Deze ronde werd, in dezelfde week, voorafgegaan door een wedstrijd van het Pionierviertal. Er konden ook een zevental interne partijen worden gespeeld, terwijl er opnieuw iemand oneven moest zijn. Dat trof ditmaal Leo Stelloo, die sowieso een drukke schaakweek achter de rug heeft.
Leo is namelijk ook teamleider van het viertal en wist een gemotiveerde vier Pioniers enthousiast te maken voor de reis naar Rotterdam op de dinsdagavond. Daar moest dan de terugwedstrijd tegen het Shah Mata-viertal worden gespeeld.
Zelf had Leo zich aan bord 1 geplaatst, waar hij te maken kreeg met een speler, die, volgens Leo zelf althans, het verdedigen tot kunst had uitgeroepen. Wat Leo ook speelde, er kwam geen aanval en Leo moest alles uit zijn gedachtenkast halen om de winst te zoeken. Helaas was dat ook evenredig aan zijn tijdgebruik. Dat maakte, dat Leo tenslotte op tijd ging verliezen. Maar dat werd dan weer goed gemaakt door Frits Wilschut aan bord 2, die het geluk had dat zijn tegenstander het eindspel niet goed behandelde en daardoor met verlies genoegen moest nemen. Aan bord 3 bleek Tim Albus in topvorm, hij toverde zijn tegenstander zoveel leuks voor dat deze al heel snel de weg kwijtraakte en Tim met een tevreden gevoel en een vol punt achterliet. Maar er kon geen wedstrijdwinst worden geboekt want aan bord 4 verloor Trudy Angeneind helaas, hoewel ze heel goed partij had gegeven. Maar aan het slot ging de vermoeidheid waarschijnlijk ook een woordje meespelen. Maar ze keek wel terug op een mooie avond!
Het wedstrijdformulier zag er toen zo uit:
Shah Mata | 1172 | - | De Pionier | 1206 | 2-2 | |
1 | Gerard Blom | 1365 | - | Leo Stelloo | 1379 | 1-0 |
2 | Marcel Batist | 1021 | - | Frits Wilschut | 1224 | 0-1 |
3 | Aad van Sabben | 1129 | - | Tim Albus | 0-1 | |
4 | Kees Stuik | - | Trudy Angeneind | 1015 | 1-0 |
Intern was de topwedstrijd die tussen twee Jannen, Jan van Dam werd gekoppeld aan Jan van Huizen. Het gevecht leek zich langzamerhand in het voordeel van eerstgenoemde Jan te ontwikkelen, hij zette zijn tegenstander tenminste behoorlijk onder druk op de koningsvleugel. Als gevolg daarvan kreeg Jan van Huizen eigenlijk niet de gelegenheid zijn ontwikkeling helemaal af te maken want zijn dametoren kwam maar niet van z'n plek. Jan van Dam dreigde op een gegeven moment dan ook zijn mataanval helemaal te ontplooien, Jan van Huizen was echter zo slim de f-lijn, waarlangs de witte torens emplooi zochten, af te sluiten door een loper op f5 te plaatsen. Maar dat schrok zijn tegenstander in eerste instantie niet af, hoewel hij wel een dameschaak kreeg te verwerken. Maar even later ging het helemaal mis toen hij een vergiftigde pion nam op h6 met een mat in één dreiging op g7. Maar hij kwam niet zover want hij werd, eigenlijk heel plotseling, zelf matgezet midden op het bord en bleef daardoor even als verdoofd zitten.
Ook een hele fraaie partij wist Sheila de Jonge op het bord te toveren, ondanks het grote krachtsverschil met tegenstander Ernst-Jan Pluim Mentz. Natuurlijk wist Ernst-Jan haar flink in moeilijkheden te brengen, Sheila hield echter haar hoofd koel en haar zetten slim. Volgens eigen zeggen van Ernst-Jan zaten er diverse slimmigheidjes in haar zetten, waardoor hij ettelijke malen steeds de juiste zet moest vinden om erger te voorkomen. Helaas voor Sheila heeft hij echter het niveau om die zetten steeds te vinden en tenslotte bleken de slimmigheidjes opgebruikt en moest Sheila - hoewel uiterst tevreden over haar spel - erkennen dat een resultaat tegen de clubkampioen voor een volgende keer zou moeten zijn. Nu verlies dus.
Lange tijd ging het vrij gelijk op tuseen Rob van Wijgerden en Bonne Faber, hoewel laatstgenoemde wel een sterk paard op c4 wist te krijgen. Dat paard werd eigenlijk de basis voor de latere uitslag, vooral ook omdat Rob - verlegen om een goede zet - de verdediging van pion b2 in de steek liet voor een aanval op een toren. Hierdoor kon Bonne op b2 binnenvallen met diezelfde toren en van daaruit, geholpen door twee ijzersterke lopers, Rob tenslotte de genadeslag toebrengen.
Een moeilijke partij stond Jan van Baardwijk te wachten tegen Arie Bliek. Hoewel Jan zo langzamerhand wel een betere stelling kreeg is het meestal heel moeilijk om Arie er dan van te overtuigen dat hij misschien beter op zou kunnen geven. Zo ook nu, hoewel Arie op zeker moment te maken kreeg met minstens twee vijandelijke pionnen die op doorbreken stonden. Maar de tijd van Jan sterkte Arie wel enigszins in doorspelen. Tot het moment, dat het ècht niet anders kon bleef Arie het proberen.
Wim Noordermeer mocht proberen de nieuwste Pionier, Ronald van Velzen, aan te tand te voelen. Maar dat viel helemaal niet zo mee, hoewel Wim wel constant aan het drukken bleef. Maar Ronald verdedigde zich heel mooi en wist het tenslotte nog tot een, qua materiaal, gelijkstaand toreneindspel te brengen. Toen echter bleek, dat Wim ver genoeg had doorgerekend want één van z'n pionnen bleek uiteindelijk niet meer tegen te houden. Een tweede nul voor Ronald derhalve.
Frits Wilschut mocht proberen een andere nieuweling, Casper Verbeek, het leven moeilijk te maken. Maar Casper bleek daar niet van gediend en draaide de medaille als het ware om. Plotseling kwam Frits in moeilijkheden, wat hem, in eerste instantie, een kwaliteit kostte. Hierna toonde Casper aan uit het goede schaakhout te zijn gesneden, hij wist deze voorsprong namelijk in een veilige haven te brengen, daarmee aangevend, dat er rekening met hem moet worden gehouden!
Ger Croonenberg werd opgehaald door Frits en kon zodoende ook weer eens zijn gezicht laten zien aan de andere Pioniers. Zijn partij tegen Tim Albus was echter maar van korte duur want voordat de meesten zich van een consumptie hadden voorzien zat Tim zich al, figuurlijk, in z'n handen te wrijven met een mooi winstpunt.
De stand na ronde 19.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten