Belangrijke gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit. Een bekend gezegde, maar had het ook betrekking op de opkomst?
Slechts drie spelers van het eerste Pionierteam, dat de avond hierna een belangrijke wedstrijd voor klassebehoud moet spelen, waren aanwezig. De andere vijf waren in trainingskamp gegaan of misschien vroeg naar bed om zo uitgerust mogelijk aan de start te kunnen staan!
Wel aanwezig was Ernst-Jan Pluim Mentz en door de afwezigheid van een aantal concurrenten speelde hij nu tegen de nummer 15 op de lijst, Tim van der Hart. Tim stroopte dus zijn mouwen op om de 500 ratingpunten verschil het hoofd te kunnen bieden. Ernst-Jan maakte er een gambiet van en daardoor kwam Tim op voorsprong uit de opening. Probleem is dan uiteraard hoe je zo'n gambiet moet "afstraffen". Daarin herken je dan wel vaak dat ratingverschil want Tim deed toch enkele minder nauwkeurige zetten. Waar hij bijv. zijn koning middels de rochade eigenlijk al in veiligheid had moeten brengen probeerde hij eerst zijn stelling te verstevigen. Dat had tot gevolg dat, toen de èchte witte aanval losbarstte, zijn koning slechts één stapje opzij kon (moest) doen en daardoor de toren aan zijn linkerhand in de val kwam te zitten. Even later had hij dameruil aan moeten bieden, had daarna - ongeacht de aanname ervan - ietsje beter gestaan en er misschien zelfs een verrassende remise uit kunnen slepen, Tim probeerde echter met andere middelen de dame tot vermindering van haar positie te kunnen verleiden. Maar dat kwam hem duur te staan want met een fraaie combinatie maakte Ernst-Jan een loper buit. Nu werd wel dameruil geboden, dat paste echter niet in de witte gedachtengang. Zijn torens werden verdubbeld en Tim maakte met zijn dame een noodlottig stapje terug, wat hem nog een kwaliteit kostte. Maar het alternatief - afruilen van één stel torens - zou ook al weinig afdoende rendement hebben opgeleverd. Nu had Tim er, met een toren achter, verstandiger aan gedaan op te geven, dat is uiteraard wel definitief en de meeste schakers hebben problemen met opgeven! Toch moest dit wat later wel gebeuren.
Nog een speler van De Pionier 1 haalde een punt binnen want Jan van Dam wist Jan van Baardwijk in een verdedigende rol te dringen. Laatstgenoemde Jan had "toegestaan" dat eerstgenoemde Jan een prachtige pionnenformatie op de damevleugel op kon bouwen en die formatie werd tenslotte zijn noodlot. Maar tussen een eerste en een laatste zet gebeurt er nogal wat op een schaakbord. Daar hoorde ook een remiseaanbod van laatstgenoemde Jan bij, een aanbod, dat, na enig nadenken, resoluut werd afgewimpeld. Middels een schaakje werden de dames geruild en de voorste pion van de formatie (inmiddels de toevoeging "vrij" gekregen) ging de partij beslissen.
Ook de derde Pionier 1-speler, Jan van Huizen, deed goede zaken. De indeling had hem aan Wim Noordermeer gekoppeld en de opening kreeg een karakter, waarin beiden zich, als zwartspeler goed thuis voelen. Daar kon Jan dus een beetje zijn voordeel mee doen, het op voorhand al een beetje weten welke richting de partij op zou kunnen gaan. Maar de opening verliep redelijk volgens verwachtingen en Wim ging al proberen een beetje opgeluchter adem te halen. Dat deed hij echter iets te frivool want op zeker moment was een paard van hem op een plekje gaan staan waarvandaan geen terugkeer mogelijk was als hij werd aangevallen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, een paard in het nauw kan daar niet tegen op, zo bleek ook hier. Maar met een stuk achterstand probeerde Wim nog wel zijn tegenstander het leven zuur te maken. Jan wist daar evenwel goed op te reageren en zodoende het punt binnen te halen.
De grote verrassing van de avond ontstond aan het bord van Jan Straatman en Mehdi Potters. Langere tijd ging het redelijk gelijk op, hoewel Jan het iets betere van het spel leek te hebben. Maar op zeker moment zag je Mehdi met gefronst voorhoofd rondlopen: "Ik heb het niet goed gedaan!". Hij bleek dus een kwaliteit verspeeld te hebben en leek ook het punt kwijt te gaan raken. Maar Jan wilde zijn zaakjes blijkbaar te mooi doen, waar hij "simpelweg" al zijn zware materiaal achter elkaar op de f-lijn had moeten posteren. Dat liet hij na en Mehdi wist weer in zijn spel te komen. Langs diezelfde f-lijn wist hij zijn materiaal zo op te stellen, dat er penningen ontstonden op een arme toren van Jan op f3. Daardoor kon Jan het voordeel, dat hij had gehad, niet meer vasthouden en Mehdi won zijn materiaal weer terug en even later ook de partij want Jan wist in de hem nog resterende tijd geen winnende voortzetting meer te vinden (die er ook niet was). Opnieuw een punt voor Mehdi dus, die aan het opklimmen is naar een plekje tussen de - voor hem - groten.
Als er prijs voor snelste winstpartij uitgeloofd zou worden, dan zou de partij van Frits Wilschut in deze ronde hoge ogen gooien. Want zelfs voordat Jan van Dam aan zijn partij was begonnen (hij moet altijd eerst zijn zoon, die bij de jeugd meespeelt, naar huis brengen) had hij Sidney Noordijk al mat gezet. Sidney had met zijn g-pion op f6 moeten slaan en kreeg zodoende een gat voor zijn koning. Dat bleek niet meer te dichten en zo werd hij matgezet door een paard op f7 terwijl de witte dame de g-lijn onder controle hield.
Op zich een interessante partij speelden Ger Croonenberg en Frits van der Veeke. Al redelijk snel had Frits een voorsprong van een toren weten te nemen omdat Ger wat al te frivool met zijn materiaal omsprong. Maar daarna werd hij blijkbaar wakker want Frits kreeg het steeds moeilijker om zijn voorsprong vast te houden. Daarom deed Ger een remiseaanbod ("neem het nou maar aan want als ik mijn dame daar neer zet dan verlies je een stuk") maar Frits - zelf ook niet wars van een beetje bluf zo nu en dan - wimpelde het (terecht) af. Maar de dame kwam niet op het bedoelde veld (f7) te staan, hoewel de problemen voor Frits om een goede zet te vinden zich bleven opstapelen. Ger dacht langs de lange diagonaal h1-a8 goede zaken te kunnen doen (en remise binnen te kunnen halen), Frits echter hield zijn hoofd koel en zijn kruit droog. Dat gebruikte hij even later door de koning van Ger in het verre h1-hoekje te drukken en daar te gaan beschieten. Daarbij verspeelde Ger een toren en de partij, een remiseaanbod vond zelfs hij nu te ver gaan.
Dan, last but not least, Trudy Angeneind tegen Leo Stelloo. Trudy wist een leuke stelling op het bord te krijgen en Leo moest zich eens een keer achter z'n oren krabben. Maar - en dat is het probleem voor Trudy een beetje - als er dan diverse combinaties op de loer komen te liggen dan verliest ze het overzicht en maakt foutjes. Zo ook tegen Leo en deze kon haar bijna al haar materiaal en het volle punt afhandig maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten