zondag 23 februari 2014

Ronde 23

Een combinatie van vakantie en schaakavond heeft meestal een slechte invloed op het laatste. Zo ook nu. Daardoor werd de indeling voor de meeste aanwezigen toch wat geweld aangedaan. Eigenlijk bij slechts één partij was sprake van aan elkaar gewaagd zijn.

Aan elkaar gewaagd waren Jan van Dam en Ben Blakmoor zeker wel. Dat betekende bijvoorbeeld dat deze partij eigenlijk pas halverwege de toegestane bedenktijd was toen alle andere partijen al lang en breed waren afgelopen. Dat betekende dus wel belangstelling voor wat er op het bord gebeurde van de anderen. Maar daar trokken Jan en Ben zich, op het oog, niets van aan, ze speelden gewoon hun spelletje. Op dat moment was de a-lijn half open voor Jan en de e-lijn helemaal open, terwijl de rest van de pionnen tegen elkaar aan was geschoven. Daarbij had Jan echter wel 2 dubbelpionnen. Maar die beide lijnen waren adequaat verdedigd, zodat een remise redelijk voor de hand leek te liggen. Maar beide spelers leken te trots om dat aan te bieden en er werd "driftig" door geschoven. De bedenktijd van Jan was het nijpendst, hier gingen de seconden afgeteld gaan worden terwijl Ben nog ruim het dubbele had. Het spel ontplooide zich nu vooral langs de e-lijn, waarbij één stel torens werd afgeruild en Jan daardoor een dubbelpion minder kreeg. Wegens het herhalen van z'n zetten leek Jan vrede te hebben met remise, wilde het echter niet zelf aanbieden. En Ben zocht mogelijkheden op de koningsvleugel en gebruikte daar relatief veel bedenktijd voor. Hij bleef wel zo'n beetje het dubbele aan tijd houden dan Jan, zijn seconden gingen echter ook al afgeteld worden. Zo langzamerhand leek Ben het idee op te gaan vatten van "de dood of de gladiolen", de g-lijn werd ook geopend en Ben's koning kwam wat open te staan achter z'n h-pion. De uitvluggerfase kwam in beeld en wat in die fase vaak gebeurd is op zich niet van de beste kwaliteit. Jan verloor hierbij z'n laatste paard en er leek toch een winnaar te komen. Maar Jan ging met de dame op jacht naar Ben's koning, dreef de monarch naar de laatste lijn en kon daar toch nog eeuwig schaak afdwingen. Een remise, een beetje op niveau derhalve.
Leo Stelloo kreeg de schrik van z'n leven bij het zien van de indeling: hij moest tegen Ernst-Jan Pluim Mentz. Maar hij ging zijn leven zo duur mogelijk verkopen, mede dankzij de belofte, dat hij "op de website" zou komen. Hoe het precies gebeurde is moeilijk te zeggen, feit is wel, dat Leo's e-pion op h7 terechtkwam, daar echter door de koningstoren werd afgestopt. Leo kreeg op een gegeven moment de keuze tussen de velden e4 en d5 voor het plaatsen van een paard, hij koos voor eigenlijk het verkeerde veld e4. Nu kon hij namelijk even later niet op dat veld terugslaan na ruil. Vanaf h5, waar vandaan Leo schaak bood met z'n dame, stond het paard veilig op e4. Dat was niet zo geweest op d5. Tenslotte kwam die h-pion van Leo als een vlag op een modderschuit op het bord te staan, de verdere partij ging langs hem heen, terwijl Ernst-Jan het nodige materiaal oogstte en wat later ook het partijpunt.
Het volgende grote verschil was dat tussen Jan van Baardwijk en Trudy Angeneind. Trudy heeft de laatste periode enkele leuke resultaten weten te boeken, tegen Jan bleek het toch te hoog gegrepen. Jan wist haar helemaal in de tang te nemen, haar koning kwam veel te moeilijk te staan op de laatste rij. Ze kon proberen wat ze wilde, niets hielp meer en even later legde ze het moede hoofd dan ook maar neer.
Ger Croonenberg had het, van zijn kornuiten uit schaduwgroep 3, nog het makkelijkst, tegen Wim Noordermeer. Maar Ger had geen zin in het tot en met uitpluizen van varianten en speelde z'n zetten te snel leek het. Het resultaat daarvan was dan ook fors materiaalverlies. Hij stond op een gegeven moment dan ook een volle toren achter. Beide torens van Wim kwamen op de voorlaatste rij en dan weet je het meestal wel. Ger werd nog even vervelend met enkele schaakjes, Wim liet zich het hoofd daardoor niet op hol brengen en haalde het volle punt binnen.
De partij tussen Frits Wilschut en Bonne Faber werd helemaal geen partij, hoewel hij nog bijna 40 zetten duurde. Bonne sloeg op z'n vierde zet namelijk een pion van Frits, die deze simpel terug had kunnen nemen. Maar Frits dacht bij zichzelf: "Die pion loopt niet weg, ik kan eerst best verder ontwikkelen", daarbij totaal vergetend dat die pion ook nog een paard van hem aanviel. Dan is het heel vervelend wakker schrikken! Toch probeerde Frits nog wel wat van z'n avond te maken, het materiaal verdween echter langzamerhand van het bord en het werd daardoor steeds moeilijker er iets zinnigs van te maken. Daar kreeg Frits dan ook genoeg van op een gegeven moment en gaf de partij, die geen partij was, op.

Door dit alles is er een nieuwe stand gekomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten