Onze derde wedstijd brengt ons naar Hendrik-Ido-Ambacht. Nadat de borden waren opgezet, iedereen aanwezig was en konden de klokken netjes op tijd worden aangezet:
De eerste partij met een resultaat was mijn eigen partij aan bord 1 tegen naamgenoot Thomas Schepers. De opening was er één met een erg solide reputatie, de Berlijnse verdediging. Na 4.d3 speelt mijn tegenstander echter een opvallende zet met 4. … Pd4, een zet, die zeker minder dan tien keer is gespeeld op meesterniveau, uit een stelling, die meer dan vijftigduizend partijen heeft:
Ik antwoordde met de simpele zet Pxd4 en nadat hij terugnam met de pion rokeerde ik. Al snel werd er een fout door zwart gemaakt met 7. … Ld6:
De zet e5 is hier namelijk een mooie dubbele aanval en zwart heeft niets beters dan om de pion te slaan. Dit werd dan ook gespeeld en ik speelde 9. Te1. Een mooie lijn hier was 9. … Da5 10. Ld2 (of Dd2); Dxa4 11. Txe5+;Kd8 (of Kf8) 12. Ta5 en de dame zit dan vast en moet zichzelf offeren voor de toren (zie analysediagram):
Helaas werd i.p.v. Da5 9. … d6 gespeeld en na f4 won ik de loper. Nadat de dames van het bord af waren werd het nog makkelijker. Niet veel later, toen mijn stukken actiever stonden en ik twee pionnen ging winnen, gaf mijn tegenstander op:
De tweede partij was die van Wilco Baartmans tegen Arie den Engelse aan bord 4. Wilco kwam een pion voor te staan en nadat een hoop stukken werden geruild, werd het een eindspel met voor ieder een toren en pionnen, voor Wilco een paard en voor Arie een loper. Wat er daarna gebeurde heb ik deels gemist, maar de volgende keer dat ik keek, had alleen Wilco nog een toren en niet veel later was het tweede punt dan ook een feit. Een partij, die op een derde punt leek, was Julian Krabbendam tegen Emilian de Kievit. Hij had immers meer tijd, meer materiaal en stond actiever. Hij maakte echter een fout, die ik zelf ook vaak heb gemaakt en dat is, dat je denkt, dat de partij al klaar is. Je maakt dan suboptimale zetten, want je kunt zo’n positie nooit verliezen, toch!? Nadat de tegenstander een toren en een dame op de tweede rij kreeg was het al niet zo makkelijk meer en nadat Julian zijn paard naar voren schoof - dat een cruciale defensieve rol speelde - om zelf aan te vallen, werd het al gauw duidelijk dat zijn tegenstander niet mat ging, maar Julian zelf. Na een schaakje van Julian en nog een zet werd zijn koning mat gezet met Dg2#. Nu het dus 1-2 stond, werd de partij van Maurits Leentvaar tegen Klaas Bax extra spannend. Maurits kwam veel beter uit de opening, met meer ruimte aan de dameszijde. De stukken stonden een beetje klunzig voor wit:
Het volgende moment van interesse was op zet 36, waar 36. Pg3 was gespeeld:
De lijn, die ik als toeschouwer zag, was 36. … Da1 37. Dd1 (Pd2 kan ook, dan Dxa3);Db2. Alles staat dan vast voor wit en kun je de volgende zet op g4 nemen of eerst Le8 en dan Pxg4 (afhankelijk van wat wit speelt):
Gespeeld werd meteen Le8, waardoor c3 nog misschien verdediging is voor wit. Gekozen werd voor 37. Kh3, waardoor Da1/Db2 weer een mogelijk plan was. Gespeeld werd echter 37. … Dg1 38. Df1; De3 39. De2 en het er briljant uitziende Pxg4:
Kxg4 is natuurlijk niet mogelijk na Lh5+;Pxh5 en Dxe2+, zodat zwart de dame wint. Dxg4 en De1 en je wint het paard op b1 terug, zodat je een pion wint:
Ik zal hier aan het einde nog meer over vertellen, voor de geïnteresseerde. Verder ging het 41. Kg2; Dxb1 42. Dh3+;Kg7 43. Ph5+;Kg8 44. Pxf6+ (wit offert hier zelf een paard, maar er is hier niet genoeg compensatie);exf6 45. Dc3;Kg7:
Wit probeerde nog een pionoffer met e5, maar er is hier geen mogelijkheid voor eeuwig schaak en dus langzaam maar zeker was het mat niet meer tegen te houden, zie ook de eindpositie:
Een mooi resultaat dus voor het viertal en het zorgt ervoor dat we bovenaan blijven staan, tenzij Spijkenisse V3 of Sliedrecht V1 4-0 wint (zij spelen tegen elkaar op 10 januari). Als laatste zullen we nog terugkeren naar de stelling van Maurits met De1 (zie diagram even eerder): Zoals was gezegd, lijkt het dus, dat Pxg4 een mooi offer is. De stelling gaat echter van gewonnen voor zwart naar remise. Wit heeft hier de echt briljante zet 41. e5!. Je krijgt dan een zeer scherpe positie, een voorbeeldlijn is dxe5 42. De4;Dxb1 43. d6! (nog zo'n geweldige zet);exd6 44. Da8 (de enige zet, maar makkelijk te zien, want de loper kan niet bewegen, Dh8 is dan mat.) g4+ (de enige zet voor zwart, zodat de koning via g5 kan ontsnappen) 45. Kxg4 (enige zet);Dd1+ (enige zet) 46. Kh3;Kg5 47. Dxe8 (enige zet);Dg4+ 48. Kg2;Kf4 49. Dg6 (enige zet);d5 (enige zet) 50. Dh6+;Dg5:
waarna (geloof het of niet) wit kan herhalen met 51. Dg6;Dg4 52. Dh6+. Het is een veilige conclusie, denk ik, om te zeggen dat niemand dit in de zaal zag, eind goed al goed zullen we dus maar zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten