Helaas opnieuw een oneven aantal spelers woonde de clubavond bij. Sheila de Jonge werd daar de dupe van en mocht dus, zonder spelen, maar wel enkele punten rijker, naar huis. De verdere aanwezigen maakten er een aantal potjes van.
Zo speelden twee van de achtervolgers voor een eerste plek, Jan van Dam en Ad van der Ree, tegen elkaar. Heel bedachtzaam werden de zetjes uitgevoerd, toen zij nog nadachten over zet 15 was een aantal anderen de 50 al gepasseerd of had een beslissing gekregen. Maar Jan en Ad hielden elkaar goed in evenwicht, tastten de mogelijkheden af, lieten hun verdediging echter ook niet in de steek. Een partij, de top van een clubcompetitie waardig! Maar aan het slot, toen er niet meer zo lang over een zet nagedacht kon worden, kwamen er mogelijkheden. Ad had twee sterke verbonden pionnen al ver opgerukt en Jan had daarentegen een gevaarlijke aanval via de koningsvleugel. Echter, een opgerukte maar zwakke g-pion was daar ook onderdeel van. Jan won nog een pion en Ad moest nog even goed nadenken, uiteindelijk verdiende de partij eigenlijk geen winnaar en kreeg die dan ook niet.
Wat meer op afstand van deze top speelden Jan van Huizen en Jan van Baardwijk hun eigen partij. Ook hier leek men elkaar redelijk in evenwicht te houden, hoewel Van Huizen daar wel het voortouw in genomen leek te hebben. M.a.w., hij viel aan en Van Baardwijk verdedigde. Dat kan een hele tijd duren en de mogelijkheden daarbij wisselen ook wel, ondanks een soms wat minder prettige stelling. Maar uiteindelijk wist Jan de aanvaller het pleit te beslechten ten koste van Jan de verdediger. Toen waren inmiddels de kleine uurtjes al wel aangebroken.
Er is al enkele keren gerefereerd aan de eerste plek. Die werd - en wordt nog steeds - ingenomen door Ernst-Jan Pluim Mentz. Deze avond mocht Fred van Wieringen proberen een gat te slaan in dit bastion. Ten koste van erg veel bedenktijd (de klok van Fred telde al in seconden af toen Ernst-Jan nog meer dan een uur over had) en een kwaliteit wist hij nog stand te houden. Nu ging het echter eigenlijk omgekeerd en haalde Ernst-Jan z'n tegenstander steeds meer in qua bedenktijd. Want Fred had bijna alles af weten te sluiten. Hij had een aanval met alle zware stukken te verwerken op veld f3 en kon dit met man en macht nog houden. Er moest voor Ernst-Jan dus een andere winstweg worden gezocht en die wist hij te vinden langs de (voor hem) half-open a-lijn. Om daar kansen te krijgen moest hij echter wel de kwaliteit terug geven, waarbij het zware materiaal (op elk één toren na) in het doosje verdween. Om verder te komen gaf hij ook tijdelijk een pion, zodoende kon hij echter wel doorbreken. Opnieuw een punt dus voor de heersend clubkampioen maar toch bleek ook Fred tevreden.
Maar niet alleen Fred was tevreden, uiteindelijk zoonlief Alex van Wieringen ook. Hij was ingedeeld tegen voorzitter Jan Straatman en het spel verliep niet helemaal naar zijn wensen. Hij kreeg het moeilijk en daarna nog moeilijker en op zeker moment kwam hij eigenlijk helemaal verloren te staan. Maar inmiddels ging de bedenktijd ook een woordje meespreken. Had Alex in eerste instantie een groot deel van zijn tijd opgebruikt om toch nog een beetje in de strijd mee te kunnen doen en Jan daar van zitten genieten, Jan kwam plotseling in moeilijkheden. Niet zozeer qua stelling, hij wist echter maar moeilijk het juiste plan te vinden. En waar hij eigenlijk heel simpel de winstweg in had kunnen slaan (bijna alle stuurlui aan de wal zagen het), daar ging hij meer letten op het wegtikken van zijn laatste seconden dan op zijn stelling. Toen hem dan ook nog slechts een 20-tal seconden restten en hij door kreeg dat die winst was gaan vliegen, bood hij snel remise aan. Alex was echter onverbiddellijk en wees het aanbod af. En even later mocht hij dan ook het punt opstrijken, zij het dan een beetje met het schaamrood op zijn kaken. Maar ook dit is een onderdeel van het spel, men moet scherp blijven tot en met de laatste seconde.
Het verschil in rating en dus wel een beetje in speelsterkte is tussen Tim van der Hart en Frits van der Veeke net te groot om te mogen spreken van een uitslag, die je niet van te voren zou verwachten. Maar dat neemt niet weg natuurlijk dat er wel degelijk strijd werd geleverd. Het ging zelfs zo ver, dat, na een ietwat onconventionele opening, Frits de betere papieren in handen had. Toen echter leek het wel, of hij de betere zetten niet wilde spelen. Er was een open d-lijn ontstaan, in het bezit van Tim en Frits kon die lijn veroveren. Maar dat liet hij na en daarna ging het een beetje bergaf met zijn stelling. Op een gegeven moment kon Tim zelfs mat in 2 dreigen, liet dat echter na en speelde op vereenvoudiging van de stelling. Ook dat ging goed, er verdween materiaal van het bord en Tim dreigde via een wedren te gaan promoveren. Dat leek Frits ook te willen gaan doen, daarbij overziend, dat de pion, die dat voor hem zou moeten bewerkstelligen, ook de dekking van zijn laatste stuk verzorgde. Nadat dat stuk dus werd geslagen gaf Frits, waarschijnlijk toch wat gedesillusioneerd, op.
Van hetzelfde laken een pak als aan het begin van de vorige alinea aangegeven was de partij tussen Mehdi Potters en Bonne Faber. Hier kwam dat sneller in de partij tot uiting en Mehdi leek snel te moeten capituleren. Maar zo gaat dat op dit niveau meestal niet. Mehdi offerde, waarschijnlijk mede met het oog op het niet meedoen in het gevecht door Bonne's dameloper en -toren, zijn laatste loper op h7, zodoende de koning behoorlijk in zijn hemd zettend. Hij bleek te veel met de aanval bezig en overzag daardoor dat hij met een paardzet de dekking van zijn andere paard verwaarloosde. Dit kostte dus een stuk, maar Mehdi had hierna nog kansen kunnen krijgen als hij zijn dame naar h5 had gespeeld. Dat liet hij na en dus werd het, na dameruil, een onmogelijke opdracht voor hem, wat hij zelf ook inzag.
Bij een strijd tussen twee adepten van dezelfde opening amg je wel iets verwachten. Dat schotelden Wim den Heijer en Wim Noordermeer hun toeschouwers dan ook voor. Het werd een leuk gevecht, waarbij Noordermeer toch wat aanvallender spel kreeg. Uiteraard werden daarbij beiderzijds de nodige foutjes gemaakt, dat deert de echte liefhebber echter niet! Den Heijer kreeg weer een moeilijk eindspel voorgeschoteld en wist daar opnieuw niet in uit te blinken. Punt derhalve voor Noordermeer.
De partij tussen Leo Stelloo en Ger Croonenberg trok op een gegeven moment een aantal toeschouwers. Dat kwam vooral door het laten opsluiten van een toren van Leo en de manier, waarop hij daarna de partij voortzette. In plaats van ee kwaliteit en twee pionnen hiervoor te nemen was hij tevreden met één pion. Maar het betekende wel een aanval op de vijandelijke koning. Die aanval wist Ger niet op de goede manier tegen te gaan en dus dreigde hij mat te gaan. Het duurde nog een aantal zetten, voordat Leo dit ook in de gaten kreeg en daarna was het snel uit.
Trudy Angeneind ging onvervaard ten aanval tegen Frits Wilschut, daarbij nauwelijks lettend op haar materiaal. Frits maakte daar dus misbruik van en kwam eigenlijk als een vorst te staan. Maar hierna kwam een manco in de schaakkennis van velen ook bij hem de kop opsteken: hoe win je een gewonnen stelling! Maar, na een aantal omzwervingen over het bord met enkele stukken wist hij Trudy uiteindelijk toch zover te krijgen dat ze opgaf.
Tenslotte speelde Sidney Noordijk een snelle partij tegen Jannes van Halen. Maar daar wilde Jannes niet aan meewerken, hij wilde toch proberen zijn zetten doordacht te spelen. En dat lukte ook want op een gegeven moment kon Sidney constateren dat hij mat was gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten