Het tweede Pionierteam moest voor een belangrijke uitwedstrijd naar Papendrecht om daar het plaatselijke tweede team te bevechten. Voor beide teams was de wedstrijd belangrijk, de gastheren wachtten op hun eerste wedstrijdpunten terwijl de gasten hiermee klassebehoud vrijwel zeker veilig konden stellen.
Zonder noemenswaardige problemen werd de prachtige locatie (een denksportcentrum waarop menige denksportvereniging jaloers kan zijn) ruim op tijd bereikt en kon de wedstrijd beginnen.
Dat begin werd niet zo florissant voor het Pionierteam, aan bord 2 speelde topscorer Michiel Landman een moeilijke partij tegen de, op papier, sterkste speler van de gastheren. Michiel huldigde daarbij het principe dat pionnen de ziel van het spel vormen en speelde deze kleine mannen rigoureus naar voren. Als je tegenstander zich daar dan maar weinig van aantrekt, dan kun je op een gegeven moment wel eens een stellings-probleem onder ogen moeten zien. Zo overkwam ook Michiel en ze bleken redelijk onoverkomelijk voor hem te zijn met tenslotte verlies als gevolg.
Maar gelukkig werd deze achterstand teniet gedaan door teamleidster Sheila de Jonge, die aan bord 7 in eerste instantie niet zo goed in haar vel zat. Ze kreeg een schijnoffer tegen, nam dat niet aan maar het kostte wel een pion. Ze kwam zelfs een tweede pion achter maar hierna leek de helderheid in haar hoofd de overhand te gaan krijgen en wist ze haar tegenstander langzaam maar zeker haar wil op te leggen. Ze verleidde hem één van haar lopers met een pion aan te vallen, waardoor ze plotseling een paard kon slaan met tegelijkertijd een mat-in-twee dreiging.Die dreiging werd nog teniet gedaan door de beschermende rij pionnen voor de koning te verbreken, Sheila deed echter nog een pion in de aanbieding, offerde nog een stuk en kon zodoende de zwarte stelling met een toren binnendringen. Hierna kwam ook nog eens een paardoffer en dat leidde tot een onherroepelijk mat.
Nu leek voor de Pioniers het hek van de dam, Wim Noordermeer had aan bord 4 zo eens bij zijn teamleidster gekeken en daar als het ware de kunst afgekeken. Hij bleek heel goed opgelet te hebben want het leverde hem en zijn team een volgend punt op.
Het volgende punt kwam tot stand bij Peter Derrez aan bord 1. Peter speelde, met wit, een redelijk vlekkeloze opening (net als zijn tegenstander overigens), zijn tegenstander bleek de eerste, die in de fout ging. Hij onderschatte het gevaar, dat Peter aan het bouwen was op de koningsvleugel en verloor wat tempi op de damevleugel. Maar ook Peter leek wat besluiteloos te worden en meende wat troebel water op die damevleugel te zien, waarin hij probeerde te vissen. Wat later kwam hij gelukkig weer terug op het rechte pad en voorkwam een torenverdubbeling van zwart. Al een aantal zetten eerder had zwart de positie van zijn koning behoorlijk verzwakt door, volkomen nutteloos, zijn g-pion op te spelen, waar zijn zwartveldige loper (die dan eigenlijk op g7 hoort neer te strijken) zich diep op de damevleugel bevond. Peter kwam opzetten met zijn h-pion en benoemde deze tot zijn held want hij mocht opmarcheren tot h6 om daar als superbelangrijk steunpunt voor een mat te gaan fungeren. Hiermee werd de tussenstand 1-3 bereikt.
Er kwam nu een beetje een smetje op het Pionierblazoen bij Jan van Baardwijk aan bord 3. Jan verzuimde op zeker moment een belangrijk veld te blijven dekken. Hierdoor kon zijn tegenstander schaak geven met zijn dame en tegelijkertijd een stuk aanvallen. Deze dubbele aanval kostte Jan dus materiaal en een poosje later ook de partij, waardoor de spanning steeg met de tussenstand van 2-3.
Maar nu kwam invaller en eigenlijk supersub van het team, Leo Stelloo, aan het woord aan bord 8. Zoals te doen gebruikelijk wilde Leo alle zetten goed doorrekenen (voor het technische zettendeel hebben onze Oosterburen daar de term "Überdeckung" voor uitgevonden, dit is eigenlijk niet zo geschikt om voor je bedenktijd te gebruiken) en kwam daardoor steeds dichter bij de magische grens van de tijdnood. Natuurlijk ging zijn tegenstander daar op spelen en Leo, die duidelijk beter kwam te staan, ging nadrukkelijk op zoek naar een mat. Dat bleek nog lang niet gemakkelijk en - aangezien er steeds meer partijen afgelopen raakten - hij kreeg steeds meer bekijks op zijn zoektocht. Maar Leo heeft dit kunststukje al wel eens vaker opgevoerd en ook nu wist hij tenslotte zijn tegenstander mat te zetten, daarmee de tussenstand op 2-4 brengend.
Het volgende negatieve gebeuren voor De Pionier 2 vond plaats aan bord 6, bij Arie Bliek. Arie had een goede stelling op weten te bouwen en wilde dat, samen met zijn tegenstander, vieren met het halen van een consumptie. Maar dat had voor Arie nogal wat voeten in de aarde want in een denksportcentrum vertoeven bijvoorbeeld ook bridgers en die vonden dat ze, op hetzelfde moment als Arie, ook iets te vieren hadden. Hier had Arie, indachtig aan zijn thuishonk, waar het ook behoorlijk druk kan zijn aan de bar als de bridgers pauze nemen, een poosje moeten wachten om dan nogmaals om die consumptie te gaan. Maar Arie vond, dat hij aan de beurt was, hoewel het barpersoneel daar duidelijk anders over dacht en eerst alle bridgers ging bedienen. Dit schoot Arie duidelijk in het verkeerde keelgat en - om een lang verhaal kort te houden - hij verloor hiermee niet slechts zijn goede zin maar, mede daardoor, ook materiaal op zijn bord. Gat kostte hem tenslotte de partij.
Als laatste, bij een 3-4 tussenstand, was Rob van Wijgerden nog bezig aan bord 5. Het spel van Rob een beetje kennende, ook hier ging hij aanvallend van start. Dat bracht hem eigenlijk 2 zaken: een paard voorsprong en vele minuten bedenktijd achterstand. Voeg daarbij het feit, dat verder al zijn teammakkers al een beslissing in hun partij hadden weten te forceren tot de 3-4 tussenstand, dan kun je wel een beetje indenken welke sfeer daar rond bord 5 heerste! Maar Rob liet dat zijn spel nauwelijks beïnvloeden, sterker nog, hij putte er juist moed uit en wist tenslotte niet alleen het punt voor de partij maar ook beide wedstrijdpunten binnen te halen.
Het wedstrijdformulier zag er tenslotte als volgt uit:
Papendr./Albl.2 | 1409 | - | De Pionier 2 | 1463 | 3-5 | |
1 | Gerrit de Jong | 1526 | - | Peter Derrez | 1536 | 0-1 |
2 | Chris Korteweg | 1663 | - | Michiel Landman | 1552 | 1-0 |
3 | Arie Prins | 1428 | - | Jan van Baardwijk | 1395 | 1-0 |
4 | Theo Punt | 1342 | - | Wim Noordermeer | 1589 | 0-1 |
5 | Ad Stabij | 1413 | - | Rob van Wijgerden | 1466 | 0-1 |
6 | Henry Penning | - | Arie Bliek | 1305 | 1-0 | |
7 | Louis Kemper | 1283 | - | Sheila de Jonge | 1480 | 0-1 |
8 | Jack de Ruijter | 1211 | - | Leo Stelloo | 1379 | 0-1 |
Hiermee is De Pionier 2 eigenlijk zeker van klassebehoud en kan zelfs, samen met Erasmus 3, vechten voor een promotieplek. Eigenlijk nooit gedacht, als je bedenkt, dat men vorig seizoen nog bezig was uit de vierde klasse te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten