vooruitgespeeld op verzoek van De Pionier en op de vastgestelde datum gingen de andere zes Pioniers naar Rotterdam.
Als de meeste spelers hun vizier alleen op de wedstrijd en dan vooral hun eigen partij hebben gericht, wat doe je dan als jezelf enigszins respecterend verslaggever? Je speelt hier en daar een beetje leentje-buur, je legt je oor te luisteren in de wandelgangen en je hoopt op wat respons via bijv. e-mail. Zo ook hier!
Voor De Pionier 1 begon het gevecht al enkele weken eerder met de mededeling van Jan van Huizen dat hij op de speeldatum was verhindert. Dus contact gezocht met tegenstander Erasmus met het verzoek of er twee partijen vooruitgespeeld konden worden. Het antwoord van Erasmus was positief en zij wilden het liefst vooruitspelen aan de borden 1 en 5. Een gegeven paard moet je nooit in z'n bek kijken, dus akkoord gegaan en Jan aan bord 1 gezet en Jaap Santifort, die wel mee wilde, aan bord 5.
Aan bord 1 speelde Jan een gelijkwaardige partij. Lang ging het gelijk op en de gedachten van Jan gingen al richting remise, hij had echter het gevoel iets beter te staan. Dus toch maar doorgespeeld en de keus gekregen tussen een pion slaan aan de rand en daardoor de eigen toren min of meer buitenspel zettend of z'n spel te centraliseren. Hij koos voor het laatste en dat legde hem geen windeieren! Hij kwam toch een pion voor te staan en wist het eindspel tenslotte positief naar zijn hand te zetten!
Voor Jaap aan bord 5 ging het nog beter. Zijn tegenstander greep op een gegeven moment mis en Jaap zag zich plotseling als aanvoerder van een leger met een stuk meer dan zijn tegenstander. In dergelijke gevallen raakt de leeuw in Jaap een beetje los en hij beet zich vast in de stelling en wist de volle buit tenslotte over de streep te trekken.
Dit was het eerste gezicht, duidelijk voor De Pionier 1, terwijl Erasmus al wondenlikkend tot de conclusie kwam dat er nog zes partijen moesten worden gespeeld en daarmee alles nog rechtgezet kon worden. De Pioniers echter konden hun euforie nauwelijks de baas met deze 0-2 voorsprong en voorzichtig werd al aan een grote overwinning gedacht, net als twee jaar geleden, toen het in Hellevoetsluis 7-1 werd. Het tweede gezicht dus eigenlijk.
Nu echter kreeg het Pionierteam hier en daar klappen! Dat begon aan bord 4, waar Willem-Jan Tanis tijdens de partij een pionvork al enige tijd aan zag komen maar er maar geen antwoord op wist te verzinnen. De vork kwam inderdaad, Willem-Jan raakte een stuk kwijt en wist dat niet meer te boven te komen. Een verliespunt dus.
Maar er bleken anderen te zijn, die nu de handen uit de mouwen wilden steken en één daarvan was Reinier van der Wende aan bord 8. Reinier wist op een gegeven moment zijn tegenstander de dame afhandig te maken en dat kostte hem "slechts" één licht stuk. Maar hij had daarmee nog niet gewonnen, soms kun je het iemand nog behoorlijk lastig maken met een dame minder! Maar Reinier bleef de goede zetten spelen en zijn tegenstander zag daardoor het nutteloze van doorspelen ook in en bracht daarmee de tussenstand op 1-3.
Nu echter kwamen de hardere klappen. Aan bord 7 had Rik Verheij heel goed gespeeld en daarmee een gewonnen stelling opgebouwd. Maar het is bij de meeste schakers al lang bekend: er is niets moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling. Dat ondervond Rik nu aan den lijve! Hij overzag een aftrekschaak en kon meteen de biezen van zijn koning pakken en 2-3 aan laten tekenen.
Het werd nog erger voor de Pioniers want aan bord 6 kwam Ad van der Ree in de knoei dankzij een vrijpion die hij was achtergeraakt. Hij probeerde nog uit alle macht die achterstand recht te trekken maar zijn tegenstander wist het eindspel goed uit te spelen en plotseling stond het euforische Pionierteam tegen een 3-3 gelijke stand aan te kijken.
Gelukkig echter had men nog een teamleider en een clubkampioen achter de hand, die zouden toch dit varkentje nog wel kunnen wassen? Aan bord 3 wist Jan van Dam een pion te winnen en de open e-lijn voor zich op te eisen. Zijn Erasmiaanse tegenstander wilde zich niet zo snel laten kennen en ging veel tijd gebruiken. Maar dat kan ook zijn keerzijde hebben als je in het verdere eindspel op zeker moment, ondanks het Fischertempo, redelijk snel moet zetten. Dat ging hem dan ook een stuk kosten middels een dameschaak en dus ook de partij en minstens een gelijkspel was binnen.
Aan bord 2 dus speelde clubkampioen Ernst-Jan Pluim Mentz toch wel een lastige partij, waarbij hij op zeker moment het gevoel kreeg, dat zijn tegenstander op remise speelde. Hierop liet hij zijn strategische kennis los, rukte met zijn koningsvleugelpionnen op naar g4 en h3 en kwam met zijn dame binnen op g2. Daardoor werden enkele pionnetjes gesnoept en wat later ook het partijpunt en daarmee het tweede wedstrijdpunt.
En toch wel opgelucht ademhalend aanvaardde men de terugreis, met nu op dit moment een vierde plek in de stand in de groep.
Het wedstrijdformulier toonde het volgende beeld:
Erasmus 3 | 1711 | - | De Pionier 1 | 1792 | 3-5 | |
1 | Herman Beerling | 1751 | - | Jan van Huizen | 1759 | 0-1 |
2 | Jan Smit | 1728 | - | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2106 | 0-1 |
3 | Joram Simons | 1733 | - | Jan van Dam | 1767 | 0-1 |
4 | Pim Kleinjan | 1712 | - | Willem-Jan Tanis | 1732 | 1-0 |
5 | Henrt Pijpers | 1732 | - | Jaap Santifort | 1758 | 0-1 |
6 | Jan Hoek van Dijke | 1693 | - | Ad van der Ree | 1778 | 1-0 |
7 | Lucian Mihailescu | 1689 | - | Rik Verheij | 1722 | 1-0 |
8 | Bernhard Ruimschoot | 1650 | - | Reinier van der Wende | 1713 | 0-1 |
1 opmerking:
Gefeliciteerd met deze 2e overwinning op rij. Met nog 3 ronden te gaan, moet behoud in de 2e klasse mogelijk zijn!
Marcel Mol
Een reactie posten