De ronde, waarin de laatste twee halve finalisten voor de beker bekend werden en waarin ook enkele kampioenspretendenten hun imago oppoetsten.
Voor de IBC moesten nog twee namen bekend worden om de halve finales te kunnen gaan spelen. Aangezien alle vier kanshebbers aanwezig waren konden ze dus hun partijen gaan spelen.
Maar zo eenvoudig was het toch niet voor de beide favorieten want Frank Sträter verloor zelfs de eerste partij van Fred van Wieringen. Hoewel hij aanvallend spel liet zien wist hij Fred toch onvoldoende in problemen te brengen. De problemen waren er eigenlijk meer voor hem zelf gezien de sterk geslonken bedenktijd die hem nog restte na zo'n 25 zetten. Fred had zijn koningsstelling wel geweld aan moeten doen, toch bleek dit alles onvoldoende voor Frank om de eerste partij met een positieve score te beëindigen. Maar nu moest hij dus niet alleen aanvallend spelen, die aanval moest ook nog eens rendement opleveren, bij een remise was hij immers uitgeschakeld. En hij wist Fred nu, in de tweede partij, wel voldoende in problemen te brengen want de stand na de beide reguliere partijen bleek 1-1 en dus stonden er minimaal 2 snelschaakpartijen te wachten. Met wit koos Fred dezelfde opstelling als in de voor hem zo succesvolle eerste partij en inderdaad, het lukte hem om Frank opnieuw een nederlaag toe te brengen en dus stond hij weer met één been in de halve finale. Maar Frank wilde daar ook graag naar toe en hij presteerde het ook om Fred opnieuw te verslaan met wit. Alle vier partijen waren dus door de witspeler gewonnen en Fred had in de beslissende partij wit, dus......... Maar hij koos, tot zijn grote spijt achteraf, een andere partijopzet en moest toen ervaren dat bij wijze van spreken zijn ene stuk na het andere van het bord verdween, zonder enige compensatie. Dus speelt Frank de halve finale tegen..........?
De volgende halve finalist kwam uit de ontmoetingen tussen favoriet Jan van Dam en Jan van Baardwijk. Het kostte de favoriete Jan heel veel denkwerk om de eerste partij uiteindelijk naar zich toe te trekken, na bijna anderhalf uur spelen (de totaaltijd voor één van de eerste beide partijen) echter moest "de andere" Jan dan toch capituleren. Maar hij zwoer wraak bij zichzelf en wist die wraak ook in de tweede partij ten uitvoer te brengen. Dus ook hier moest het snelschaken de uiteindelijke winnaar aanwijzen. Snelschaken bleek veel meer het ding te zijn voor de favoriet want hij versloeg zijn opponent beide keren en dus zien we een halve finale tegemoet met spannende partijen. Het zal gaan tussen Ernst-Jan Pluim Mentz, Frank Sträter, Jan van Dam en Rik Verheij.
In de interne competitie walste (zou je bijna zeggen) Ernst-Jan Pluim Mentz over Jan Straatman heen. Natuurlijk deed Jan zijn uiterste best om zich minimaal zo lang mogelijk staande te houden, dat "zo lang mogelijk" bleek echter relatief kort, hopelijk wist Jan nog wel wat op te steken van de analyse achteraf!
Wilde hij een beetje in de buurt blijven van de hogere plekken, dan diende Jan van Huizen een goed resultaat halen tegen Ad van der Ree. Maar relatief snel pakten zich donkere wolken samen boven zijn kant van het bord. Maar, Jan kennende, hij trachtte nog wel zo lang mogelijk stand te houden. Maar helaas, ondanks dat hij Ad nog bezighield lang nadat alle andere partijen al waren afgelopen, het mocht toch niet baten. Nu moet hij dus proberen niet uit de top tien te duikelen.
Net onder die top tien speelde de ontmoeting tussen Alex van Wieringen en Bonne Faber zich af. Het werd een zich lange tijd op gelijkwaardigheid afspelende ontmoeting, hoewel die gelijkwaardigheid toch langzamerhand minder werd ten voordele van wit. Maar Alex overspeelde zijn hand door zijn pionnen op de koningsvleugel te snel op te spelen waardoor hij een pion verloor en in een slechtere positie terechtkwam. Maar Bonne wist zijn voordeel niet goed genoeg uit te buiten, de stelling werd dichtgeschoven en Alex waagde een remiseaanbod. Dat werd aangenomen, hoewel de experts (zoals Ernst-Jan en Fritz) nog wel even door hadden willen spelen met de zwarte stukken.
Dat spelen met de zwarte stukken ging Ben Blakmoor goed af tegen Frits van der Veeke. Hoewel Frits misschien wel het idee kreeg zich goed te handhaven moest hij wel steeds gaatjes in zijn stelling dichten. Zoiets houdt echter op een gegeven moment geen stand meer en zo wist Ben tenslotte materiaal en het punt te veroveren.
Wim Noordermeer en Tim van der Hart waren samen bezig in een houtzagerij en het hout, dat hen daar ter beschikking stond was vrij dik. Toch bleken ze in staat er planken van te zagen. Want al op zet 10 zette Wim het bord in vlam met een loperoffer op f7. Tim accepteerde het niet, wat ten koste ging van zijn rochade. De dames werden geruild en Tim kon zich enkele zetten later gratis één van Wim's paarden toe eigenen. Dat overzag hij echter in de hitte van het zagen. Wim was zo vriendelijk even later nog eens een stuk en prise te laten staan, hoewel hij tegelijkertijd ook een stuk van Tim aanviel. Zou Tim hebben geslagen dan zou hij met een dubbelpion zijn blijven zitten en Wim zelfs met een triple exemplaar. Hierna viel Tim één van de torens van Wim aan, die gedacht zal hebben "maar dat kan ik ook" en aldus, in plaats van zijn toren weg te spelen er eentje van Tim aanviel. Maar Tim viel daarna met zijn aangevallen toren het aanvallende paard van Wim aan, wat deze dus een kwaliteit kostte. Tim vond dat eigenlijk niet zo leuk en gaf de kwaliteit weer terug. Maar ook Wim liet zich niet onbetuigd en zette zijn laatste toren op een door Tim's paard bestreken veld. Nu keek Tim dat paard niet in de bek en Wim vond hierna alles wel voldoende.
Voldoende vond ook Frits Wilschut het op een gegeven moment in zijn partij tegen Arie Bliek. Hij had heel lang geprobeerd Arie beentje te lichten, het was hem echter niet gelukt. Toen Arie terug ging slaan trok Frits zich terug in zijn cocon, ook daar echter kwam Arie spoken met winst als gevolg.
Ook winst was er voor Mehdi Potters tegen Leo Stelloo. Maar ook hier ging het niet zo gladjes als Mehdi zich misschien wel had gewenst, Leo beet goed van zich af, hoewel zijn koning uiteindelijk wel in een moeilijk parket kwam op de naar hem genoemde vleugel. Maar Mehdi had nog wel het nodige vliegwerk te doen, maar zijn spel bleek ook niet verschoond van kunst, een mooi punt voor hem derhalve.
Ze wilden elkaar niet echt pijn doen, Dik Roeffel en Jannes van Halen. Maar voordat ze tot remise besloten hadden ze elkaar nog wel degelijk eventjes aan de tand gevoeld.
Dan nog Ger Croonenberg tegen Trudy Angeneind. In een soort van sneltreinvaart had Ger een winnende stelling op weten te bouwen. Trudy had veel langer nodig om haar kant van het verhaal ten toon te spreiden en had aan het einde bijna nog aan het langste eind getrokken toen Ger een familieschaak toeliet. Helaas echter, Trudy zag de konsekwenties van het door haar gegeven schaak niet en verloor derhalve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten