Donderdagavond vertrokken twee auto's met Pioniers naar de oostelijke regionen van de RSB-regio om hun wedstrijden te spelen. Maar ook het achterblijvende thuisfront liet zich niet onbetuigd met interne competitie en de eerste speler, die ronde 3 van de IBC bereikte.
De ene auto met spelers moest naar Sliedrecht om daar tegen de plaatselijke club aan te treden voor de RSB-beker. Daar doet Fred van Wieringen verslag van: De loting voor de eerste ronde van de
RSB- bekercompetitie zorgde ervoor dat De Pionier naar Sliedrecht moest
afreizen. Donderdag 13 november was het zover. De vier man, Ernst-Jan Pluim Mentz ,
teamleider Jan van Dam, Jan
van Huizen en Fred van Wieringen, moesten het opnemen tegen de
vier mannen uit Sliedrecht, uitkomend in de eerste klasse van de RSB. De
Pionier speelt in de tweede klasse, dus het zou een lastige avond worden.
Na een uur spelen stond het op alle borden
gelijk. Alleen op de borden 1 en 2 was er een ingewikkeld middenspel ontstaan.
Zeker op bord 2, waar Jan van Dam trachtte zijn koning te verdedigen in het
centrum. Hij had dus nog niet gerocheerd. De druk op zijn stelling werd groter en
groter. Jan zag geen uitweg meer en gaf zich gewonnen (1-0).
Naast mij zat Jan van Huizen op bord 3
met de zwarte stukken te spelen. Hij speelde een Franse opening. Jan kwam met zijn stukken niet tot aanvallen en moest zich beperken tot
verdedigen. De aanval op zijn koningsstelling werd, naarmate de tijd vorderde, steeds feller. Tot er geen verdediging meer mogelijk was en Jan moest opgeven
(2-0).
Ernst-Jan speelde aan bord 1 een boeiende partij. Met een zeer
ingewikkeld middenspel en een pion minder probeerde hij zijn tegenstander onder
druk te zetten. Omdat ik zelf ook in de eindfase van mijn partij zat, heb ik
niet kunnen constateren hoe Ernst-Jan het niet redde (3-0).
Met de 3-0 stand
was het verlies een feit. Aan bord 4 had ik een taaie tegenstander. Het ging
heel lang gelijk op, maar een pionnenmeerderheid op de damevleugel gaf mij moed
om te proberen de partij te winnen. Mijn tegenstander verdedigde echter uitstekend en
er werd tot remise besloten (3½-½).
Weer werd de tweede ronde helaas
niet bereikt.
Sliedrecht | 1939 | - | De Pionier | 1877 | 3½-½ | |
1 | Tobias Dekker | 1929 | - | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2144 | 1-0 |
2 | Robert van Rekom | 1980 | - | Jan van Dam | 1800 | 1-0 |
3 | Wout Boer | 1924 | - | Jan van Huizen | 1817 | 1-0 |
4 | Teunis den Rooijen | 1921 | - | Fred van Wieringen | 1747 | ½-½ |
De andere auto hoefde iets minder ver, moest naar Ridderkerk, ook met een viertal schakers. Maar de route om daar te komen was wel wat langer, alle spelers werden thuis opgehaald door teamleider Leo Stelloo. Desondanks was men ruim op tijd in de speelzaal aanwezig. Het zou een gevecht worden om de rode lantaarn in de groep. Ridderkerk had één wedstrijdpunt behaald tot zover en De Pionier was zelfs niet verder gekomen dan een half bordpunt. Maar de Pioniers hadden er zin in, zo bewees meteen al Tim Albus aan bord 3. Tim lijkt zich steeds beter thuis te voelen bij De Pionier en toonde dat door een keurige partij op te zetten, een opstelling, waar zijn opponent niets tegenin wist te brengen. Zijn koningsstelling werd opengereten, de koning in z'n hempie gezet en toen met huid en haar a.h.w. opgevreten. Aan bord 2 had Frits Wilschut de schermutselingen naast zich zo eens aangekeken en er ontstond een soort van jaloersheid in zijn gedachten. Maar Frits liet die jaloersheid het goede werk voor hem verrichten, wat even later in het tweede Pionierpunt resulteerde. Nu nog een halfje en de eerste wedstrijdwinst zou binnen zijn. Daarvoor zette Leo Stelloo aan bord 1 zijn beste beentje voor tegen een tegenstander, die blijkbaar op de hoogte was van Leo's grootste probleem achter het schaakbord: zijn tijdsverbruik. Want ook nu leek Leo steeds meer de tijddruk te gaan voelen, hij was al lang aan de laatste 20 minuten begonnen toen zijn tegenstander nog steeds meer dan een uur ter beschikking had. De stelling was dan eigenlijk al lang gewonnen voor Leo, probleem werd steeds meer "hoe los ik dat nou op"! En zowaar, met ruimschoots minder dan 5 minuten te gaan wist Leo een mat te produceren. Nu was de winst dus binnen en werd er naar de partij van Trudy Angeneind aan bord 4 gekeken. Ook Trudy had een mooie positie opgebouwd, wist die echter niet vast te houden tot de eindstreep. Helaas, na een keurige maar uiterst vermoeiende strijd moest Trudy zich gewonnen geven en werd de eindstand van 1-3 bereikt:
Ridderkerk | 1224 | - | De Pionier | 1206 | 1-3 | |
1 | Lex van der Linden | 1345 | - | Leo Stelloo | 1379 | 0-1 |
2 | Wim van Daalen | 1274 | - | Frits Wilschut | 1224 | 0-1 |
3 | Theo van Goch | 1283 | - | Tim Albus | 0-1 | |
4 | Marc Harreman | 992 | - | Trudy Angeneind | 1015 | 1-0 |
In het bekerduel tussen Michiel Landman en Rik
Verhey eindigde de eerste partij in een eindspel van paard tegen loper. Men kon
al lang van tevoren de uitslag invullen (remise), maar de beide combattanten
gingen door tot ze beiden nog maar een kale koning hadden. In de tweede partij
had Rick wit. Michiel bracht de Franse verdediging op het bord. Het werd de
doorschuifvariant die zwart heel verdienstelijk speelde. Toch werd de zogenaamde
'Franse' loper hem uiteindelijk fataal. De witte stukken waren wat slagvaardiger
en toen Rick pionnen begon te oogsten, zag Michiel in dat hij voor een verloren
zaak streed en hij gaf op.
De partij Jan van Baardwijk - Ger Croonenberg werd
door de beide heren vakkundig opgezet. Een kleine onnauwkeurigheid van zwart
maakte het voor Jan mogelijk een toren te laten binnendringen in de vijandelijke
stelling. Toen de pionnen als rijpe appels begonnen te vallen, was het pleit
snel beslecht: 1-0.
Rob van Wijgerden hield de dadendrang van Wim
Noordermeer knap onder controle. Zwart bereikte heel weinig. In een stelling, waarin Wim nog remisekansen had, verrekende hij zich, waardoor er nog een pion in
het doosje ging. Daarna was het snel bekeken en Rob kon de felicitatie van zijn
tegenstander in ontvangst nemen.
Sheila de Jonge speelde een degelijke partij tegen
Peter Derrez. Er was nog weinig aan de hand toen zij een pion verblunderde.
Daarna zette Peter het bord in brand. Hij bracht een schijnoffer van toren tegen
loper op f2 dat ogenschijnlijk een keurige remise opleverde. Analyse achteraf
toonde echter aan dat Peter fraai had kunnen winnen. Vermoedelijk was Sheila na
afloop het meest tevreden met de uitslag.
De partij Arie Bliek - Wim Albus was het aanzien
zeker waard. Zwart toog onvervaard ten aanval, maar hij kwam er niet doorheen.
Zijn lichaamstaal verried op zeker moment dat hij er eigenlijk nog maar weinig
vertrouwen in had. Een pion, die Wim onderweg had ingeboet, werd op slimme wijze
terugveroverd en daardoor behield hij ondanks alles het initiatief. Toen Arie
geheel onnodig een loper inleverde, wist Wim dat hij deze partij ging winnen. De
wijze waarop hij dat deed, verdient alle lof. Hij zette Arie keurig mat. Een
prima prestatie.
Zie de stand na ronde 10.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten