Een tussenronde, voordat volgende week de externe competitie weer losbarst. Enkele opmerkelijke feiten, er konden drie bekerlotingen worden gespeeld, terwijl de opkomst weer eens oneven was. Overigens, voor de eerste ronde van de bekercompetitie heeft men - wie die nog moet spelen - nog vier weken de gelegenheid, anders zal de competitieleider in moeten grijpen. Probeer het dus te spelen!
Zoals gebruikelijk te beginnen met de bekerpartijen en die zijn zo goed als mogelijk beoordeeld door Fred van Wieringen. Lees nu dus wat hij er van vond: Voor de bekercompetitie
moesten Hans Maagdenberg en Fred tegen elkaar spelen.
Door het ratingverschil had Hans 30 minuten meer bedenktijd. Maar
daar heeft Hans niet van geprofiteerd. De eerste partij ging
gelijk op. Een normale opening. Fred kreeg echter de overhand en wist
de 1-0 te scoren. De tweede partij ging Hans vol in de aanval.
Hij rokeerde lang en Fred kort. Fred moest goed opletten aangezien de dame en een toren gevaarlijk werden. Toen Hans met zijn dame een mataanval opzette, liet hij het veld c2 vrij en kon Fred hem schaakmat
zetten en de 2-0 was een feit.
De tweede bekerwedstrijd
was die tussen Michiel Landman en Jan van Dam. Jan was die avond een
maatje te groot voor Michiel. De eerste partij was redelijk snel in het voordeel van Jan. Hij had een aantal pionnen gewonnen en won dus ook de
partij. In de tweede partij wist Michiel twee pionnen te winnen, maar
Jan kon hierdoor zijn stukken goed ontwikkelen. De dame van Michiel
werd opgejaagd, ingesloten en gepakt. Einde partij en Jan gaat door
naar de volgende ronde.
Van de derde bekerpartij heb
ik maar weinig gezien, maar Jaap Santifort was duidelijk te sterk voor Wim
Noordermeer en ook hij won met 2-0. Jaap gaat ook door naar de volgende ronde.
Dan verder met de interne partijen. Jan van Huizen lijkt weer helemaal terug op zijn oude niveau, wat al te zien is aan zijn positie (plaats 1) op de ranglijst. Dat bereikte hij door enkele oud-kampioenen bij zijn weg omhoog te verslaan en zelfs geen enkele remise toe te staan. Nu speelde hij tegen Peter Leentvaar die, met al drie remises achter zijn naam, duidelijk mee doet voor de titel remisekoning. Hoe deze partij verliep is moeilijk te zeggen. Wel kan gesteld worden dat Jan ns sfloop liet doorschemeren dat Peter verdedigend heel sterk speelde en dat is er ook de oorzaak van dat hij nu weer dichter bij die genoemde titel is gekomen. M.a.w., ook deze partij eindigde in remise, de eerste dus voor Jan. Hierna komen we bij Martijn van Dam tegen Thomas Ammerlaan en daar stuurde Thomas een analyse over in: Het begon met een leuke opening voor zwart, na 1. e4 e6 2. Pc3 c5 3. Pf3 Pc6 4. d3 (een beetje langzaam, een betere optie was 4. d4 cxd4 5. Pxd4 Dc7 waarna je in een standaard Siciliaanse positie komt) Pf6 5. Lg5 Le7 6. e5 Pd5 7. Pe4 O-O 8. c4 Pc7 9. Dd2 Pxe5:Een vaak voorkomend trucje en na 10. Pxe5 f6 11. Pxd7 Lxd7 12. Le3 b6 heeft
zwart een iets betere positie, sinds na een zet als e5 de d-pion erg
zwak wordt en zwart een veel sterker centrum heeft. Dit voordeel vloeide
een beetje weg, voornamelijk dankzij wat matige zetten op zet 19 en 20,
ook wist Martijn d4 te spelen en werd de d-pion een pion op c5. Een
eindspel volgde waar ik zo veel mogelijk druk probeerde te zetten op c5,
hoewel er voor de komende 25 zetten niet veel gebeurde. Wat pionnen
gingen van het bord af en uiteindelijk nam ik ook maar op c5, waarna ook
een torenpaar werd afgeruild. Niet veel later waren de lopers ook weg
en leek het een remise te worden. Ik probeerde nog wat om te winnen,
voornamelijk door op de tijd van Martijn te spelen, en dat beet flink
terug op zet 52:In plaats van 52. ... Tf1? had ik Kd5 moeten spelen om bij de f-pion te komen. Ik kreeg weer de kans om dat te doen na 53. Tc2+, maar ik speelde Kb5, waarna ik meteen verloren stond. Hier kwam ik zelf vrij snel achter, maar gelukkig kreeg ik weer de kans om het te spelen na 54. Ke4 Te1+ 55. Kd3 Tf1 56. Ke3 Te1+ 57. Te2 Tb1 58. f4 Kc5 59. Kd3 Td1+ 60. Ke3 Tb1 61. Tc2+ Kd5:De positie is weer een remise, maar het is natuurlijk moeilijk spelen
voor zwart. Uiteindelijk zou zwart de koning op f5/f6 krijgen, waarna
het lastig voor wit is om de f-pion te houden. 62. Kd3 Td1+ 63. Ke2 Ta1 64. Kd3 Td1+ 65. Td2. Hier speelde ik snel Ta1,
maar ik moest Tc1 spelen (of Tg1/ Th1), zodat na f5 Tc3+ een optie is
en zwart bij de pion komt na Ke2+ Ke5. Na Ta1 strafte Martijn het dan
ook goed met 66. f5 af, maar na Te1 wist hij niet f6 of Tf2 te vinden voor de winst, maar speelde 67. Te2. Tf1 speelde ik direct, waarna de f-pion verloren gaat. Verder volgde nog 68. Tc2 Txf5 69. Tc4 Tf2 70. Txb4 Txa2 71. Ta4 Kc5 72. Kc3 Kb5 73. Ta8 Ta1 74. Kc2 Ta2+ 75. Kc3 Ta1 76. Kc2 Ta2+ 77. Kc3, waarna ik de klok op pauze zette en remise claimde met Ta1, sinds die positie drie keer op het bord is gekomen:Hierna kwam de partij tussen Amine Mahjoubi en Leo Stelloo. Deze partij verliep ook grotendeels "buiten beeld", hoewel er wel iets valt te zeggen over het gebruik van de bedenktijden want op zeker moment wees de klok aan de kant van Leo al duidelijk minder dan vijf minuten terwijl het aan de kant van Amine nog maar net minder dan een uur was. Dat zal vast wel meegespeeld hebben bij het eindresultaat want Leo moest inderdaad verlies incasseren en heeft zich voor de zoveelste keer voorgenomen in het vervolg beter op zijn tijdsgebruik te gaan letten! Hierna kijken we naar Bonne Faber tegen Julian Krabbendam, wat al een poosje een horrorscenario lijkt voor Bonne. De opening verliep dan ook wat moeilijk voor hem met drukpunten op e4 en c2, zoals te zien is op dit diagram:Tot zijn schrik kwam Bonne wat later tot de ontdekking dat er g5 dreigde, zoals te zien op het volgende diagram:Gelukkig voor hem werd dit nog even verhindert wegens Pxf5 maar er bleef nog wel Dxb2 in de stelling. Daar bleek Julian niet voor te willen gaan en speelde nu Pb4, wat Bonne de gelegenheid gaf tot Lb3. Op een gegeven moment kon hij ook aan dreigingen gaan denken en dat begon bij de volgendepositie. Hij had zojuist Pe5 gespeeld en Julian leek iets meer dreiging te zien dan aanwezig want hij speelde de korte rokade, wat hem kwaliteitsverlies opleverde na Pd7. Een betere zet zou Dd8 geweest zijn. Na Pd7 koos hij voor meer druk op c2 met Dc6. Na Pxf8 koos hij voor de slechtste van de drie manieren om terug te nemen: Kxf8. Lxf8 was nog het beste. Nu kwam Bonne met de zet c4 en dit simpele boertje zou helemaal naar de overkant gaan om daar als dame de partij te beslissen! Maar ook Bonne bleek niet foutloos, hij speelde a3, geen rekening houdend met Pd3 en zelf kwaliteisverlies lijdend. Nu speelde hij wel c5, wat eigenlijk meteen had gemoeten. En de oorspronkelijke c-pion schuinsmarcheerde verder tot de volgende positie werd bereikt, waarin mat in vier zat:Dat zag Bonne niet, wel het begin met Dc8+ maar hij was veel te bang voor het loperverlies en speelde nu Lc4. Maar na ...;Da5 - Kf1;b5 (Julian had veel sterker Lf8 moeten spelen) durfde hij het toch en speelde - Dg8+!;Lxg8 - fxg8D+ en Julian gaf meteen de partij op.
Hierna weer de beurt aan Fred. Een partij in de subtop, tussen Albert Bijzitter en Maurits
Leentvaar. Het werd een spannende partij met veel dreigingen in het
centrum. Het was Albert die wat meer druk ging zetten. Met een
verassende torenzet van Maurits dreigde Albert een loper te
verliezen. Maar hij probeerde deze met de dame te dekken. Maurits
wilde de dame wegjagen met zijn toren. Maar Albert had een
verrassende zet. Met dezelfde loper gaf hij schaak, Maurits moest
de hoek in en zag tot zijn schrik dat hij de volgende zet mat ging.
Jan van Baardwijk en Rik
Verheij maakten er ook een mooie pot van. Jan zat zo met zijn gedachten
in het spel, dat hij regelmatig zijn klok vergat in te drukken.
Gelukkig was Rik zo sportief om Jan er constant op te wijzen dat hij zijn
klok in moest drukken. Dan de partij. Die ging tot laat gelijk op.
Echter wist Rik een pion te winnen. Later ging er nog een pion af. Na
ruil van de torens gaf Jan op.
Dennis de Graaf heeft de laatste paar ronden de pech dat hij tegen een veel sterkere speler wordt ingedeeld. Was dat vorige ronde tegen Thomas, nu was dat Ernst Jan Pluim Mentz die op de een of andere manier weer zin in een avond schaken had gekregen. Omdat hij alleen nog maar voor het eerste team had gespeeld stond hij niet o hoog op de ranglijst, lager dan zijn schaakkracht. Dat was nu de pech voor Dennis, die toch zijn best deed. Maar aan het tijdsgebruik kon je al wat afleiden. Dennis speelde relatief snel maar Ernst Jan overdacht zijn zetten grondig zodat hij achter kwam te staan in de tijd. Dat was echter geen reden om slechter te komen te staan en al relatief snel bleek hij gewonnen te hebben.
Een ander verhaal was het tussen Albert Schaefer en Frits van der Veeke.Albert wist wel de positie van de zwarte koning onder druk te zetten door Frits een dubbele f-pion te bezorgen en dus ook een half open g-lijn. Hij wist daar echter geen druk op te zetten en Frits wist die druk wel te krijgen. Het gevolg hiervan was tenslotte verlies voor Albert.
Zoals al aan het begin is gezegd was de opkomst weer oneven en Jacqus Kokshoorn gaf aan dat hij bij de vorige ronde al was benadert om tegen de verdere Pioniers te spelen maar dat dit toen niet door was gegaan omdat Leo zijn vinger had opgestoken. Dus stelde Jacques zich nu beschikbaar. Daar zal hij op zeker moment wel spijt van gekregen hebben want de stellimg (Jacques met zwart) werd eigenlijk steeds slechter voor hem. Zijn koning werd in het hoekje waar wel eens klappen vallen gedwongen en daat wist hij met goed fatsoen niet meer uit te komen dus gaf hij de partij op.
Als laatsten Duncan Peltenburg en Michael Smalheer en die partij heeft Fred weer bekeken. Daar zegt hij nog het volgende over: De partij tussen Duncan en Michael zag ik pas toen er een gevecht in het
centrum bezig was. Beiden hielden ze stand, met remise tot gevolg.
Dat is ook verwerkt in de nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten