donderdag 28 oktober 2010

Oostflakkee 1-De Pionier 1

Het eerste team van De Pionier probeert voet aan de grond te krijgen (vierde keer, goede keer?) in de eerste klasse, moest daarvoor naar Oude Tonge. Frans Troost ging mee, keek toe en doet verslag.

Het verslag van de vorige wedstrijd, tegen RSR Ivoren Toren 3 (nadat we min of meer toch wat geflatteerd met 7-1 hadden verloren), werd afgesloten met de conclusie, dat we op 27 oktober een nieuwe ronde hadden met nieuwe kansen tegen Oostflakkee 1 en dat was een juiste conclusie. Op bezoek bij Oostflakkee 1, SOF in de volksmond genoemd, in sporthal “De Grutterswei” in Oude Tonge. Beide teams waren niet ongehavend door de 1e ronde heengekomen: De Pionier 1 had het, zoals gezegd, niet gered tegen RSR 3 en Oostflakkee 1 had het, ondanks kansen, niet kunnen bolwerken tegen de andere favoriet in klasse 1A, het Rotterdamse Charlois Europoort 4. Beide teams bezetten de laatste twee plaatsen van de poule, iets waar beide teams niet denken/hopen thuis te horen.
Er waren bij beide teams geen blessures of schorsingen, de sterkste opstellingen konden dus worden ingezet.
Het eerste resultaat van de avond kwam van bord 8, de nestor van de Pioniers, Ben Blakmoor, speelde tegen het aanstormende jeugdlid van SOF 1, Theo Broeders. Ben kwam met zwart goed uit de opening, hij kwam nog een pionnetje voor en zijn stelling was helemaal niet zo gek, echter zeker niet winnend. Gaandeweg de partij verdween het kleine voordeeltje van Ben en wat resteerde was dusdanig remise en onzeker, ook in de analyse na afloop, dat, na overleg met de teamcaptains, tot remise werd besloten. Daarna werd het wachten op de overige partijen. Het eerst kwam er duidelijkheid op bord 1. Hier moest Ernst-Jan Pluim Mentz het opnemen tegen de kopman van SOF 1, Mark van Putten. Mark heeft, naar eigen zeggen, een beperkt openingsrepertoire en speelde daarom zijn standaardopening. Ernst-Jan had een hele andere opening verwacht, maar hij speelde deze opening ook zelf regelmatig en dat was te merken. Al na een twaalftal zetten was het duidelijk dat Ernst-Jan een stuk beter stond. Mark werd opgezadeld met een stelling met zwakheden en kwam gedrukt te staan. Ernst-Jan had een sterke loper en dame gericht op de koning die het centrum maar niet uitkon. De b-pion van Ernst-Jan, die op kwam zetten en stukverlies voor Mark bracht de tussenstand op 0,5–1,5 voor de Pionier 1.
Spoedig daarna kwam de beslissing op bord 5. Daar speelde ex-Pionier Jan Vonk tegen Jan van Dam. Deze partij kende twee gezichten. Jan van Dam kwam, met wit, slecht uit de opening. Jan Vonk kon een gezonde pion op f2 ophalen. Wit kon niet meer rokeren, dames gingen eraf en er leek geen vuiltje aan de lucht voor Jan Vonk. Maar, spoedig hierna, kreeg de partij een heel andere wending. Had in de opening Jan van Dam te laat inzicht in wat Jan Vonk van plan was, na het pionverlies leek het tegenovergestelde te gebeuren. Jan van Dam kon een prachtig loperpaar ontwikkelen, dat dwars door de stelling van Jan Vonk heen keek. Een paard, dat maar niet van veld a7 af kon gaan, deed de stelling ook geen goed voor SOF 1 en Jan van Dam kwam veel beter te staan. De winst kwam toch sneller dan verwacht voor De Pionier 1. Het is een tegeltjeswijsheid, maar toch, de laatste zetten beslissen een partij meer dan de eerste zetten.
Tussenstand 0,5–2,5 en bij vele Pioniers kwam er al een zucht van verlichting; het gaat in ieder geval een stuk beter dan de eerste ronde!
Opeens ging het toen snel; de tijdnood kwam eraan bij de partijen die nog bezig waren. Voor De Pionier 1 zaten Jan van Huizen aan bord 6 en Alex van Wieringen aan bord 7 slecht in hun tijd; aan de andere kant zaten Ad van der Ree aan bord 4 en Rik Verhey aan bord 3 aan de goede kant van de klok. Bij Frank Sträter aan bord 2, tegen Ronald Sparreboom, was het in evenwicht.
Het eerst kwam een beslissing bij Rik tegen Johan Dupree. Dit was een prachtige, scherpe partij, waarin beiden helemaal los gingen; min of meer al vanuit de opening vlogen beiden elkaar figuurlijk naar de keel. De rochadestelling van Rik werd al heel snel uit elkaar getrokken, niks erg, Johan kwam niet eens aan rocheren toe! Het was een wir-war van open lijnen, sterke lopers, torens etc. Aan het eind van het middenspel had Rik (speelde met wit) twee torens op de 7e lijn, nog gesteund door een paard op de 6e, de koning van zwart stond in het hoekje op b8, maar, dacht Johan, niet getreurd. Ik doe ongeveer hetzelfde aan de andere kant. Rik's koning werd zowat het gehele bord overgejaagd, met telkens nog een luchtgaatje. Eindelijk kon er (tot opluchting van beiden, denk ik) een afruil worden geforceerd. Rik had nog materiaal achter gestaan maar kon dat ten langen leste weer terughalen. Wat restte was een eindspel met voor beiden een aantal pionnen, toren en licht stuk. Johan kreeg een vrijpion tot op de tweede lijn, echter, zijn toren stond nog op het promotieveld. Rik viel deze toren aan met zijn paard en toen kwam, voor de neutrale toeschouwer, een deceptie voor deze mooie partij: misschien gedreven door tijdnood - Johan had nog maar een tweetal minuten - liet hij deze aangevallen toren staan en deed een andere zet en kon meteen opgeven nadat Rik de toren, verbaasd, van het bord afhaalde. Tussenstand 0,5-3,5 en - wat er ook nog verder zou gebeuren - we durven zonder schaamrood op de kaken naar huis te gaan.
Nog geen minuut later was het helemaal polonaise. Aan bord 4 waren Ivo Lagendijk en Ad van der Ree aan een echte schaakpartij bezig. Het was aftasten in het begin, beiden staken veel tijd in de stelling, die maar niet open wilde breken. Dit ging zo door tot het middenspel. Toen kreeg Ivo de overhand door een sterke loper en Ad kwam met een zwakke pion te zitten op de e-lijn. En deze zwakte voor Ad is, naar later bleek, zijn redding geworden. Ivo voelde waarschijnlijk aan dat er “iets“ in zat, spendeerde dus vreselijk veel tijd om het “iets“ te vinden. Het bleek voor hem niet te vinden, Ad kon alles met hangen en wurgen keurig netjes dichttimmeren. Het bord stond nog behoorlijk vol met stukken en de klok tikte en tikte maar bij Ivo. Met nog 47 seconden op de klok en nog steed een dichte stelling gaf Ivo op. 0,5 – 4,5 en we hadden gewonnen!
Nog een soortgelijke partij vond plaats aan bord 7, waar Alex het tegen Marcel de Ruiter moest opnemen. Een rustige opening, spelers die positie gingen kiezen en tot aan het diepe middenspel niet zo gek veel aan de hand. Alex had wel veel en veel meer tijd verbruikt dan Marcel en dit ging op het eind tegen hem werken. Marcel kwam opzetten en pakte een kwaliteit. Alex had tegenkansen over de zwarte velden op de koningsvleugel maar had de tijd niet meer om er misschien nog iets uit te schwindelen. Tussenstand 1,5–4,5, maar we hadden nog steeds gewonnen!
Aan bord 2 was het ook raak. Frank en Ronald Sparreboom waren daar zeer aan elkaar gewaagd. Ronald gebruikte in de opening veel tijd, Frank in het middenspel en gaandeweg kwamen beider stellingen onder vuur te liggen. Allebei gingen ze voor de aanval als beste verdediging. Frank ging op zoek naar Ronald's koning op de damevleugel en op de koningsvleugel ging Ronald van hetzelfde idee uit. Frank gaf een stuk voor twee pionnen en aanvalsmogelijkheden, Ronald had zowat zijn stelling gereed om een matnet in werking te stellen. Echter Frank kwam met een pionopstoot waarbij hij de koning en dame van Ronald bedreigde. Ronald gaf een paard terug (wat hij min of meer voorstond tegen de pionnen) maar, tot veler verrassing,  Frank sloeg het paard niet maar schoof de pion door, wat later tot een open a-lijn leidde en plotsklaps kon Ronald mat niet meer voorkomen. 1,5–5,5!
Alleen Jan van Huizen was nog bezig, tegen een oud-kampioen van Flakkee, Jan van Genderen. Jan van Huizen kwam slecht uit de opening, verloor eigenlijk, zonder compensatie, een pion. Echter, dit leek verlossend voor Jan van Huizen te werken en hij kwam stukje bij beetje beter te staan. De pion werd in het middenspel weer teruggewonnen en er leek niet zo veel aan de hand. Echter, de factor tijd ging ook weer meespelen. Het eindspel dat op het bord kwam was beter voor Jan van Huizen. Op het laatst had Jan een winnend eindspel in handen, echter, het winnende plan werd te vroeg uitgevoerd, mede onder tijdsdruk. En Jan van Genderen is gewoon heel goed in dit soort “rommelsituaties”: de laatste pionnen gingen van het bord af en Jan van Huizen had officieel nog 6 seconden mogen spelen toen hij opgaf.
Al met al een heel geslaagde avond voor de Pioniers. Het had heel anders af kunnen lopen, maar, als er iets goed gaat, dan gaat alles goed bleek deze avond. Sommige partijen gingen langs het randje maar liepen goed af. We hebben nog een drietal weken om na te genieten van de overwinning; daarna moet er weer stevig aan de bak, Charlois Europoort 4 komt op bezoek!

Tot slot nog de details:

Oostflakkee 1    (1837)-De Pionier 1         (1815) 2,5-5,5
Mark van Putten  (2087)-Ernst-Jan Pluim Mentz(2027)   0-1
Ronald Sparreboom(1925)-Frank Sträter        (1948)   0-1
Johan Dupree     (1876)-Rik Verhey           (1797)   0-1
Ivo Lagendijk    (1769)-Ad van der Ree       (1758)   0-1
Jan Vonk         (1781)-Jan van Dam          (1823)   0-1
Jan van Genderen (1824)-Jan van Huizen       (1754)   1-0
Marcel de Ruiter (1736)-Alex van Wieringen   (1709)   1-0
Theo Broeders    (1700)-Ben Blakmoor         (1702) 0,5-0,5

                 (met dank aan Frans Troost)

1 opmerking:

Kobus Koffiedik zei

Goed verslag, Frans! Ik ben nét iets jonger dan Ad, maar ik voel mij desondanks gevleid met de kwalificatie 'nestor'. Waardering voor mijn tegenstander Theo Broeders. Onze partij was kort, maar in de analyse bleek dat dit 'aanstormend talent' veel in zijn mars heeft. Ik wens hem veel succes in zijn schaakcarrière.

Een reactie posten