Deze wedstrijd werd eigenlijk in twee delen gespeeld. Er werden eerst twee partijen vooruit gespeeld en de andere partijen werden daarna een week later gespeeld.
Wim Noordermeer bleek op de originele speelavond verhinderd te zijn, hij wilde echter wel graag spelen, zodat getracht werd dat te regelen. Maar om dan alleen naar Capelle te moeten gaan is ook minder prettig. Zo werd Sheila de Jonge bereid gevonden met hem mee te gaan en speelden ze een week eerder, aan de borden 4 (Wim) en 7. De partij van Wim ging vrij lang gelijk op en de tegenstander van Wim vond dat voldoende voor een remiseaanbod op een gegeven moment. Er was toen een eindspel ontstaan van toren en paard tegen toren en loper en aan beide kanten een aantal pionnen. Maar Wim had het gevoel dat hij ietsje beter stond en wilde nog iets proberen. Zijn pionnen stonden blijkbaar iets beter en hij kreeg tenslotte een vrijpion die niet meer te stoppen bleek te zijn. Het eerste Pionierpunt dus.
Ook Sheila had het idee, dat haar partij vrij gelijk op ging, hoewel ze wel een loper in liet sluiten op de damevleugel. Daar kreeg ze echter een sterke pionnenstructuur voor terug. Op zeker moment kreeg ze een paard aangeboden, gelukkig zag ze dat ze dat paard niet mocht aannemen omdat het anders vreselijk mis zou gaan. Nu kostte het slechts een pion en werd haar pionnenstructuur wat slechter. Ze wist een dreiging op te bouwen op de koningsvleugel, die dreiging echter niet ten volle uit te bouwen. Maar ze kreeg wel te maken met enkele vrijpionnen van haar tegenstander en ook het gevoel dat een en ander haar tussen de vingers door zou gaan glippen. Daarom deed ze een remiseaanbod en dat werd, een beetje tot haar verbazing, aangenomen. Dus kwam De Pionier 2 mooi met ½-1½ vóór te staan en hoefden de zes teamgenoten een week later niet meer te doen dan allen remise te spelen.
Daar leek het meteen al niet op want teamleider Bonne Faber kreeg aan bord 5 te maken met een speler, die een bepaalde variant grondig had bestudeert en laat die variant nou ook op het bord komen! Dit betekende, dat Bonne al snel alles achter het bord uit moest vinden terwijl zijn tegenstander zich als een vis in bekend water voelde. Het kostte Bonne dan ook al snel een centrumpion en een deel van de strijdmacht werd daarbij afgeruild. Nu maakte Bonne ook nog de fout een schaakje te overzien, wat hem een stuk kostte. Toen de rook van de gehele actie weer was neergedaald bleek de CSV-er een stuk tegen een pion vóór te staan en ook nog in het bezit te zijn van het loperpaar. Dat bleek voldoende om de winst binnen te halen, hoewel Bonne er een hele tijd over deed om de partij op te geven. De stand was dus weer gelijk getrokken.
Op dat moment zag het er heel somber uit voor de Pioniers want een totaalstand van 5½-2½ leek meer haalbaar dan iets anders.
Maar voor De Pionier 2 bleken de wonderen de wereld nog niet uit en Jan van Baardwijk, spelend aan bord 3, wist zijn toch wat mindere positie, dankzij een soort van black-out van zijn tegenstander, naar winst om te zetten. Jan had steeds geprobeerd spel te maken op de damevleugel, was daar niet echt in geslaagd en had toe moeten zien hoe daar de aanval werd overgenomen. Maar Jan wist tenslotte met een mooie paardzet, overzien door zijn tegenstander, z'n zaken in een ander daglicht te stellen en tenslotte zelfs winst waar te maken. Hierdoor werd het dus 1½-2½.
Maar in de tussentijd zaten ook de andere spelers niet stil want aan bord 1 had Michiel Landman alles op alles gezet om een goede positie te krijgen. Maar dat wilde maar niet lukken, zijn tegenstander bleek alles onder controle te kunnen houden en Michiel bleek ten onder te gaan. Hiermee werd een gelijke tussenstand bereikt.
Aan bord 6 leek Rob van Wijgerden in eerste instantie een betere stelling te krijgen, dat bleek echter niet helemaal juist. Veel van het materiaal werd afgeruild en Rob kon op de koningsvleugel gaan proberen pionnetjes in te pikken. Hij diende echter ook zijn damevleugel in de gaten te houden, daar ging zijn tegenstander hetzelfde proberen. Maar tenslotte bleek Rob de meer gelukkige van het tweetal te zijn en mocht dat zelfs bekronen met winst en een 2½-3½ tussenstand.
Op dat moment had Peter Derrez al het nodige voordeel in zijn stelling weten in te bouwen, een voordeel, wat op een gegeven moment neerkwam op stukwinst. Het gevecht ontstond tenslotte op de damevleugel waar Peter een gezonde pion vóórstond. De tegenstander wist nog wel een vrije a-pion te krijgen maar dit bleek onvoldoende om door te drukken, wat hem er dan ook toe zette om op te geven, zijn tijd bleek ook bijna afgelopen en de wedstrijdwinst was al voor De Pionier 2 met nu een stand van 2½-4½.
Tenslotte nog Arie Bliek aan bord 8. Arie had wat problemen met zijn tijdgebruik, hij vergat regelmatig zijn tijd te stoppen. Toch had hij aan het eind van de avond meer tijd dan zijn tegenstander. Ook de stelling bleek totaal gewonnen voor hem, hoewel daar wel de nodige fouten aan vooraf waren gegaan aan beide kanten. Maar aan het eind liet Arie opnieuw zijn tijd lopen en z'n tegenstander probeerde daar "misbruik" van te maken. Op een gegeven moment stopte Arie zijn tijd toch maar en het leek wel of de tegenstander daar op had zitten wachten, hij gaf meteen op. Naar wat Arie later zei had hij willen wachten tot hij minder dan 5 minuten over had en dus niet meer had hoeven noteren.
Zo kwam er de omgekeerde stand op het wedstrijdformulier van wat in het begin was verwacht!
CSV 3 | 1494 | - | De Pionier 2 | 1494 | 2½-5½ | |
1 | Jan ten Brinke | 1722 | - | Michiel Landman | 1552 | 1-0 |
2 | Rick van Roon | 1369 | - | Peter Derrez | 1536 | 0-1 |
3 | Andre Grootenboer | 1516 | - | Jan van Baardwijk | 1395 | 0-1 |
4 | Arjan Doorgeest | 1633 | - | Wim Noordermeer | 1589 | 0-1 |
5 | Menno Schoone | 1330 | - | Bonne Faber | 1626 | 1-0 |
6 | Jan van Dijk | 1392 | - | Rob van Wijgerden | 1466 | 0-1 |
7 | Piet Verkamman | - | Sheila de Jonge | 1480 | ½-½ | |
8 | Marco Tjepkema | - | Arie Bliek | 1305 | 0-1 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten