Met het RSB-debuut van jeugdspeler Martijn van Dam als vervanger voor Albert Schaefer arriveerde het Pionierteam ruim op tijd in het Prachthuis van Overschie om daar te ontdekken of er nog kansen op promotie zouden kunnen zijn.
Die kansen vertroebelden vrij snel toen Wim Albus aan bord 6 al na enkele zetten in een valletje trapte, daarbij wat pionnen verloor en even later zelfs het punt.
Maar gelukkig werd de familie-eer hoog gehouden door zoon Tim Albus aan bord 8. Van hem is bekend dat hij graag mag experimenteren met dubieuze combinaties, waarin dreigingen gepaard kunnen gaan met kansen op materiaalverlies voor hemzelf. Zo ook in deze partij. Hij raakte een toren kwijt (kreeg er wel wat pionnen voor terug) maar wist later een kwaliteit buit te maken. Beide spelers maakten echter de fout om (veel) te snel te spelen, waardoor ze toch sommige essenties misten. Tim miste echter niet de zet om mat uit te voeren en daar gaat het tenslotte toch in grote lijnen om in het schaakspel!
Als derde droeg Bonne Faber aan bord 1 zijn steentje bij. Hij had daarbij niet over geluk te klagen omdat zijn tegenstandster al snel haar koningsloper in het spel bracht en toen die loper aan werd gevallen hem terug te spelen en daarbij eigenlijk haar damevleugel grotendeels te blokkeren. Door een volgende onnauwkeurigheid verloor ze een stuk en Bonne leek gemakkelijk op winst af te kunnen stevenen. Maar daarbij overzag hij het gevaarlijk binnendringen van de vijandelijke dame met buitmaken van pion h3. Eigenlijk stond zijn materiaal voor een groot deel op de andere vleugel, zodat het hem moeilijk had kunnen worden gemaakt op de koningsvleugel. Maar dat liep gelukkig goed af, het uiterste werd niet van de zwarte aanval geëist, waar de matdreiging met Pf4 (waarbij het paard zich zou moeten hebben opgeofferd) een dikke vis uit het troebele water zou kunnen hebben opgeleverd. Bonne werd niet aan die tand gevoeld en het werd 1-2.
Die voorsprong werd weer teniet gedaan aan bord 4 bij Frits van der Veeke, die tegen de Overschiese speler met de hoogste rating speelde. Frits sloot zijn eigen koning in waardoor hij in een moeilijk parket geraakte, vooral door een op f6 gearriveerde witte pion. Hij meende in het centrum een geintje uit te kunnen halen maar werd daarbij even later met schrik gewezen op mat met een paard.
Het scoreverloop bleef even gelijk op gaan bij Frits Wilschut, die aan bord 5 een leuke partij speelde, waar beide spelers zo te horen wel van hadden genoten! Deze Frits won eerst een kwaliteit, wist die voorsprong echter niet te vertalen naar degelijke aanval. Er werd nog wat materiaal geruild en/of geofferd en zo ontstond een eindspel van 2 torens en wat pionnen voor Frits en een toren, loper en paard en wat pionnen voor zijn tegenstandster. Die had dit eindspel moeten winnen, zag echter niet hoe en verzeilde daardoor in een soort eeuwig schaak situatie. Remise derhalve en een 2½-2½ tussenstand. Hoe zou dit aflopen?
Dat aflopen ging vanaf nu een hele poos duren en als eerste maakte debutant Martijn aan bord 7 daar een einde aan. Twee jeugdspelers tegen elkaar, het leek de Groene Hart-cup wel!? Maar Martijn ging lang gelijk op. Hij kreeg een vrijpion op de a-lijn, die echter veel steun nodig bleek te hebben. Misschien had hij nog een kans kunnen krijgen door zijn f-toren naar c8 te spelen om hiermee dan een kwaliteitsoffer te doen op c4 met de dreiging van een familieschaak met een loper op d3. Het ging echter anders. Martijn kreeg een remiseaanbod maar wuifde dat weg na overleg. Een pion werd buitgemaakt met de dame, maar deze kwam daardoor wel in de gevarenzone. Het liep echter goed af voor Martijn en - na de nodige afruilen - bleef er een eindspel met voor beiden 3 pionnen op dezelfde lijnen. Dat probeerde Martijn nog even uit te melken, er werd echter niets anders dan een voor beiden verdiende remise uit gehaald.
Nu echter kwam de tijd voor het Pionierteam en teamleider Leo Stelloo aan bord 3 was de eerste om dat in te luiden. Zoals gebruikelijk dacht hij lang na over zijn zetten, hoewel zijn tegenstander ook met hetzelfde bijltje aan het hakken was. Leo had zijn koning in het uiterste hoekje van z'n damevleugel op moeten bergen en daar ging zijn tegenstander op hakken. Daar had hij een paard voor over, wat, na lang nadenken, door Leo werd geslagen. Het werd gevaarlijk en ook superspannend en de klokken telden steeds meer tijd af, waarbij de jeugdige zwartspeler regelmatig onder de minuut kwam met Leo zowaar met meer tijd. Toch overkwam hem een onregelmatigheid want, dankzij de bij tijdnood horende stress, deed hij een paardzet met een paard dat niet gespeeld mocht worden waarbij hij ook nog het toverwoord "mat" uitriep. Dat was het natuurlijk niet, hij bracht daarmee zijn tegenstander echter wel wat van slag. Dat resulteerde tenslotte in enkele schaakzetten met diens dame, waarvan de laatste op een veld dat gedekt was door een toren van Leo. Weg dame dus en een enigszins onverdiend punt voor het Pionierteam.
Als laatste was het nu de beurt aan Jan van Baardwijk aan bord 2 om iets aan de score te doen. Ook Jan heeft de manie veel tijd te gebruiken, ook hier bezondigden beide spelers zich daaraan. In ieder geval hebben ze het bij Overschie al zover gekregen dat hun vierde team-spelers niet slordig met hun tijd omgaan! Jan kreeg een ietsje betere stelling, echter te weinig om van groot voordeel te kunnen spreken. Ook hij kreeg op een gegeven moment een remiseaanbod, toen was de totaalstand nog niet dermate dat dit aanbod aangenomen kon worden. Jan wist tenslotte met een toren binnen te dringen en het ging er langzamerhand beter voor hem uitzien. Mede daarom ging hij ook nadenken over het zelf uitbrengen van een remiseaanbod, verkoos echter toch om door te spelen. Hij wist tenslotte met zijn toren de vijandelijke koning af te snijden van zijn verkregen vrijpion en dat bracht tenslotte de winst voor hem en de 3-5 eindstand, zoals te zien op het wedstrijdformulier:
Overschie 4 | 1125 | - | De Pionier 3 | 1292 | 3-5 | |
1 | Mounia Tarifit | 1203 | - | Bonne Faber | 1570 | 0-1 |
2 | Edwin van Kleeff | - | Jan van Baardwijk | 1417 | 0-1 | |
3 | Ricardo van Oldenbarneveld | 890 | - | Leo Stelloo | 1421 | 0-1 |
4 | Mario Dirks | 1363 | - | Frits van der Veeke | 1328 | 1-0 |
5 | Loubna Tarifit | 1195 | - | Frits Wilschut | 1278 | ½-½ |
6 | Martin Schlüter | - | Wim Albus | 1-0 | ||
7 | Jurriaan Verbeek | 1106 | - | Martijn van Dam | 741 | ½-½ |
8 | Oumaima Tarifit | 992 | - | Tim Albus | 0-1 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten